GEPARFUMEERDE VLINDERS VANGEN
ONBEKOMMERD PASTORAAL VERTOEVEN
Jaar van herlancering: 1999
Laatst aangepast: 06/05/16
Neus: Anne Flipo
De nichejacht op vlinders werd midden jaren negentig van de vorige eeuw geopend toen deze fijnzinnig gevleugelde insecten in de voor hun onnatuurlijke habitat nog maar zelden werden gespot: de parfumerie. Voor de Tweede Wereldoorlog vloog er sporadisch een naar binnen, meer verdwaald dan doelbewust: Bouquet de Papillons (1918) van Lubin, Papillon (1922) van Harriet Hubbert Ayer, Silver Butterfly (1927) van Delettrez.
Vreemd eigenlijk omdat vlinders zo tot de verbeelding spreken en, vooral in de stad, ons even een ‘natuurmomentje’ bezorgen, ons doen verlangen naar ‘Reizen en avonturen van mijnheer Prikkebeen’ (uit 1858 van Jan Goeverneus) naar wat onbekommerd pastoraal vertoeven. Door Boudewijn de Groot/Elly Nieman/Lennaert Nijgh in 1967 vereeuwigd met Meester Prikkebeen: ‘Hij staat in de sneeuw aan de poort van de stad. En prikt de dagen van december op zijn hoed’.
De dagen; dat zijn dus gevangen kapellen (vlinders) – dierenbeul! Prikkebeen vertrekt vervolgens in het door Rob de Nijs in 1974 gezongen Zuster Ursula naar Amerika waar het volgens hem beter kapellen vangen is: ‘Dag lieve rest van Nederland, dag lieve allemaal. Blijf maar rustig zitten in het Land van Maas en Waal. Ik kan alleen maar lachen, ik stap eruit, ik ga, mijn rugzak en mijn tentje mee, de vlinders achterna’ – driedubbele dierenbeul!
Annick Goutal brengt hierin verandering (en George Brassens zingt er ondertussen over). Niet in geur, maar in presentatie. De dop van haar beroemde bolflacon zijn twee kussende vlinders geïnspireerd op een art deco-flacon die ze ooit kocht op een vlooienmarkt. Uit die tijd stammen meer vlinder-geïnspireerde flacons. Prachtig in deze: de flacon (± 1924 zie foto) van Les Fontaines Parfumées de Grasse.
Het bracht vooral popsterren op ideetjes. Mariah Carey inderdaad, en in heel wat parfumpromotieclips dartelen talloze computergeanimeerde vlinders rond – juist op het moment dat ze in real life steeds minder worden gesignaleerd of je moet een vlindertuin bezoeken – om de hiervoor gevoelige ziel een droommoment te schenken en te wenken tot ‘en nu kopen, en snel een beetje, begrepe!’
La Chasse aux Papillons is in meerdere opzichten een kenmerkend parfum dat je zoals zoveel andere eigenlijk met terugwerkende kracht moet ruiken. Dus zonder de ‘ballast’ van wat na 1999 verscheen en de kennis van nu. Vergeet niet dat niche toen in zijn startblokken stond.
Afgezien van de inhoud merkte je ook aan de namen dat je met ‘iets anders’ vandoen had dan het reguliere aanbod: deze geuren werden niet gelinkt aan de typische verleidingsclichés: status, schoonheid, macht, luxe, aanzien en prettige vrouwelijke en mannelijke eigenschappen zoals verleiding en pure rauwe seks.
Wel aan een vleugje poëzie in ruime hoeveelheid. Zeg nou zelf: Diors J’adore, Yves Saint Laurents Baby Doll – alle twee in hetzelfde jaar gelanceerd en nu ook nog te koop – spreken minder tot de verbeelding dan La Chasse aux Papillons. De tegelijkertijd gelanceerde Dzing! en Passage d’Enfer idem dito. Geldt ook voor Goutals Ce Soir ou Jamais en Tiempe Passate van Antonia’s Flowers (ook beide 1999). Nu zijn dergelijke namen schering en inslag en daardoor ook bijna inwisselbaar geworden.
WELKE VLINDERS JAAG IK EIGENLIJK NA?
Vlinders die in een voorjaarstuin zijn neergestreken waar witte bloemen in perfecte harmonie naast en met elkaar bloeien. Fijnzinnig. Teder. Helder. Zuiver. Niet hard en niet te direct: alle verrassingen worden niet in één keer prijsgegeven.
Eerst een mooie zachte mist van citrusnoten met groene ondertonen waaruit eerst de oranjebloesem naar voren treedt gezegend met een eau fraîche-toets die geleidelijk aan voller en bloemiger wordt. Dankzij de hulp van een pure en heldere jasmijn; je ziet de zon schijnen. Hoe elegant mengt de tuberoos (met een coconut feel) zich nu in het geheel. Ook licht van toon, maar tegelijkertijd de ‘sensuele-indole’ noten van de oranjebloesem en jasmijn lichtjes versterkend.
Maar wat een rust, wat een onbekommerdheid en wat een tevredenheid roept het geheel op. Het knappe: oranjebloesem, jasmijn en tuberoos kunnen samen nogal heftig en ‘overbloemig’ worden. Is in La Chasse aux Papillons geen sprake van. Het geheim volgens mij: lindebloesem. Die tempert deze ambities, garandeert dat dit witte bloementrio in een voorjaarsstemming blijft, niet all the way gaat (aangewakkerd door een felle zomerzon), maar wel heel subtiel aan het geheel een honingzachte nuance geeft. Op het einde een lichte poederig toets, maar meer als regendruppels in plaats van ‘vlokken’.
La Chasse aux Papillons blijft een van de best verkochte geuren van L’Artisan Parfumeur. Logisch. Is een klassieker. Wel opvallend: de geur vervliegt snel, zoals een vlinder die je het ene moment nog ziet en dan in enen plotsklaps is verdwenen. Als ‘alternatief’ verscheen in 2007 een extreme versie – vreemd in dit verband qua naam. La Chasse intensifiée aux Papillons was ‘leuker’ geweest.
Maar het zal allemaal wel… ik ben méér dan tevreden met de gewone eau-de-toilette-jacht. Het leuke: door dit snelle vervliegen moet je vaker sprayen om dit vlindervlugge gevoel opnieuw te ondergaan.