HOE RUIKT EEN HAIKU?
ZOOOOO ZOEEEETTTT? SOOOO SWEEETTTT?
Jaar van lancering: 2014
Laatst aangepast: 16/02/16
Neus: Mirko Buffini
Heb even een snelle optelsom gemaakt. Volgens www.fragrantica.com zijn er op dit moment rond de 3350 parfummerken. Van Adidas tot Zwistal, van Acqua di Parma tot Zirh, van Agonist tot Zents. Tendens stijgend. Als je gemiddeld van tien nog steeds verkochte geuren per merk uitgaat, dan kun je uit 33.500 kiezen. Stel dat je die allemaal in een jaar wilt ruiken. Doen we! 917 per dag. Trekt je neus dit niet; zelfs als je het uitspreidt over vijf jaar, dan is het ‘testing, testing’ nog steeds too much.
Vraag: hoe kom je als consument bij het merk waar je de meeste feel mee hebt? Of andersom. Vraag: wat moet een merk doen om te zorgen dat de consument hem verkiest boven de andere? Los van acties in de winkel, los van advertentiecampagnes in de bladen, op tv en www, los van reuring creëren via social media? Als ik van mezelf uitga: door al dit promo-parfumgepaai laat ik mijn keuze steeds meer over aan het toeval. Eén daarvan: mensen vragen uit het vak. Een ander: de lokroep van een naam; eentje goed gekozen kan altijd op mijn ‘attentiewaarde’ rekenen.
Had ik dus met Haiku (2001). Kende het van naam: al jarenlang een van de populairste geuren van het huis-aan-huis-post-order-parfummerk Avon (anno 1886) uit Amerika. Niet van reuk. Zo te zien klopt de flacon met de uitstraling van de geur: de sereniteit van een Japanse tuin opgeroepen met yuzu, granaatappel, vijg, lelie, lelietje-van-dalen en jasmijn. Zeg maar Kenzo voor het klootjesvolk. Als Kenzo een geur zo had genoemd en op zijn ‘east meets west’ had geïnterpreteerd, was het een groter succes geworden dan zijn meest recente ‘speelse’ geuren.
De naam haiku heeft iets fragiels; verbeeldt een kortstondige euforische geestesgesteldheid gevat in een strak rijmschema (drie versregels met in totaal zeventien lettergrepen verdeeld over verzen van respectievelijk vijf, zeven en vijf syllaben) van een natuurgedicht. En daar ‘hoort’ naar mijn gevoel een lichte, beetje etherische geur bij, die klinken als zeventien geparfumeerde druppels die vallen op onbevlekt papier – zuiver en sereen.
Haiku van Mirko Buffini – nieuw Italiaans nichehuis met ‘oud’ nieuws: tot nu toe twaalf traditionele, handgemaakte, elegante en provocerende in eigen atelier vervaardigde parfums – is geïnspireerd op een haiku, tevens de bekendste, van de zeventiende eeuwse Japanse dichter Matsuo Bashō (1644-1694).
O, oude vijver!
een kikvors springt van de kant,
geluid van water
Dit geeft Buffini een glimp van de natuur. Zijn indruk: ‘Alles is helder, bijna triviaal, toch voelen we onbewust het heldere geluid van water dat de tijd onderbreekt van zijn vorige lange stilte’. Tussen twee haakjes: Matsuo Bashō was niet ‘zo maar’ een dichter: hij wordt beschouwd als een van de grootste haiku-meesters. In dienst van de keizerlijke familie – eerst als page – maakt hij zich hier rond zijn 28ste van los en trekt – onsterfelijke poëzie makend – met zijn volgelingen door het land. Moet je je voorstellen: Matsuo Bashō schreef zijn gedichten niet, maar sprak ze uit, die door zijn discipelen werden opgetekend.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
En dat is nu het vreemde: geen haiku. Geen Japans geïnspireerde geur opgebouwd uit zeventien breekbare bloemen in een halo van ‘watervloeiend groen’. Wel een vol-vette bloemengeur met een behoorlijke zoete gourmand-finish.
De opgegeven ingrediënten. Opening: wasbloem, damascena-roos, witte bloemen. Hart: cederhout, orchidee, vanille, bessen. Basis: witte musk, amber. Die worden samen aldus Buffini ‘een stille Damascusgeur van orchidee gekleurd door het wit van vlasbloemen. Amberbessen van vanille-musk’. On-haiku eindigend met ‘de openbaring van een vurige kus, ruikend naar rozen.
Tjonge, tjonge… eerst zo’n lang verhaal om pas in je laatste zin treffend het idee van je geur te verwoorden. Dat ‘vette’ begint ‘al’ in de opening door de klassieke citrusnoten te vervangen door de wasbloem. Latijnse naam: hoya bella met zijn zoet-waterige geur met lichte, vetachtige aldehydentoets zo lijkt het wel. Als luchtbelletjes gevangen in een vlies van olie. Geurengoeroe kan het weten: hij kweekte deze makkelijk tot bloei te krijgen hangplant een tijdje – ze geeft de vol-zoete roos samen met de moeilijk detecteerbare witte bloemen (jasmijn?, oranjebloesem?) eerst een lichte toets voor de roos voluit gaat bloeien.
Wel ‘apart’ dat je in het hart het hout eerder ruikt dan de smeltende, in volle druppels naar beneden vallende vanille. En wat is ze zoeeeettttt! Wordt opgevangen door veel warm amber en veel poederige musk. Voor mij richting boudoir. De geur is net te rijk en te vol om voor ordi en plat door te gaan. Bungelt voor mij tussen een Michelinster-toetje en zoet kermisgenot.