‘BOHEMIAN RHAPSODY’
EXCLUSIEVE THEE VOOR DONKER-ROKERIGE GEUR
Jaar van lancering: 2016
Laatst aangepast: 24/06/16
Neus: Fredrik Dalman
Model: onbekend
Fotografie: Petrovksy & Ramone?
Concept & realisatie: Jeroen oude Sogtoen
Mona di Orio had van zichzelf een bohemienne uitstraling. Maar dan wel ‘à la facon parisienne’, beetje fin de siècle vorige eeuw. Dus eigenzinnig, maar bestudeerd. Maar niet aanstellerig gecultiveerd. Verfijnd met een rafelig beau chic, beau genre-randje. Dat was/is ook het dna van haar meeste geuren: ruw, ongeciviliseerd, aards maar toch in connectie met ‘het hemelse’; creaties niet gladgestreken door interventies van marketingpiepeltjes en testpanels. Wat krijg je dan? Geuren die door velen ‘best wel’ als moeilijk worden ervaren omdat ze net iets meer vragen van de consument.
Mona di Orio in combinatie met thee, lijkt op het eerste gezicht trend volgend, crowd pleasing, boring. De vraag: quoi de neuf? Want thee is sinds 1992 – met Bvlgari’s eerste geur Eau Parfumée au Thé Vert – een nieuw soort standaard geworden. En lijkt nu een inhaalslag te maken. Wil zeggen: hoewel gourmand (in hetzelfde jaar gepresenteerd met Thierry Muglers Angel) nog vaak het leidende principe is in geuren, presenteert thee zich sinds kort opnieuw. Niet licht, fris en energiek, maar donker, rokerig en broeierig.
Men neme: Eau Parfumée au Thé Noir (2016) van Bvlgari. Bohea Bohème volgt het zelfde pad, met dit verschil: minder voorspelbaar. En dat ligt niet alleen aan de gebruikte theesoort: wuyi, beter bekend als bohea die groeit op het Wuyi-gebergte – historisch een van de belangrijkste gebieden voor theeproductie – in China. Met name zwarte thee, waaronder lapsang souchong en da hong pao. Omdat de productie van bohea erg arbeidsintensief is, wordt wel eens gezegd – of je het moet geloven is wat anders – dat het gewicht ervan waardevoller is dan puur goud. En dat past perfect in de wereld van Mona di Orio: alleen met de meest verfijnde ingrediënten het klassieke parfumparcours opnieuw verkennen.
Wat ik jammer vind: het kiezen voor een model (plus kompaan vanaf de rug gezien). Het stuurt, of je het wilt of niet, toch je gedachten in een bepaalde richting. En dat is nu het prechtige van veel nichehuizen: gevrijwaard van beauty’s in veronderstelde prachtige en sfeervolle ambiances, geeft het je eigen associaties ruim baan waardoor je een band met een geur kunt ontwikkelen, en hierdoor je eigen herinneringen voor later – een van de uitgangspunten van Mona di Orio herself.
WAT BOHEA BOHÈME IK EIGENLIJK?
Een donkere, smeulende geur die rokerig begint en als hout (uitgedroogd zoet) eindigt. Bijna onmogelijk alle ingrediënten er stuk voor stuk uit te pikken. Zijn ook zoveel. Van b tot z: bergamot, blauwe kamille, benzoïne, buxus, bijenwas, dennenbalsem, eikenhout, geranium, iris, jeneverbes, kardemom, laurier, osmanthus, peper, populierknop, sandelhout, vanille, zwarte thee-olie.
Mijn eerste indruk: een flits van fris direct gevolgd door zwarte, rokerige, pittige thee plus een ‘gevoel’ dat denken aan leer (laurier in combi met jeneverbes?) met aardsgroene noten omringd door osmanthus (met zijn amandel-rozijnachtige geur met leeraccenten) die bloeit tijdens nachtelijke uren. Daarna: in eerste instantie eigenaardig en eigenzinnig stroef door de ongewone groene en houtachige noten van buxus, eikenhout, populier. Doet denken aan uitgedroogd kreupelhout waar hooislierten aan zijn blijven plakken.
Geleidelijk aan begint de zon te schijnen, maar wel tussen de takken en het gebladerte door. Er verschijnt een warmte, een lichte ‘stroefe’ zoetheid. Maar dit blijft elegant in balans door de droge noten. De iris lijkt – op de achtergrond weliswaar – alle noten aan elkaar te rijgen, geeft het een elegante, stroeve ondertoon. De derde keer dat ik stroef schrijf. En dat is Bohea Bohème in feite ook. Elegant, maar niet in klassieke zin. De compositie gaat tegen de vleug in, maar past tegelijkertijd in de trend van donkergestemde geuren die als het ware over oudh heen stappen voor intense, beschaduwde houtgeuren.
Maar is het een ‘echte’ Mona di Orio? Ik weet het niet. In de basis wel, de grondtoon klopt. Maar ik mis een flits van ‘gevaar’, een ingrediëntencombi met onverwacht effect dat je even naar adem doet snakken en doet beseffen ‘zo kan het dus ook!’