‘VINTAGE’ CHYPRE MET EEN NIEUW MILLENNIUM-TOUCH – HEERLIJK!
MEER ZON, MINDER MAAN
Jaar van lancering: 2010
Laatst aangepast: 14/10/16
Neus: Emilie Bouge
Ach ja, die goede oude tijd toen een chypre nog een chypre was. Je nog zeker wist dat bergamot in de opening die vanzelfsprekende connectie zocht met eikenmos, patchoeli en cistus labdanum in de basis zocht, opgefleurd met bloemen in het hart en her en der in de compositie voorzien van accenten die elke chypre, nèt even een anders maakte.
Ach ja, die slechte oude tijd die erop volgde waarin de business je wijs wist te maken dat roze chypres en neo-chypres het gemis en/of het bijna-verbod op eikenmos in negen van de tien gevallen goed maakten, maar jezelf dacht: ‘Ech nie’, en je uit wanhoop/verraad de ‘bijna op’ vintage chypres die je nog had – in mijn geval Alliage (1973) van Estée Lauder, Parure (1975) van Guerlain en Mystère (1978) van Rochas – aan je neus zette.
En dan komt er ‘in ene’ een nieuwe geur voorbij met het effect van de tijdmachine van H.G. Wells: 2010, 2009, 2008, 2007, 2006, 2005, 2004… Emilie Bouge wil dat de klok blijft stilstaan in de jaren tachtig, want ze zegt: “Extremely influential women are a force to be reckoned with. What my eyes see during the golden triangle of the French couture, my nose remembered the freedom of the woman in the 80s and this inspired me to bring all these back today.” Beetje onhandig geformuleerd – see moet saw zijn, wat bedoelt ze met de gouden driehoek? – maar klassieke chypres bepaalden toen gedeeltelijk de toon.
To name a few: Sonia Rykiel met haar Le Septième Sens (1979), Jean Louis Scherrer met zijn Scherrer (idem), Armani met zijn Giorgio (1982), Niki de Saint Phalle met haar gelijknamige geur (idem), Paco Rabanne met zijn La Nuit (1985), Catherine Deneuve met haar gelijknamige geur (1986). Alleen werden die nogal behoorlijk überpowered door heftige bloemenparfums. Men ruike: Giorgio of Beverly Hills (1982) en Poison van Dior (1985) en Beautiful (1986) van Estée Lauder. Not forget de zwaar-oosterse melanges zoals Coco (1984) van Chanel, Obsession (1985) van Calvin Klein, Roma (1987) van Laura Biagiotti en Byzance van Rochas (idem).
Door ruikend, laat ik de klok doortikken om ergens haperend te stoppen tussen 1953 en 1939. Want de naam bevestigt de allure en klasse waarmee een – klassieke – chypre wordt geassocieerd: Avenue Montaigne – waar Christian Dior in 1947 als een van de eerste couturiers zijn huis opende. Ik weet niet of de neus zich hiervan bewust is, maar door de naam komt direct een andere chypre-klassieker in herinnering – inderdaad Miss Dior (1947).
Wat is zo mooi aan Avenue Montaigne: het idee dat je dus met een old school chypre vandoen hebt alleen geplaatst in een luchtig, transparant aura – meer anno nu dus. Ik ben niet de enige: heb al verscheidene chypre-fans Avenue Montaigne blind laten ruiken. En die zijn allemaal aangenaam verbaasd als je merk en jaar van lancering onthult.
HOE SPREEK IK CHYPRE EIGENLIJK UIT?
Nieuw: Geurengoeroe geeft les met behulp van anderen. Want waarom zelf doen, als anderen al het gedaan hebben. Vandaag les 1: hoe spreek ik chypre uit? Fonetisch zo ongeveer: cjjjiihiepre. Gaat dat niet lekker, kijk dan naar de videoclip.
WAT AVENUE MONTAIGNE IK EIGENLIJK?
Iets absurds. In de zin van: behalve patchoeli wordt er met geen enkel klassiek chypre-basisingrediënt gewerkt. En toch is het ‘parfum-thuiskomen’-gevoel er. Het ‘chypret’ vanaf het begin. Door de topnoten heen ruik je al de mossige basis. Die topnoten lijken op papier een beetje girly door framboos en braam. Maar in real valt die fruitige zoetheid mee: alsof ze samen met grapefruit als water dienen voor de vaas waarin een bos fresia’s zijn best doet – de bloemige frisheid hiervan bepaalt eigenlijk de toon, want wordt voorgezet in het hart: aan de vaas worden roos, jasmijn, tuberoos en gardenia toegevoegd. Een beproefde luxe combi die niet al te opulent is (zoals bij de klassieke chypre).
Dankzij de fresia dus, die nu gezelschap krijgt van de luchtige waterlelie (een fantasie-ingrediënt by the way). Gaat allemaal mooi over in de basis – zonder eikenmos en cistus labdanum. En toch denk je die te ruiken. Heel slim: de combi patchoeli en perzik – is bijna chypre. Warme aardheids gecombineerd met fruitige sensualiteit. Tenminste als je uitgaat van twee klassiekers. Mitsouko van Guerlain (1919) en Rochas’ Femme (1945). De eerste met zijn beroemde perziknoot, de tweede met zijn beroemde perzik- en pruimtoevoeging. Musk geeft een zwoel, warm behaaglijk randje. Maar ik drink de hele flacon van Avenue Montaigne leeg (100ml in dit geval, zoveel goedkoper in vergelijk met 50ml) als er niet meer ingrediënten in Avenue Montaigne zitten. En is de jasmijn geen hedione? Ik ben geen chemicus – word ik in een volgende leven. Tanja Deurloo even bellen.
Moet gezegd: Avenue Montaigne mist de rijkheid en mysterieuze diepte van vintage Mitsouko en Femme, maar het gevoel is er. Noem het chypre light maar dan in de goede zin van het woord. Meer zon, minder maan.