IN CONTACT MET DE AARDE, MET MOEDER NATUUR
Jaar van herlancering: 2013
Laatst aangepast: 21/11/16
Neus: Pierre Guillaume
Denk niet bij bovenstaande dat ik aan het zweven ben. En ook nog (steeds) niet geabonneerd op Happinez. Er bevindt zich eveneens (nog) geen boeddhabeeld en/of -hoofd in mijn tuin, in mijn living. Wierookstokjes is ook niet echt mijn ding, en ik praat (nog) niet met muizen en omarm (nog) geen bomen.
Daarvoor ben ik toch te nuchter, in de zin van realistisch. Ik neem het leven zoals het is en de (veronderstelde) diepere lagen, zingeving en betekenis ervan hang ik niet aan de grote klok, share ik slechts met intimi. Af en toe. Discretie is een hoog goed. Maar, ook ik – niet goddelijks is Geurengoeroe vreemd – verlang soms naar bos, naar weilanden, naar landelijke contreien, naar aarde, naar rust, naar harmonie zodat dat je je weer even één voelt met de natuur. Maar deze voorwaarden zijn niet altijd in de buurt.
Wat te doen? Mijn remedie: een geur pakken die je dit verlangen een beetje compenseert. Mijn meest recente troost in deze (per toeval ontdekt via een proefje): Lentisque van Phaedon. Echt toeval is het niet omdat ik me de laatste tijd verdiep in mastiek (de Nederlandse benaming) en er altijd door gefascineerd ben geweest – de verwondering dat gelijk galbanum, wierook en mirre, een gom zo’n complexe geur kan leveren.
Het is een honderd procent Grieks product – opgestart in de middeleeuwen – waarvan de naam inmiddels (net zoals balsamico-azijn uit Modena) is beschermd. Toepassing zeer divers: verwerkt in paasbrood, ijs (kaimaki), likeur, ouzo en verf. De hars zelf is ook ‘pure’ kauwgum; goed voor het tandvlees en tegen tandbederf waarvan de smaak 60 keer langer houdt dan gewone kauwgom. Ook handig en wetenschappelijk bewezen: een remedie voor maagzweren, cholesterol- en bloeddrukverlagend.
Het wordt daarnaast al eeuwen verwerkt in lotions en parfums. Verbazingwekkend gezien de complexiteit dat het zo weinig verwerkt is in geuren. Prijsdingetje volgens mij. Opvallend, of beter gezegd wonderlijk (tenminste als het waar is): men heeft geprobeerd mastiek in andere landen te laten groeien. Flop.
Alleen de twintig mastichochória (mastiekdorpen) op het zuiden van het eiland Chios leveren op jaarbasis gemiddeld 300 ton gewonnen uit inkepingen (kentima) in de bast waar de hars doorheen sijpelt en dan stolt door contact met de buitenlucht. Er zijn twee kwaliteiten: ‘dahtilidopetres’ (smetteloze eerste klas-kristallen) en ‘kantiles’: kristallen met vlekjes.
Phaedon opgericht, zoals de site meldt door ‘twee Parijse estheten, wereldreizigers en liefhebbers van oude culturen’, is niet genoemd naar een geslacht van kevers uit de familie bladhaantjes (Chrysomelidae) – voor het eerst wetenschappelijk beschreven in 1829 door de Franse priester en entomoloog Pierre André Latreille (1762-1833) – maar naar de Griekse slaaf (geboren 400 voor Christus en gekocht werd door Socrates; vandaar) die filosoof werd: Phaedon van Elis. Het is ook een naam die af en toe aan zonen wordt gegeven; de ouders verwachten dan veel hem of zien in hem als ‘hij die licht brengt’ – de betekenis van de naam.
WAT VOOR EEN LICHT BRENGT HIJ EIGENLIJK?
Eigenlijk word ik in Lentisque twee keer getrakteerd, want naast mastiek ruik je, vooral in den beginne, overduidelijk galbanum. Wordt door www.fragrantica.com omschreven als een woody-floral-musk. Niet mee eens.
Ik opteer voor een zalvende houtgeur met groenaccenten, want ik ruik in geen velden of wegen bloemen. Dat is wellicht het effect van galbanum, die kan door zijn explosieve, scherpe, heldere groenheid associaties met het voorjaar, dus met blommekes en bijtjes oproepen. Galbanum leads the way in de opening, met in dit geval een beetje een terpentijnachtig nasleepje. Of is dat juist al het effect van mastiek, dat naast zijn zalvende, zonnige zachtheid ook een scherp, etherisch randje heeft? Aangenaam is het in ieder geval. Anders gezegd: de mastiek verzacht geleidelijk de groene scherpte van galbanum.
Daarom is Lentisque geen groene geur, eerder groen ‘vergeeld’, ‘verhooid’ door de zon. Naast de zonnige warmte, ruik je ook een aardse warmte. Komt op conto van cistus labdanum die het puur natuur-effect van de geur versterkt. Na verloop van tijd verdwijnt de galbanum, maar toch blijft Lentisque op een bepaalde manier ‘groen-vergeeld’. Dankzij vetiver die uiteindelijk de toon van de basis bepaalt. Houtachtig dus versterkt door meer hout (waaronder ceder). De geur geeft míj een rustgevend plattelandsgevoel. Niet tijdens de herfst, maar tijdens de zomer terwijl de zon volop zijn warmte verspreidt.
Ik kan me indenken dat mensen gewend aan toptiengeuren van Ici Paris XL, Douglas en Mooi, schrikken van Lentisque. Zover zijn deze successen van natuurlijke ingrediënten verwijderd waardoor ze het eerder associëren met ambiancegeuren. Vinden ze dat toch op deze manier lekker, de geur is naast eau de toilette en eau de parfum haute concentration, ook verkrijgbaar als ‘parfum pour la maison’ en geurkaarzen geproduceerd door Maîtres Ciriers – die de compositie (in een sterkte van tien procent) verwerkt in hun natuurlijke wassen. Dat is wat anders dan de gestolde brouwsels die Ikea, Xenos en tuincentra als geurkaars verkopen.
Niet iedereen blij is met Lentisque. Blijkt uit de reactie van Suspended (Schotland). Hij schrijft op het niet aan zijn verwachtingen inlossende www.basenotes.com: ‘Lentisque has a somewhat similar opening to Cendres de Thé (ook van Phaedon); boozy, peppery and citric. Chemical, in a hairspray way. Once the fumes die down you’re left with a fragrance that resembles cedar cardboard but with a slight skin-baked-under-a-sun-bed aroma. Perhaps this is the part that is supposed to take us to the Mediterranean (instead of a dumpy sunbed shop). I wouldn’t call this fragrance green, resinous or bracing, which are three things I’d expect from a mastic based scent and, for an edp, performance is abysmal. After a few hours it is nothing more than a faint, limp, sweet, rubbery vetiver. Maybe my expectations were too high as I love mastic, cedar and vetiver but this fragrance is dull. I just don’t see the point’.