THE FAMILY FRAGRANCE SAGA CONTINUES
DE OVEREENKOMST TUSSEN MOZZARELLA EN EAU DE COLOGNE?
Jaar van lancering: 2016
Laatst aangepast: 02/02/16
Neus: Pierre Bourdon
‘Model’: Reynier Pozzo di Borgo (foto onder)
Concept & realisatie: Valentine Pozzo di Borgo
Toen ik voor het eerst naar New York ging, werd in Amsterdamse ‘welingelichte kringen’ de van waterbuffelmelk gemaakte porseleinwitte mozzarella geīntroduceerd als diner-entrée. Kocht je in van die authentieke, pittoreske toen nog niet als ‘lifestyle’ geclassificeerde winkeltjes. Lekker snob. Echt keuze had je niet: meestal van één ‘adresje’. Loop ik in the Big Apple een grocery binnen: mozzarellahemel – meer dan twintig merken. Maar om die nu allemaal te kopen voor een vergelijkend warenonderzoek in nuanceverschillen?
Ook had je begin jaren negentig in Amsterdam en omgeving nog maar één soort eau de cologne: 4711 en, nou vooruit die van de Hema, nou vooruit die van Boldoot. Guerlain, natuurlijk ook, maar mondjesmaat: zelfs de Mokumse smaakelite kende het gebruik en het verkwikkende effect ervan niet echt. Was in de VS anders: hoewel eau de toilette daar vaak als cologne (spreek uit op z’n Amerikaans) wordt geclassificeerd, was de keuze eveneens uitgebreider. Niet van de grote merken, maar meer van de ‘local brewers’. Het beroemdste voorbeeld: Florida Water (1808) van Robert I. Murray (nu Murray & Lanman).
De overeenkomst tussen mozzarella en eau de cologne? Een klassieke basisreceptuur die weinig variaties toelaat. Met andere woorden: ken je één mozzarella, dan heb je ze bijna allemaal geproefd – de gerookte versie uitgezonderd. Geldt dus ook voor eau de cologne. Hoewel de laatste jaren flink is geëxperimenteerd – warme colognes, avondcolognes, dagcolognes, patisserie-colognes, groente-colognes, witte musk-colognes – blijf ik de voorkeur geven aan de klassieke variant. Call me old school. Ik wil een klaterende prikkeling ervaren, splash!, klap in het gezicht. Ke-deng! Dat werk. Dat de citrusschillen als het ware de huid schuren elegant eindigend met een licht spoor van hout.
Doet 27 Février 1950. Maar toch. Is een ‘eaubade’ op Reynier Pozzo di Borgo. Wat de exacte familieband met Pozzo di Borgo’s oprichtster is, wordt me niet geheel duidelijk. Oomlief? Zijn ‘biografie’ op de homesite van het merk is nogal vreemd opgesteld so to speak: ‘On February 27, 1950 was born Reynier Pozzo di Borgo. This lover of French heritage has spent his life raising and maintaining the old stones as an architect’. Liefhebber van Frans erfgoed? Ben ik ook! Wie niet? Oprichten en onderhoud van oude stenen? Kan het vager? Even gegoogeld. Wat blijkt? Eerst graaf, vervolgens sinds 2008 zesde hertog Pozzo di Borgo is een in Tunesië geboren architect. Zelfs zijn Parijse adres wordt vermeld – geen ‘verkeerd’ arrondissement. Ik ben erg blij dat hij ‘now focuses on renewable energies and creates a collection of citrus in Corsica that he appreciates the sweet flavors and fragrances’. Het staat er echt. Renewable energies, klopt volgens http://www.journalistes.engie-ineo.fr. Maar beheert hij nu citrusgaarden of heeft hij gewoon ‘gezellig voor de sfeer’ op zijn Corsicaanse veranda diverse struiken en bomen uit de citrusfamilie in van die mooie, bakstenen potten staan? Het wordt me niet duidelijk. En ik hou ook van zoete smaken en geuren! Wie niet?
Ik ken hem niet dus niet persoonlijk, maar afgaande op een recente foto – in tegenstelling tot de ‘jeugdherinnering’ van hem gebruikt ter illustratie van 27 Février 1950 – komt hij over als een ‘estheet, tolerant, gevoelig, elegant’. Het kenmerkt hem volgens Valentine Pozzo di Borgo en de potentiële drager van deze – moet gezegd – elegante eau de cologne…
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
… maar niet zo eigenzinnig als verwacht. Valentine Pozzo di Borgo laat zich er nog al op voorstaan dat ze van adellijke alternatief-chic komaf is. Maar dat ruik je niet echt in 27 Février 1950. Maar al haar geuren ‘wrijven en schuren’ trouwens niet – figuurlijk. Zijn niet onderscheidend. Zo ook 27 Février 1950: niche voor beginners. Maar die wrijft en schuurt gelukkig wel – letterlijk. Zoals al gezegd: verplicht voor een eau de cologne. Je ruikt door de eclatante frisheid direct de kwaliteit van de ingrediënten. Pierre Bourdon zegt over de compositie, alleen weer zo krom Engels genoteerd: ‘created this fragrance especially for him – Reynier dus – as a ballad in family Corsican lands’. En eindigt met een gaap-gaap-nog-een-keer-gaap ‘27 Février 1950 is a powerful fragrance that leaves a present wake and assures a silhouette as a character trait’.
Het klassieke aspect: citroen – in volle golven uit de flacon ontsnappend – en lavendel die deze citrusnoten geleidelijk aan een licht-subtiele, bloemige zoetheid geven. Gaat naadloos over in het moderne aspect: vijgenblad (groen, wrang, bitter) en mirte (zie foto). Grieks voor struik der liefde (en mooie meisjesnaam) die het groene idee doortrekt en deze eau de cologne een licht etherische toets geeft. Niet zo vreemd: de geur kan het best worden omschreven als zwevend tussen jeneverbes en eucalyptus. En dit ‘alles’ wordt ondersteund door een niet genoemde houtachtige basis – hetgeen de ‘strakheid’ van 27 Février 1950 verklaart.
We eindigen met een cliché: kan niet wachten tot Valentine Pozzo di Borgo de opa van Reynier (haar overgrootvader?) kiest ter inspiratie voor haar nieuwe geur: Xavier Givaudan (1867-1966), oprichter van – nu – de belangrijkste parfumingrediëntenproducent. En dan geen instapniche maar niche in de overtreffende trap graag. Noblesse oblige.