WAT MAAKT EEN VETIVER GUERLAIN?
Jaar van lancering: 2007
Laatst aangepast: 06/01/17
Neus: Thierry Wasser?
Mij was de lancering ontgaan en Guerlain deed er volgens mij in 2007 pr-technisch niet veel aan. Daarnaast had ik een soort van desinteresse vanwege de 2000-versie van de in 1959 gelanceerde Vetiver. Volgens Guerlain was er bij deze millenniumswitch alleen sprake van een visuele verandering – de compositie bleef ongedeerd. Heb ik nooit geloofd en geloof het nog steeds niet. De vintage Vetiver zit in mijn geheugen gegrift – het was naast Jicky (1889) mijn tweede kennismaking met een Guerlain.
Ik vergeet het moment nooit: Parijs als tussenstop tijdens een liftvakantie met een vriend naar ‘la douce sud’ de la France. De zomer was nog niet op zijn hoogtepunt, maar had al wel die lichte, aangename door de wind aangeblazen zwoelte die tot stilstand kwam op het warme grind van Jardin des Tuileries. Hier opende ik de bij aan de Champs-Elysées gekochte Vetiver om de geur dieper op me te laten inwerken en die reeds als een wolk (afkomstig van de tester) om me heen hing.
Dieper laten inwerken… is niet goed omschreven want dat deed ik als beginner op de geurenmarkt toen nog helemaal niet. Het was wel mijn verbazing dat een geur zoveel met je kan doen. Naast de vraag van ‘hoe is het toch mogelijk dat een parfumeur dat kan’, was het gewoon ‘dolce far niente’ geurgenieten. Dat heen en weer golven van frisse en zwoele houtachtige noten – zo harmonieus. Dat ‘de zon’ zowel warmte als frisheid kan leveren met een uiterst tevreden gemoed als resultaat.
WAT VÉTIVER EXTRÊME IK EIGENLIJK?
Al deze gevoelens komen dus níet naar boven met Vetiver Extrême terwijl dat toch de bedoeling zou moeten zijn. Wat schrijf ik? Extremer dus. Meer extreme frisheid, meer extreme zwoelte, meer extreem hout. Dit zijn de ingrediënten: citroen, bergamot, drop-zoethoutakkoord, dragon, peper, nootmuskaat, wierook, cederhout, tonkaboon en – we zouden het bijna vergeten – vetiver. Het effect: geen extreme versie van vintage Vetiver maar een compositie aangepast aan de ‘smaak van de dag’. Killer, koeler en warm op een andere manier.
Killer en koeler: dat merk je vooral aan de groene ‘tuinkruidige’ opening met ozoneffect. Daar voor lijken de ingrediënten niet geplukt in een zomerse tuin, maar in zo’n met landbouwplastic overdekte lopende band-kruidenkwekerij (waarvan de bieslook ook altijd zo nikseg smaakt). Deze ozonnoot én het zoethout (gourmand… doet daarom vermoeden dat Thierry Wasser dus neus is) zijn een ‘kniebuiging’ naar de nieuwe generatie, naar de nieuwe smaak met als doel (denk je dan maar): Vetiver aangenamer/makkelijker maken. Tabak (kenmerkend voor de klassieke versie) is dan te old school.
Opvallend: nadat je de verschillen zo duidelijk hebt geroken, en de ‘teleurstelling’ – alles in zijn proporties blijven zien – hebt verwerkt, zorgt de basis ervoor dat een vetiver verschijnt die toch krachtig – en aangenaam – is door het te flankeren met veel strak cederhout en rokerig wierook. Hierdoor krijg je een wel andere vetivergeur. Strakker, ‘vierkanter’ en stoerder zonder de, ik zou het Franse verfijning willen noemen. Dus korter door de bocht, eerder thuis. Not my kind of vetiver. Ook vreemd: een dergelijke mass market-kijk op vetiver juist op het moment dat diverse nieuwe nichehuizen met hun eigen vetivers komen en oude concurrenten hun vetivers opnieuw in de etalage zetten. Dan verwacht je van Guerlain… (vul zelf in).