PARADISONE EN ORBITONE GEOPENBAARD
IN NAAM VAN DE WETENSCHAP, IN NAAM VAN DE POËZIE
Jaar van lancering: 2015
Laatst aangepast: 17/12/15
Neus: Patricia Choux, Frank Voelkl
Concept & realisatie: Karl Bradl (links op foto), Carlos Quintero
Gebeurt niet vaak dat ik direct wordt getriggerd – gegrepen is een te groot woord – door een nieuw label. Door ervaring wijzer, prik ik zo snel mogelijk door de marketingballon heen. Want zoals bekend: te veel gebla-bla-bla-bla-bla geserveerd met ‘vanzelfsprekendheden’ waar je het niet over moet hebben in de nichekringen.
Ga je vanuit, dus niet chic: ‘werken met de beste ingrediënten’, ‘getalenteerd parfumeur’, ‘exclusief’ en meer van dit soort ‘gôh-is-ut-echt?’-platitudes. Maar een inventief, goed onderbouwd verhaal en je hebt me. Dus toen ik hoorde van Nomenclature begon ik te spinnen. Want: slimme naam; kennis en bagage vermoedend. Nomenclatuur betekent in het algemeen: naamgeving. Wetenschappelijk: het systematisch benoemen van planten, dieren, chemische stoffen, etc. Doel: eenduidige communicatie waardoor de naam voor iedereen die ermee werkt dezelfde betekenis heeft.
Bij de bedenkers van Nomenclature heeft dit geleid tot een variatie op een thema in gang gezet door Geza Schoen van Escentric Molecules: ‘onmisbare’ basisingrediënten in de bereiding van geuren, worden puur en – bijna – zonder opsmuk gepresenteerd. In feite is het een anti-beweging wars van ‘doorgecomponeerde’ en ‘dood-geproefpanelde’ composities die als hoofddoel hebben: zoveel mogelijk mensen behagen. Dat kan dus niet, moet je ook niet nastreven, maar gebeurt dus wel. Resultaat: ‘non offensive’ en ‘office wear’ geuren, prettig in het ‘gehoor’ maar die je niet echt kunt betrappen op eigenzinnigheid – een steeds vreemder wordend goed in de wereld van fashion, styling en lifestyle.
Net zoals Geza Schoen willen ook Karl Bradl – dit keer ook weer heel ongedwongen, natural geportretteerd – en Carlos Quintero – wat een ijdeltuit – een aantal ‘mythes’ ontrafelen, blootleggen en puur met de gebruiker delen. Dit lees ik op de site van www.skins.nl die de geuren verkoopt: ‘Nomenclature eert ontwerpen uit de parfumchemie door de meest inspirerende, exclusieve moleculen te tonen. Zo exclusief, dat sommige ijverig worden bewaakt door geurfabrikanten’. Dat klopt dus niet: want anders had Nomenclature zijn geuren niet kunnen lanceren en volgt de concurrentie vaak snel met eigen variaties op gepatenteerde ‘exclusieve moleculen’.
Neem de synthetische variant van ambergris, ambrox. Ontwikkeld in 1950 door Firmenich op basis van salie, wordt inmiddels ook aangeboden als ambroxan en cis-abienol. En Iso E Super, nog zo’n geliefd ‘basisgeluksmolecuul’, koop je sans problema’s bij Alibaba. Ter verduidelijking: deze komen niet in de besproken geuren voor.
Verder: ‘Met een serie van transparante en gestroomlijnde composities verkennen Karl Bradl en Carlos Quintero – de mannen achter Aedes de Venustas – hun complexe facetten en potentie als voortrekker. Het merk wil laten zien dat deze door de mens gemaakte bruggen tussen poëzie en wetenschap een eigen schoonheid hebben: de schoonheid van moderniteit’.
Mannen, is toch prachtige omschrijven: ‘Door de mens gemaakte bruggen tussen poëzie en wetenschap’. Want dat is in feite de essentie van parfumcreatie: in cleane laboratoria moleculaire kennis omzetten in composities die je laten verwonderen, dromen en fantaseren, etc.
De presentatie: ik heb ‘test tube’-flacons in combinatie met parfums overtuigender vormgegeven gezien. Moest mijn geheugen even kraken, maar daar verschenen de (oude) versies van Halstons Catalyst (1993) en Zero Plus (2000) van Diesel. Beetje nog in een proefstadium voor mij. Het koel-kille en klinische laboratoriumgevoel ontbreekt in contrast met de ‘poëtische’ inhoud. Had daar een ontwerper uit de dutch droogdesign-hoek op gezet en het resultaat was…
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Wat ik vreemd vind: de namen van de geuren zijn niet vernoemd naar desbetreffende ‘geluksmoleculen’ – kwestie van copyright? – maar prikkelen doen ze. Efflor_esce: met een beetje fantasie lees je flor en iets dat lijkt op essence. Boodschap duidelijk. Het bedoelde molecuul is paradisone. Persbericht: ‘Gepatenteerd door Firmenich in 1996, is de puurste, meest zeldzame en krachtigste vorm van de van nature in jasmijn voorkomende verbinding’. Beetje vaag en krom.
Hier hebben we meer aan: ‘Het engelachtige aroma van miljoenen bloemen, een wervelwind van tederheid en diffusie’ (zegt Arcadi Boix-Camps). Nog meer: ‘Frank Voelkl blaast een hemelse bries over een Hof van Eden-achtige Siciliaanse boomgaard. Geraakt door de stralende ziel van jasmijn, ontvouwen het fruit, de blaadjes, twijgjes en oranjebloesem hun intense, zonnige geuren. Bergamot voegt een peperig sprankeltje toe, osmanthus (foto) zijn abrikoos-achtige geur en tuberoos haar bedwelmende sillage. Dit is de natuur, maar dan beter: bestemming het paradijs’. Laat laatste onze lieve God in de hemel niet horen… Maar qua geur valt hier ‘poëtisch’ weinig tegen in te brengen. Teder, zacht, lieflijk, vrolijk… bloemblaadjes in een wervelwind in zonnige contreien.
Alleen, wat niet duidelijk wordt: is deze compositie puur paradisone of zijn andere moleculen toegevoegd om de geur een eigen karakter te geven.Ik ruik osmanthus maar is die nu onderdeel van of toegevoegd? Dit gaan Bradl en Quintero helemaal niet leuk vinden: Efflor_esce doet me denken aan Eau de Paradis (2010) en Eau Pure (2008) van Biotherm, waarin niet paradisone maar een ander ‘basismolecuul’ – cascalone – op de achtergrond voorbij kabbelt, maar met bijna hetzelfde effect.
Dus conclusie: aangenaam, maar verdient het de kwalificatie niche? Om toch even in nichesferen te blijven: Efflor_esce doet me qua luchtigheid, Eden en osmanthus ook denken aan Dyptique’s Florabella (2015).
Orb_ital – gemaakt door Patricia Choux – staat haaks op Efflor_esce. Goed als contrast. Reikt Efflor_esce naar de hemel, Orb_ital laat je met beide voeten in de aarde staan. Heftig, krachtig, donker, ‘stuurs’, muf en vies waardoor de niche-link meer gerechtvaardigd lijkt.
De kracht van het gebruikte molecuul orbitone aldus het persbericht: ‘Het verzacht andere materialen, vermindert spanningen tussen musk, houtachtige en bloemige noten, en zorgt ervoor dat parfum zo luchtig als wolkjes kan zijn’. Dat is het: het contrast tussen hard (cederhout) en zacht (hindinol met de ‘romige’ kwaliteit van sandelhout en eigenlijk een ‘stermolecuul’ op zichzelf) maar met nog steeds sterke houtaccenten. Die worden zacht gekneed (door musk) terwijl het ondertussen in brand wordt gezet: rokerig en broeierig – wierook dus – met rondspringende vonken van koffie en tabak.
Had ik graag wat langer willen ruiken: de opening van viooltjesblad en rabarber. Knisperend groen, beetje wrang, live uit de grond getrokken. Mooi is hoe in Orb_ital de peper zich langzaam losmaakt van het geheel, begint te prikkelen zonder echt scherp te worden. Want de ‘reeds opgedane’ warmte die blijft zonder een veiligheidsdeken te worden – daarvoor heeft de industrie cashmeran bedacht. Ik zelf moet denken aan ‘amber-peper’. Die warmte komt op conto van de wierook: blijft maar door roken in Orb_ital en het in vuur en vlam zetten van het geheel.
Zitten nog twee andere geuren in de lijn: Adr_ett en Iri_del. Nog niet geroken. Ben heel benieuwd hoe dit concept wordt ontvangen. Vooral door Escentric Molecules-fans.