TUSSEN MASS-NICHE EN AUTHENCITEIT
Jaar van lancering: 1982/1995
Laatst aangepast: 21/07/15
Neus: Olivier Creed
Was bij een vriend/collega op bezoek in Antwerpen. Ging zijn badkamerplankje inspecteren. Direct werd me duidelijk dat niche en masstige voor velen eigenlijk niet zoveel uitmaakt. Ook niet voor hem. Wat telt: ruikt het lekker? Niet echt de naam. En uit zijn geurplankje kon je eveneens niet een bepaald type of karakter detecteren, gezien de samenstelling voor een groot gedeelte op toeval berust. Wat voor veel mensen geldt: die krijgen geuren vaak cadeau. Sommige had hij zelf gekocht waarvan één uit sentiment: Roma Uomo (1986) van Laura Biagiotti. De reden: hij had er een tijdje gewoond en komt er nog steeds vaak. Paco Rabanne’s 1 Million (2007) was een cadeau, net zoals Eau d’Amsterdam (2014) van kunstenaarsduo Saskia Hoogendoorn en Lieuwe Martijn.
Twee sprongen er wel uit voor mij: Baie de Genièvre (1982) en Millésime Impérial (1995). Goede aanleiding om Creed weer een keer te bespreken. Interessant: de eerste is een ‘Creed’ lang voor het huis ‘bij het grote publiek’ bekend werd als een vintage- en nichehuis, de tweede toen Creed voorzichtig begon mee te liften op een nieuwe beweging in de parfumerie die met terugwerkende kracht nu niche wordt genoemd. Bij Baie de Genièvre dus nog geen ‘story telling’, luxelink (werd toen als vanzelfsprekend verondersteld) en leuke weetjes en watjes, wel: gewoon een krachtig parfum leveren.
Millésime Impérial is daarentegen in boodschap erg behaagziek en wil met een onduidelijk petit royalty-verhaallijntje een nieuwe generatie consumenten met een nauwelijks klassieke doelgroepachtergrond verleiden met gaapgaap-clichés die staan voor luxe, exclusiviteit en rijkdom. Ga maar na: ‘Oorspronkelijk gecreëerd voor een koning, is Millésime Impérial voor personen van gestalte. De geur is beroemd vanwege zijn gouden look en past daardoor perfect bij een Oscar, Emmy, Grammy en Tony, en is een reden voor de aanhoudende populariteit bij ’s werelds topentertainers – mannen en vrouwen. Millésime Impérial is letterlijk de gouden standaard in geur’. Zo! Nou jij weer! En: is dit nu ingetogen Creed-chic: het niet vermelden van klinkende namen? Toets als zoekopdracht ‘celebrities using Creed’ in en je struikelt over ze…
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Millésime Impérial is een typische jaren negentig-geur door het verwerken van een aantal populaire trends: met name zoetige bloemen vermengd met een opvallende marine-noot die samen de – toen nog – luxewereld van de Middellandse Zee moet oproepen. Toen al schering en inslag, nu eigenlijk nog steeds een leitmotiv voor veel parfumhuizen. Ik moet zowel denken aan L’Eau d’Issey pour Homme (1994) die met een beetje fantasie is vermengd met Diors Fahrenheit (1987) Dior. Maar ook aan de eerste geur van Kiton (1999).
Maar dan gemaakt met goede kwaliteit-ingrediënten. Na de citrusexplosie van citroen en bergamot – ‘zoet-zout’ gemaakt door mandarijn bespikkeld met zoutkorrels – ontvouwt zich langzaam parallel een droog-groene en zoetpoederige geurlijn. De eerste opgeroepen met hout, de tweede met iris en musk. En dat hout is mooi droog met een groen-kruidig ondertoontje. De iris blijft ondanks de musk poederig, wordt er eerder zoeter en gladder door. Als je bij het ruiken van de geur moet denken aan de mediterrane wereld dan zit je goed. Haal je er direct Sicilië uit, dan: bingo! De inspiratiebron. Maar dan wel de chique toerist-ambiance van hotels, restaurants en cultuur van het eiland in plaats van de een ruwe, woeste natuur.
Die ervaar je eerder en in Baie de Genièvre (volgens mij alleen nog maar te koop via vage koopsites). Hierin ‘hoor’ je op de achtergrond de Etna uitbarsten, de lava de jeneverbes in vuur en vlam zetten en zijn bitterfrisse en ijle noot versterken. Zelfs het rokerige wierookaspect dat jeneverbes ook kan hebben neem je zelfs waar na een flits van bergamot. Het heeft een eruptie-effect: alles de lucht in. Als de kruidigheid is neergeslagen op de bodem, neem je een andere kruidigheid waar die doet denken aan groen-houtig, maar zalvend zoet galbanum. Bij flink door ruiken blijkt het een mix te zijn van kaneel en vetiver. Interessant dat deze oosterse zoetmaker en deze droge wortel samen hetzelfde idee kunnen oproepen.
Alleen wint na verloop van tijd de vetiver. En blijft, gelijk de jeneverbes, ongeraffineerd en stug. Baie de Genièvre is ongecompliceerd en dicht bij de pure natuur. Van dit traject is Creed in de loop naar het millennium en verder steeds meer afgeweken. Het huis is steeds meer haute parfumerie of wat de consument met hang naar verfijning daar nu onder verstaat. Wat beide geuren bindt: grijze amber in de basis – typisch Creed en de echte naar wordt beweerd. Mannelijk maar toch geraffineerd – de zeeweeïge, algachtige en houtachtige noot overheerst niet. Het lijkt wel of ze naar elkaar toegroeien en uiteindelijk in elkaar opgaan (wat natuurlijk niet de bedoeling is).