MIDDEN-OOSTEN MYSTIEK
VERY NICE, VERY NICHE (FOR BEGINNERS)
Jaar van lancering: 2015
Laatst aangepast: 12/09/15
Neus: helaas onbekend
Concept & realisatie: Hubert en Isabelle d’Ornano
Historische inspiratie voor Soir d’Orient. In het kort: Andalusië, in het bijzonder een paleis in Sevilla gebouwd ‘tijdens’ de Spaanse gouden eeuw, de periode van convivencia… we verlaten de tuinen en dringen door tot het van rijke ornamenten voorziene hart van het paleis’.
‘Gebouwd in de gotische mudejar-stijl tijdens de regeerperiode van Alfons X die ons herinnert aan de tijd van de Moorse invasies en Spaanse veroveringen… Een tijd waarin geuren van het westen zich mengden met die van het Nabije Oosten. In Andalusië valt de ondergaande zon over de oude muren, licht de azulejo-tegels met een metallic glans op en onthult de betoverende magie van Soir d’Orient’.
Iets exacter: convivencia betekent de wederzijdse religieuze, wetenschappelijke, culturele en artistieke beïnvloeding tussen moslims, joden en christenen in Spanje. En de Mudejar-stijl in het bijzonder verweeft moslim- en christelijke kunstvormen. Dat gebeurde vanaf de Moorse invasies (711) tot het moment dat het über-katholieke Spaanse koningspaar Isabella I van Castilië en Ferdinand II van Aragon met de door hun succesvol geleide Reconquista hier een einde maakte in 1492 – het jaar waarin Christopher Columbus een nieuwe weg over het water zocht naar Indië en verder.
Tijdens deze kruisbestuiving werd op het schiereiland de Arabische parfumcultuur geïntroduceerd (denk aan oranjebloesem) en door kruisvaarders ‘parfumingrediënten’ (iris, saffraan, hyacint, wierook) uit het ‘beloofde land’ mee naar Europa gebracht. Om de constante aanvoer van exclusieve waar (denk sandelhout, denk musk) voor de Europse elite via de Zijderoute (na de val van het Romeinse rijk in tact gebleven) niet te vergeten.
Geurengoeroe zegt: Soir d’Orient is heel mooi én is heel slim. Slim: de compositie is very marketing driven. En daar is niets op tegen. Want de geur beantwoordt helemaal aan de wens van een groeiend aantal consumenten die kennis wil maken met niche maar nog niet exact weet hoe dat precies ‘in zijn werk gaat’. Dat wil zeggen een krachtig parfum dat qua ‘beproeving’ verder gaat dan ‘niet-weer-hè’-gourmand en de roze gestemde lichte bloemenroes (vastgeplakt aan door witte musk poederig gemaakt blank hout) die nu vooral de toon bepalen.
Vinden ze dat in hun favoriete ketenparfumerie? Of moeten ze over de, voor velen hoge, drempel stappen van de nicheparfumerie? Geurengoeroe antwoordt: laat de drempel voor wat het is: Soir d’Orient is niche in de ketenparfumerie. Sisley vertolkt in deze geur de stemming die al langer in nichekringen heerst: en die is ‘gesluierd sensueel’, want geïnspireerd op het wonderhout dat vanaf ongeveer 2000 vanuit Saoedi Arabië de wereld heeft veroverd, nog steeds aan het veroveren is: oud, of oudh, of adelaarshout. Ruik je Soir d’Orient blind, grote kans dus dat je het Midden Oosten als herkomstgebied door je gedachten flitst. Want deze contreien staan al jaren synoniem voor oud in combinatie met volle, overdreven geuren die vooral lak hebben aan die één ding: bescheidenheid. En de bewoners van het Arabische schiereiland krijgen er maar niet genoeg van: Europese en Amerikaanse parfumhuizen maken special oud-collecties voor het Midden-Oosten die je, no problema’s, via internet ook thuis bezorgd krijgt.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Soir d’Orient is bij mijn weten een van de eerste geuren, afgezien van Yves Saint Laurents M7 (2001) en Christian Diors Fahrenheit Absolute (2009), die oud zo overtuigend in een geur verwerkt en die je in de ketenparfumerie kunt kopen en geen moeite doet om de werking ervan te maskeren. Verschil: Soir d’Orient is er slechts voor haar. Vertel je dat aan mensen op het Arabisch Schiereiland, die beginnen dan direct te lachen. Waarom: oud doe niet aan geslachtsdiscriminatie.
Nu de grap: in Soir d’Orient schittert oud door afwezigheid, maar de ingrediënten roepen samen wel de kenmerkende oud-sensaties op die je op de achtergrond ruikt: smeulend, kamferachtig, apothekers-etherisch. Trouwens, volgens Frédéric Malle zitten in de als ‘echt oud’ gepresenteerde geuren geen druppel van dit kostbare hout. En dat zoiets heel goed mogelijk is, bewijst Baruti met zijn geur Nooud (2014). Ofwel, Geenoud of geen oud.
Hoe krijg je het oud-gevoel zonder oud in een geur? De kortste ‘keten’ in deze: patchoeli en wierook. Dat is de basis: wierook geeft de bosachtige, ‘vochtige’ patchoeli op alternatieve wijze het kamferachtig, apothekers-etherisch effect. Om dit minder cru te maken, wordt de compositie eigenlijk ‘vanaf onder’ opgebouwd om te garanderen dat deze oud-sensatie wordt opgesierd met andere ingrediënten zonder die weg te poetsen. En dat doe je dus met de ideale niche-combi van nu: saffraan (foto) en roos. De eerste geeft de pittig-frisse opening van Italiaanse citroen (meer) en Iraanse galbanum (minder) een licht-zoete, beetje stroef-ronde toets. En dat is nu synoniem met chic in parfumkringen. En hetzelfde doet saffraan met de Turkse roos en Egyptische geranium (ruikt naar roos alleen frisser en groener).
Maakt het ‘roosgevoel’ minder fruitig, minder zoet. Peper (uit Madagaskar) zorgt voor een extra dimensie en garandeert dat de patchoeli-basis van ‘oud’ blijft resoneren. En garandeert tegelijkertijd dat de Somalische wierook ondanks het zwaar-oosterse karakter ‘open’ en vol lucht blijft (is wat anders dan luchtig).
Soir d’Orient wordt gepresenteerd als een vrije interpretatie van Eau du Soir. Niet helemaal mee eens. Het is een op zichzelf staande geur die het klassieke chypre-concept eigenzinnig interpreteert. Meer oosters, minder Europees, door het accent op roos in plaats van op jasmijn. Moet wel gezegd: ben je al helemaal ‘into niche’, dan zal Soir d’Orient je bekend voorkomen door de bijna inmiddels klassieke ‘geur-dna’ van saffraan, roos en patchoeli. Alleen, ‘door dit alles’ bevindt zich voor mij het door Hubert en Isabelle d’Ornano gedroomde paleis niet op het Iberisch, maar op het Arabisch Schiereiland.