FAMOUS DEAD PEOPLE PERFUME SOCIETY
HET EENDIMENSIONALE BESTAAN VAN HET VIOOLTJE
MIERZOETE GEUR VOOR EEN DROOMVERSIE VAN KEIZERIN ELIZABETH
Jaar van lancering: 2003
Ik snap het: ouders, opa’s en oma’s, tantes en ooms hebben het beste voor met hun kinderen/kleinkinderen, neefjes en nichtjes. Dus zo lang het kan, wordt de bikkelkeiharde wereld verpakt als een paradijs met Disney-slagroom overspoten. Meisjes zijn bijna verplicht om in roze tule naar balletles te gaan, jongens worden ‘pief, paf, poef, ik ben de cowboy en jij bent de boef’. Of kiezen ze allebei voor verfilmde strips- en Starwars-helden die – lekker handig in het huidig tijdsgewricht – vaak gender neutral zijn.
Geef de familie eens ongelijk: door eigen ervaring, schade en schande rijker, weet het dat slechts één speldenprik voldoende is om het sprookje uit elkaar te laten spatten. En – hellup, of juist niet? – de leeftijd wordt steeds meer naar beneden bijgesteld waarop de transformatie van droom, onwetendheid en onschuld naar de werkelijkheid en ‘facts of life’ plaatsvindt.
Mijn ‘reality check’ ontvouwde zich toen ik bij toeval op de televisie de film Ludwig (1972) van Luigo Visconti zag, ik denk op veertienjarige leeftijd. ‘Je weet wel’, die wereldvreemde koning van Beieren die onder nooit echt opgeklaarde omstandigheden het leven liet. Die Ludwig (II) was dus een volle neef van de in 1837 geboren Elisabeth Amélie Eugénie de Wittelsbach, keizerin van Oostenrijk en koningin van Hongarije. Die dus ook in deze film verschijnt.
Maar, het verwarrende: hoewel deze rol werd gespeeld door dezelfde Romy Schneider die ik alleen maar kende van – Kerstmis in, Kerstmis uit – Sissi (1955), Sissi, de jonge keizerin (1956) en Sissi, de woelige jaren (1957), speelde Romy Schneider voor mijn gevoel totaal iemand anders. Niet ‘mijn’ Sissi, die ondanks wat problemen met de Weense hofetiquette, toch een lekker comfortabel rijkeluileventje had gehuld in rozengeur en maneschijn met slechts af en toe en ver, ver op de achtergrond een hint duidend op ‘andere tijden’.
‘Achteraf’ bleek ze een mallotige, annorexia-healthfreak avant la lettre – 1,62 m, 41 kg; volgens Nicolas de Barry ‘de maten van een supermodel’ – die het ouder worden maar niet kon accepteren. Ze sloeg daar zover in door dat ze op een gegeven moment niet meer gefotografeerd wou worden en als ze zich bespied waande door een paparazzi avant la lettre, ze subiet een waaier voor haar gezicht toverde. En toen, oh tragiek, werd ze geëxecuteerd door een Servische vrijheidsstrijder. Dàt vertelden mijn ouders niet. Dàt toonde de Sisi-trilogie niet.
Ik heb het al eerder opgemerkt: naar bijna iedereen lid van de ‘Famous Dead People Perfume Society’ is wel een parfum vernoemd. Nicolas de Barry blinkt er in uit. En dan hebben we nog Histoires de Parfums en Parfum d’Empire (voor beide inmiddels niet meer de leidraad voor nieuwe geuren). Jardins Ecrivains vaart ook op deze golf. Google je een beetje, dan verbaas je je over (wel of niet gemaakte) geuren voor beroemde doden van bedenkelijke aard.
Ik wist dat Benito Mussolini een geurtje had die je tot verbazing van velen gewoon in zijn geboorteplaats kunt kopen. Adolf Hitler is inmiddels olfactorisch ook vereeuwigd. Maar ‘zijn’ geurtjes zijn eerder een makkelijke, carnavaleske ‘knip&plak’-grap. Het Spaanse Movistar TV pakte het serieuzer aan. Werkte in 2014 samen met parfumeur Mónica Ceño en WO II-expert Felipe Botaya om een olfactorische tentoonstelling te creëren met geuren geïnspireerd op de levens van Stalin, Hitler, Mussolini, Churchill, Roosevelt en Tōjō.
Dit valt dan natuurlijk direct onder de noemer kunst. Want zo gauw parfum het commerciële circuit verlaat en zich ‘anders’ presenteert, krijgt het dit predikaat. Zie ook: R(est) I(n) P(erfume). Alsof je op deze manier geur anders gaat ervaren. Want…
WAT SISSI L’IMPÉRATRICE IK EIGENLIJK?
… in dit geval blijft het een aangename viooltjesgeur. Niet meer en niet minder. Heel erg zoet met een groen vleugje en zoete afloop. Ik heb tientallen viooltjesparfums besproken. En ik zou Sissi L’impératrice tussen tien andere gelijkgestemden er waarschijnlijk niet tussen uitpikken. Een van de meest recente ‘full violet’-parfums waarschijnlijk evenmin: Virgin Violet (2019) uit Gucci’s The Alchemist Garden.
Want het nadeel/voordeel van viooltjesgeuren is dat ze vaak eendimensionaal ruiken; als soli-fleur houdt ze zich aan haar taak: ze overheerst door haar zoete, ietwat zuurtjesachtige toets. Ook al open je citroentjesfris, ook al combineer je haar met iris en pluk je wat viooltjesblad voor de groene noot: zoet moet ze blijven. Een van de beste voorbeelden: Grey Flannel (1975) van Geoffrey Beene – voor mannen dat wel (en nu voor een habbekrats te koop).
Sissi L’impératrice is zo’n geur is die je koopt omdat je eerder iets hebt met Sissi, dan met de geur zelf. Een souvenir die vooral aangeboden zou moeten worden (zou ik doen als producent) op strategische plekken waar ze veel kwam: Wenen en omstreken dus. Dat geldt voor zoveel geuren en andere souvenirs van leden van de ‘Famous Dead People Perfume Society’: uit sentimentele overwegingen worden ze aangeschaft (vaak na museumbezoek).
Trouwens, zou Ludwig II al een geurtje hebben gekregen? Hoe zou die ruiken? Ik denk in de richting van Grey Flannel. Und jawohl! Kuck mal! Aber Ich habe falsch gewählt. König Ludwig (ein Eau de Parfum) is ein Hesperide ‘mit Mandarine, Zitrone, Bergamotte, Lavendel, Minze, Jasmin, Rose, Maiglöckchen, Sandelholz, Zedernholz, Moo und weißer Moschus’ und kostet € 49,90 50ml.
Weer een ander verhaal: ik zag onlangs nog een andere (Duitse) verfilming op Youtube over König Ludwig II uit 1956 (haakte na tien minuten af) waarin hij Sissi (die totaal niet op de echte, Romy Schneider, leek) aan een klein boeketje oranjebloesem laat ruiken. Volgens mij in een van zijn kastelen in Beieren. Zou fleur d’oranger in die tijd al vanuit Frankrijk naar Beieren zijn geëxporteerd?