OP VLEUGELS VAN
‘EEN GODDELIJK MIDDELTJE OM U EVEN EEN GOD TE WANEN’
Jaar van lancering: 2016
Laatst aangepast: 18/09/16
Neus: Mathilde Laurent
Geurengoeroe heeft zich voorgenomen om tijdens zijn ‘long(d)read’ bespiegelingen niet meer de bedoelingen van de het merk mee te nemen. He lets the perfume speak. Niet altijd even makkelijk. Vooral als hij een flacon ziet waarvan hij ‘per direct’ denkt: why and why so difficult? L’Envol van Cartier dus. Eerste indruk – Cartier vergeef me! – Hugo Boss. Komt door de dop en het rode ‘Hugo’-labeltje. Tweede indruk: een hoog test tube-gehalte. En dat past natuurlijk naadloos in de ‘lab-trend’ van nu, en ooit begonnen met Le Labo. Zeg maar een ‘alpha male’-benadering. Niet de droom, de illusie (dat is voor ‘de vrouwtjes’), maar de chemie/wetenschap die dit allemaal mogelijk maakt. En dat terwijl de naam dit verlangen wel in zich draagt. L’Envol betekent De vlucht.
Ik fantaseer dat Cartier liever Envol (1981) had gebruikt, maar deze naam ‘is’ nog steeds bezit van Ted(je) Lapidus. De juwelier spreekt zelf van ‘een knap staaltje techniek; een ongeziene combinatie van traditionele glasblazerij (ampul) en de uitmuntendheid van de glasblazerij van de tafelkunst (glaskoepel)’. Snap u het? Geurengoeroe niet. Wat is er traditioneel aan de ampul, wat wordt verstaan onder tafelkunst? Nog zoiets: de glaskoepel is van plastic. Nog zoiets: ‘deze gebarentaal van mannelijke mechanica’ doet Geurengoeroe denken aan het helaas niet zo goed inhoudelijk uitgevoerde idee van een ‘directe’ Cartierconcurrent: Histoire d’Eau (2002) van Mauboussin (inmiddels verdwenen).
Dat dan weer wel: de ampul is navulbaar. Wil zeggen: wordt deze L’Envol je nieuwe klassieker, dan koop je een nieuwe volle ampul ‘die op zichzelf kan reizen’ en zich leent tot diverse gebruiken: ‘nomadisch of sedentair’. Doe maar duur! Sedentair: ‘een vaste woonplaats, verblijfplaats of standplaats hebbend’. Maar deze sedentaire mogelijkheid geldt alleen voor de 100 ml-referentie. Die heb ik, durf’m alleen niet los te draaien. Beter gezegd: lukt me niet.
Cartier gebruikt een chique doelgroepomschrijving die, als je even doordenkt, op bijna elke man kan slaan: de ondernemer, de hedonist, de ‘technofiel’, de terughoudende. En de naam: wel, je moet werkelijk over geen graantje gevoel of verbeelding beschikken om er niets mee te kunnen. L’Envol is een goed voorbeeld van hoe de consument door de uitgekiende marketing van de moderne parfumindustrie geur de laatste 50 jaar is gaan ervaren.
Er zit ook nog een stukje story telling bij L’Envol – er wordt gerefereerd aan een van de eerste ‘luchtacrobaten’ van de vliegtuigindustrie: Alberto Santos Dumont (1873-1932) een van de beroemdste vliegtuigpioniers rond de vorige eeuwwisseling én vriend van de Cartierfamilie. Om tijdens zijn heldhaftige pogingen ieder moment te weten of hij weer een record zou breken, vroeg Santos Louis Cartier in 1906 een klokje te ontwerpen dat niet aan een ketting zou hangen. Et voilà: volgens Cartier was het eerste polshorloge geboren dat in 1911 commercieel werd geproduceerd. Nog steeds in de collectie: Santos (1981).
WAT L’ENVOL IK EIGENLIIJK?
Heel veel als je het wilt. Zoals alle Cartiergeuren is ook L’Envol goed gemaakt. Dat is vanzelfsprekend: ‘haute jouaillerie oblige’. Alleen frappeert de geur niet in de zin van dat je reukzin een hoge vlucht neemt. Is toch meer marketing dan daadwerkelijk de gebruiker meenemen op een duizelingwekkende olfactorische escapade. Hiervoor moet je bij Cartier bij Les Heures – de nichelijn – zijn. Kom ik binnenkort echt een keer op terug.
De geur moet aangenaam vertrouwd ruiken voor de gemiddelde ketenparfumerieklant: een amberachtig met een fris halo. Het heeft voor mij een hoog jaren negentig feel. De opgegeven ingredriënten: ‘vernevelde’ musk, guaiac-hout, honing, iris, amber. Deze vernevelde musk garandeert een frisheid de gelukkig verder gaat dan de gemiddelde platte witte musk. Poederig (iris) zonder vrouwelijk te worden. Het hout is ook goed te ruiken. Beetje rokerig, beetje musky. En de amber is luchtig – beetje aards (patchoeli), beetje vanille-achtig, beetje tonkaboonachtig inclusief de honingzachte noten. Ofwel, een fusie tussen warm en fris, water en vuur.