VREEMD WORDT GEWOON
GOEIE GOZER-GEUR
Jaar van lancering: 2018
Laatst aangepast: 24/06/18
Neus: Jean-Christophe Herault
Model: niet de tuinmans’ zoon
Veel parfumhuizen laten er zich graag op voorstaan dat ze betrokken zijn bij de maatschappij en lanceren om de zoveel tijd een – weer – nieuw social commitment-initiatief. Waarom eigenlijk? Om hun basisprincipe – veel winst maken – in een schoner, meer ‘verantwoord’ daglicht te plaatsen? Om iets terug te doen? Om ‘de wil van het volk’ dat steeds meer caring & sharing verwacht van bedrijven?
Voor mij is al dit optuigen met goede bedoelingen volstrekt overbodig. Wil je goede daden verrichten, doe het dan maar loop er niet mee te koop. En echt durven, echt een statement maken, is er zelden bij. Ik heb nog geen enkel huis parfumflesjes zien uitdelen aan gestrande gelukzoekers ‘ergens’ langs de Middellandse Zeekust.
Op zichzelf een interessante doelgroep, want afgaande op de verontrustende berichten is de tendens zeer stijgend. Voor ons, of beter gepreciseerd: steeds meer Europeanen zien het zo: ‘Tis een vreemdeling zeker die verdwaald is zeker, maar even niet vragen naar zijn naam’. Een Alien dus. Een naam die nu niet echt lekker ligt. Nog zo’n, met de wetenschap van nu, onhandige naam Nomade. Zeker in Italië, zo worden daar de bootvluchtelingen en ander ‘gespuis’ genoemd.
Geurengoeroe vraagt zich steeds vaker of het in this day and age niet eigenlijk (te) decadent is maar te blijven rond te dolen op onze westerse kermis der ijdelheden? Of hij het een (über-interesse in geur) met het ander (maatschappelijke onheil) los van elkaar moet zien?
Maar van de andere kant: hij weet dat verfijning en de dingen die het leven kleur geven gelijk opgaan met miserabele maatschappelijke gebeurtenissen. Is inherent aan de mens, aan het leven, onze wereld. Maar, oh wonder, met een glas witte wijn binnen handbereik weet hij zichzelf altijd snel weer te overtuigen dat hij goede werken verricht, anderen blij en kwaad maakt, en altijd weer aangenaam verrast is hoe mensen geur ervaren.
Zoals de zoon van zijn tuinman. Die had hij een paar maanden geleden voor bewezen diensten Thierry Muglers A*Men(1996) cadeau gedaan. Hij vroeg hem onlangs wat hij er eigenlijk van vond. Heerlijk. Wow-effect. Echt genieten. Alleen… zijn vrouw had er moeite mee – te heftig, te aanwezig.
Hé grappig dit – en een gegeven waar Geurengoeroe eigenlijk niet zo bij stil staat, maar toch een goed argument is bij aanschaf van een geur. Of op zijn minst een overweging: koop je een geur een puur voor soloplezier? Of hou je ook rekening met de mogelijke aversie van je partner? Want de vrouw van de zoon van de buurman had door A*Men (1996) geen zin meer met hem ’s avonds te cuddelen op de bank. Aan dit soort kleine relatiecrisissen wil Geurengoeroe zich niet schuldig maken, want er is al genoeg alle ellende op de wereld – zie boven. Zijn ‘oplossing’ in deze, een alternatief: Alien Man dus. Nog geen reactie.
WAT ALIEN MAN IK EIGENLIJK?
Dit zijn de officiële ingrediënten. Opening: berk, dille, anijs, lavendel, citroen, munt, tijm. Hart: leer, kasjmierhout, osmanthus, geranium, peper. Basis: witte amber, cashemeran, vanille. Alien Man wordt omschreven als een ‘vibrerend contrast tussen een voortreffelijke sensualiteit en elektrische frisheid. Een optimistische mannelijkheid die uitnodigt om het buitengewone elke dag te beleven’.
Wat direct opvalt: de geur komt binnen als een buitenaardse dichte, in eerste instantie, vooral zoete wolk. Niet zo makkelijk om daar alles uit te halen wat erin rondzweeft. De reden dat ik er al zo lang mee bezig ben. En iets waar de gemiddelde klant waarschijnlijk geen tijd voor heeft of voor maakt.
Als je de zoetheid ‘doorbreekt’ dan neem je de groene noten uit de opening duidelijker waar. Niet dat ik dille, munt en tijm ervaar, wel de anijs (vandaar het zoete spoor) die mooi fuseert met lavendel – de herkenning, want zó vertrouwd, is daar.
Vervolgens osmanthus (foto) – de mannelijke tegenhanger van de kenmerkende jasmijn in Alien (2004) voor haar. Moeilijk te detecteren – terwijl ik gek op deze naar rozijn en abrikoos ruikende bloemenclusters ben. De oorzaak: het leer en het kasjmierhout – die geven voor mij Alien Man zijn karakter in de basis vastgehouden door de zachtzoete noten van amber, cashemeran en vanille die samen weer een fluweelachtige sensatie teweegbrengen.
En dan, plots, moet ik denken aan Guerlains L’Homme Idéal (2016). Met andere noten – nadruk op amandel – toch hetzelfde ‘soort van’ gourmand-effect. Kortom, Alien Man is meer mainstream dan verwacht en gehoopt. Op alle fronten – presentatie misschien, misschien, misschien daargelaten – is het een zeer easy going geur. Anders gezegd: Alien Man mist de verrassing van A*Men.
Moet wel gezegd: het wordt steeds moeilijker om met een daadwerkelijke vernieuwende geur te komen. Ik weet dat er bij de grote ingrediëntproducenten constant wordt geëxperimenteerd met nieuwe sensaties, alleen zal het nog wel even duren voor deze innovatieve kijk wordt gebotteld. Ook in de niche sector.
De reden: de meeste klanten zoeken bij een nieuwe geur naar iets dat ze al kennen. Moet ook nog gezegd – geen excuus by the way – de kosten voor een geurlancering wereldwijd stijgen alleen maar. Je kunt je niet teveel floppers veroorloven. Op veilig spelen wordt dan het leidende principe. Neem Womanity (2010) van Mugler – voor mij een revolutionaire, ‘toekomstduidende’ compositie, maar toch als te ‘alien’ ervaren door de gemiddelde (Mugler)consument. Geen succes.
Trouwens, Mugler kan gelukkig nog steeds ‘alien’ geuren maken. Dat bewijst Mystic Aromatic (2018) uit de tweede nichelijn van Mugler, Les Exceptions. Rook ik onlangs in Parijs: een overload aan tuinkruiden – basilicim, salie, tijm, oregano – gekoppeld aan Perubalsem. Een wrang groen herkenbaar door het keukengebruik, maar in een geur om te dragen een totaal ander effect oplevert. Wow-effect! Komt u maar!