GEEN BLING-BLING MEER NODIG
MULTI-SPECTRUM ROOS
Jaar van lancering: 2012
Laatst aangepast: 11/07/19
Neus: Rania Jouaneh
Ik loop al een tijdje rond met Rose Ishtar op mijn beide polsen. Conclusie: hoewel ik zelden roosgeuren draag voor het persoonlijk genot, word ik hier heel erg blij van. De reden: de geur koppelt uitgesproken natuurlijkheid – je ruikt heel veel zoete roos – aan comfortabele draagbaarheid. Het is niche, vol, gelaagd én toch toegankelijk in de zin van: de gemiddelde ketenparfumerieklant zal er niet van achterover slaan.
Of toch wel? Dat Love Rose (2014) uit de Histoire de Fleurs-serie van Reminiscence niet echt is aangeslagen – een niche-roos bijna ‘overal’ te koop – zegt misschien toch ook wel iets.
Dit lees ik op op de site van Rania Jouaneh. Ze beschouwt haar parfums ‘als een belangrijke accessoire, een om te dragen als sieraden voor de huid’. Nou, Rose Ishtar dragend, dan heb je verder geen bling-bling-stenen meer nodig. Slechts een paar sprays kondigen de roos in al haar glorie aan die vervolgens een elegant parcours aflegt.
Volgens Rania Jouaneh manifesteert ‘de roos symbool van eeuwige vrouwelijkheid’ zich eerst zoet en licht vermengd met zwarte bes. Vervolgens met ‘tonkaboon, sandelhout en patchoeli, om op de huid een frisse geur, houtachtige en lichte gourmandnoot te onthullen’.
WAT ROSE ISHTAR IK EIGENLIJK?
Dat is wel heel erg bescheiden gesteld. De opening is alsof de rosa damascena verpakt zit in een cluster van volle rijpe, zwarte bes begeleid door flitsen van bergamot. Ik kan het weten, ik heb net bij mij een struik in de tuin kaalgeplukt: zoet, groenig, met ‘kir royal’-achtige nuances die de zoetigheid van de roos benadrukt.
Als deze fruitige frisheid is afgezwakt zet de roos haar spoor voort, gewoon puur zoals ze is: zoet, bloemig, licht gezuurd om geleidelijk warmer-houtiger te worden. Dus een prachtige balans tussen sandelhout en patchoeli.
Sandelhout ruik je het eerst – warm, lactone-achtig en rozig. De patchoeli kadert de roos als het ware in; geeft haar substantie alsof ze in deze houtachtige nuances wordt verankerd. Terwijl ondertussen tonkaboon voor de gourmand-toets zorgt.
Opvallend: het frisse aspect dat ze beschrijft klopt ook. Je zou bijna denken dat door de ‘fijngemalen’ poederachtige sensaties van sandelhout en tonkaboon – versterkt door heliotroop – zich stiekem wat ‘heel veel’ witte musk ophoudt. Want op het eind, als de roos is uitgebloeid, ruik je een huid die zeer schoongewassen aandoet. Weliswaar ‘veroorzaakt’ door een mooi stuk zeep op basis van roos. Zeker niet hinderlijk voor een non-white-musk-believer zoals ik.
Beetje na-mijmerend, schiet me Midnight Poison (2007) van Dior binnen. Met bijna dezelfde ingrediënten ook een volle, oosterse roos oproepend. Niet echt een succes geworden. Geeft maar weer eens aan, dat een volle ‘gourmand-roos’ bij het grote publiek nog steeds niet wordt begrepen, gewaardeerd.