CLICHÉ-VISIE OP DE VROUW RESULTEREND
IN ‘NIET VERKEERDE’, WAT ZEG IK, BOEIENDE PARFUMS
Jaar van lancering: 2011, 2012
Laatst aangepast: 14/06/16
Neus: Sidonie Lancesseur, Dorothée Piot
Normaal gezien ben je trots op je vakkundige achtergrond, vermeld je de adressen waar je de fijne kneepjes van het vak onder de knie kreeg, trots op je curriculum vitae. Dat klinkt vertrouwd en professioneel als je voor jezelf begint.
Dat geldt niet voor Nabil Hayari, hij zwijgt (uit bescheidenheid en/of discretie) over het afgelegde pad dat leidde tot roem in Parijs en de rest van de wereld. Ik bedoel dit klinkt wel erg vaag op zijn site: ‘He was drawn to the world of fashion from a very early age. Very quickly, his path led him to one of France’s prestigious fashion schools where he finished at the top of his class and where his talents caught the eye of the École de la Chambre Syndicale de la Haute Couture Parisienne. Exceptionally talented, Nabil soon became creative director at a fashion house in the famous Parisian Golden Triangle district where he remained for five years’.
Maar je wil meer, dus ‘young and ambitious, Nabil decided to create his own label in 2009, with the aim of bringing to life the type of gowns which women have always dreamed of wearing. His expertise has enabled him to create exquisite designs, dressing top models and princesses’.
Ook hier geen namen – ook hier wellicht bescheidenheid en/of discretie. Dat dan weer wel: om zijn creaties meer luister te geven Nabile ‘associates them with the jewelry of Peter Lang, who himself works with celebrities such as Nicole Kidman, Kylie Minogue, Pink and Beyoncé Knowles’. Maar dit is meer een indirecte link. Zoiets als zeggen dat je Beyoncé kent omdat de dochter van je buurvrouw bij haar interieurverzorgster is.
Maar Hayari is wel in een gat gesprongen. De klassieke Franse couturehuizen, in de ban van vernieuwingsdrift en celebrity-geilheid, hebben de klassieke klant aan kant gezet. De vrouw dus die wil schitteren in klassieke couture, geen uithangbord wil zijn voor filosofische statements verpakt in couturetreurigheid (zie de meest recente haute couture van Viktor & Rolf).
Ik heb niet echt zin me te verdiepen in zijn artistieke excercities op de catwalk – zal wel, ziet er in ieder heel mooi, heel klassiek, heel vrouwelijk uit – het gaat om de geuren, waarvan ik twee mannenversies al besproken heb.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Ik ben voor de zekerheid mijn parfumnamendatabase ingedoken om te zien of Broderie (2012) – ‘an ode to femininity’- niet eerder was gebruikt. And guess what? Verdomd. Nope. Verbazingwekkend, want zo voor de hand liggend. Want het is een van die technieken die geassocieerd worden met haute couture: fijn handborduurwerk vaak gedeeltelijk als versiering aangebracht op de rand van een kledingstuk of stoffen voorwerp.
Maar hoe zet je deze fragiele stofconstructie om in een geur? Ik denk aan licht en luchtig met een warme ondertoon om het contact tussen huid en kantwerk te symboliseren. Moet gezegd: Sidonie Lancesseur doet het goed, zeer goed. Zacht en zoet met zekere transparantie en ‘openheid’ gelijk de stof. Je krijgt het allemaal met een beetje fantasie. Geen ‘harde’ citrusopening, wel een elegante symbiose tussen perzik en mandarijn met op de achtergrond een idee van iets peperigs, iets houtachtig. Ofwel, een prikkelende zoetfrisse zachtheid.
De hoofdrolspeler – de lelie – detecteer ik niet echt. De gardenia (foto) wel, maar zeer minimaal. Het is eerder een warm, meer diffuus bloemenkantwerk. De afronding maakt het geheel nog zachter, maar indringend door minder patchoeli en meer sandelhout. Nu het merkwaardige: langer op de huid lijkt alsof de opening nog een keer als een briesje door het kantwerk van bloemen blaast.
Goldy (2012), hoewel ‘created to represent French luxury’, is oriëntalisme in overvloed en holt Guerlains Shalimar (1925) een beetje achterna. Maar met minder ‘drama’. Een smeulende jasmijn (begeleid door een groene, dennenboomachtige nuance) in de avondzon laat zijn indolen goed werken – je ruikt een aangenaam ‘viezig’ accent, geaccentueerd door oranjebloesemabsoluut met hetzelfde effect. Hier is opvallend dat Dorothée Piot het geheel niet laat verdrinken in het bad van romig sandelhout en musk (met poederige en vanilleachtige accenten). Want het cederhout garandeert een zekere strakheid, een droogte.
De naam Only for Her (2011) is nietszeggend, dat geldt niet voor de opening: de meest eigenzinnige van de drie: een vol-energieke uit zijn schil barstende grapefruit wordt gekoppeld aan een overdosis kardemon – die zorgt voor een frisgroene, groen-wrang accent dat je eerder bij ‘only for him’-geuren zou verwachten.
Hierachter verbergt zich een bijna aquarelachtige setting van bloemen. Hoe vederlicht, hoe pastelachtig zoet en fris deze guirlande van ‘Europese’ jasmijn, magnolia, pioenroos en fresia die ook ‘geurtechnisch’ om elkaar draaien. Dan weer eist de magnolia even de hoofdrol, dan weer de pioenroos, de jasmijn, de fresia. Heel elegant gedaan Sidonie Lancesseur! De basis doseert de patchoeli mondjesmaat en is ‘kamfervrij’, maar het sandelhout en de vanille gaan vrij uit. Die begeleiden dit sierlijke bloemenkwartet eerder, geeft ze diepte en volheid, dan dat het in deze warme weelde verdwijnt.
Ik kan niet anders zeggen: elegant vakwerk dit trio. Anders gezegd: ik ben aangenaam verrast omdat ik het niet had verwacht, gezien mijn vooringenomenheid betreffende Hayari’s couture. Weer wat geleerd. Broderie, Goldy en Only for Her zijn heel geschikt als instapniche voor vrouwen ‘die eens iets anders willen’ dan het gebruikelijke ketenparfumerieaanbod (uitzonderingen daargelaten waaronder Shalimar). En de echte nichers zullen ook niet teleurgesteld raken. Zijn ze het wel, dan zeg ik: ‘Ach gossie parfumsnob!’