KLASSIEKE CHYPRE REVISITED
MOOI GEDAAN DAT WEL
Jaar van lancering: 2015
Laatst aangepast: 29/01/15
Neus: Liz Moores
Te koop bij: www.perfumelounge.nl
Veelvuldig vereerd in de schone kunsten (Caravaggio, Gustav Moureau en Gustave Klimt schilderden haar, Richard Strauss wijdde een opera aan haar gebaseerd op het gelijknamige toneelstuk van Oscar Wilde), is Salomé naar huidige maatstaven een verwend, decadent nest dat je – ik ben de eerste – direct naar de eerste de beste kostschool zou sturen voor een hersocialiseringscursus.
Ze was de vijftienjarige ‘bitch daughter’ van Herodias uit haar eerste huwelijk met Herodes Philippus. Salomé (Hebreeuws voor… het is echt waar… ‘de vrederijke’) bracht door haar dansen haar stiefvader en oom, koning Herode Antipas, zo in vervoering (lees: werden zó geil) dat zij hem op instigatie van mammalief, om het hoofd van de gevangen gehouden Johannes de Doper vroeg. Met dit afgehakte hoofd voerde ze een stripstease avant la lettre op. Van de door haar zeven sluiers verborgen lichaam, resteerde aan het einde van haar exotisch-morbide act geen een meer… oh-la-la!
Salomé is door de mannen lang gedomineerde kunstwereld de personificatie geworden voor de gevaarlijke vrouw. Liz Moores raakte gefascineerd door Salomé door een jarentwintigfoto (kan ik niet vinden op www). Haar doel: een parfumcreatie zo raadselachtig en aanlokkelijk als de ‘sirene’ op de foto en verrijkt met de ‘betoverende’ literatuur over Salomé.
Gezien haar filosofie logisch: ‘Many of my perfume creations are greatly influenced by periods of history, romantic and literary concepts, nature, people and artwork; much like a painting or a piece of poetry it is the fragments which are extracted from these muses that combine and make something entirely new’. Daarnaast: welke vrouw – including Liz Moores – is af en toe niet in het diepst van haar gedachten een stripteasende Salomé? Zoals veel mannen nu dromen van hoe zo de wereld redden in de hoedanigheid van de chique-versierende 007 Daniel Craig.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Let wel: de compositie is een beauty maar ‘not something entirely new’. Begrijp dus ook niet het über-enthousiaste onthaal van Salomé op de wereldwijde parfumblogs ‘die er toe doen’. De reacties balanceren voor mij tussen ‘de vader is de wens van de gedachte’: er wordt meer gehoopt op vies dan dat daadwerkelijk in de compositie zit, en het ‘ontkennen’ van het feit dat de geur niet meer en niet minder de – inmiddels – zoveelste moderne variatie op de klassieke – dierlijke – chypre is.
En wat dat dierlijke betreft: niet echt schokkend. Mijn eerste associatie: vintage Miss Dior (1947) door de vanzelfsprekend elegante wijze waarop de bloemen een animaal randje krijgen, ingegeven door de wetenschap dat een klassegeur een ‘vies’ detail moet hebben om te kunnen stralen. Dat ‘vieze’ geeft de geur juist verfijning en klassieke verleiding. En wat de bont-associatie betreft, nu als exceptioneel beschouwd, dat was tijdens de ‘Miss Dior-jaren’ in de parfumwereld vanzelfsprekend.
Gewoon mooi de klassieke chypre-ontwikkeling. Ofwel, de link met bergamot in de opening met eikenmos en patchoeli in de basis waarom heen een breed palet met rijke noten. Trouwens lang geleden dat ik zo’n vliegensvlugge opening heb geroken: het moment dat je bergamot en oranjebloesem herkent, zijn ze al verdwenen om plaats te maken voor een hooiachtige noot als perfecte opmaat voor de bloemen: een zuiver-klassieke combi van roos en jasmijn die een ‘vintage-feel’ krijgt door anjer.
De basis is een etalage van dierlijke sensualiteit: tabak – animaal op ‘zijn’ manier; zie de geur gisteren besproken: Parfum d’empires’ Tabac Tabu (2015) – styrax, leer, komijn, berk, bevergeil – en voor mij nieuw – hyraceum. Ofwel, de excrementen van het ‘steenkonijn’ – ach gossie op de foto – dat als tinctuur een passend alternatief is voor echte musk. Maar zoals gezegd, netjes en ingehouden. En het dierlijke in Salomé komt volgens mij grotendeels op conto van komijn. Dit tot poeder gemalen zaad heeft het effect van menselijk – of zoals je wil – dierlijk zweet.