CALIFORNIA DREAMING & ‘CIVIL COURAGE’
Jaar van lancering: 2006
Laatst aangepast: 05/06/15
Neus: Ineke Ruhland
Concept & realisatie: Ineke Ruhland
Soms, nee, ik schrijf het niet goed, vaak vergeet ik relatief nieuwe nichemerken na hun speciale introductie door de constante stroom van merken die het ook willen proberen op deze – if they’re lucky – lucratieve markt. Zoals Ineke Ruhland. Haar achternaam zou ook een goede naam zijn voor een geur by the way.
Ik heb tot nu toe slechts drie geuren van haar besproken, en zonder die te herlezen, is me één ding bijgebleven: haar Californische kijk op het metier. Dat wil zeggen: klassieke parfumconcepten benadert ze met een luchtige, cleane en zonnige toets die toch de middelmaat ontstijgen. Het wordt nooit zwaar; dragersgemak en -plezier staan voorop.
Daarnaast zijn haar inspiratiebronnen leuk, literair angehaucht zonder te vervallen in filosofische traktaten waar je als gewone consument niet op zicht te wachten in de parfumerie – daarvoor zijn boekhandels, literaire festivals en kunstmanifestaties.
Hoewel deze visies niet per direct een andere, vernieuwende geurbeleving hoeft op te leveren. Maar de geuren prikkelen wel en geven hierdoor meer plezier in de – om het vreselijke woord maar weer eens te gebruiken – beleving. Derring-Do klinkt toch lekker kek, anders en een soort van stoer. Door Ineke zelf omschreven als een ode op de literaire schurk. Onduidelijk is of ze hiermee auteurs bedoeld – men neme Alexander Poeskin, men neme Lord Byron – of de door hen beschreven taalboeven: zoals volksheld Robin Hood of Maurice Leblancs’ Arsène Lupin (door Guerlain in 2010 tweevoudig in parfum geïnterpreteerd).
Derring-Do is een oudengelse term voor voor gedurfd met de daaraan gekoppelde wellevend-, hoffelijk- en ridderlijkheid. In het oudnederlands moet ik dan denken aan boud en koen.
Een zeer gewaardeerde eigenschap die alleen steeds meer in verdrukking lijkt te raken, gezien de korte lontjes-gesteldheid en de vanzelfsprekende, maar veelal nergens op gebaseerde ‘I demand respect’-mentaliteit van met hun testeron spartelende grootbekken. Oproepen tot meer ‘derring-do’ als onderdeel van het algemeen beschavingsproces kan geen kwaad. En als deze ‘civil courage’ dan in de parfumerie moet beginnen – so be it.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Compositorisch ziet Ineke de geur als een lenteregen, als een donker-romantische geur voor de man: ‘Spring rain, fresh and fearless. The first glimmer of light’. Voor mij balanceert Derring-Do tussen Europees ‘vintage-varen’ en Amerikaans ‘west coast’ modern. Ineke omschrijft de geur zelf ‘fresh fougere’, maar voor mij ligt de nadruk meer op het eerste. Want in Derring-Do spetteren de citrusnoten met een groene waas je tegemoet in de opening die extra frisse boost krijgen door regennoten – dus lucht- en watermoleculen vermengd. Heel Amerikaans, maar zonder dat het te scherp wordt. Iets wat je bijvoorbeeld wel goed ruikt in al die ozonwaters uit de Aramis-stal midden jaren negentig van de vorige en het begin van deze eeuw.
Dat komt door de tedere magnolia – ‘derring’ voor een mannengeur – die geeft het geheel een zacht-bloemige ondertoon zonder dat de frisheid verloren gaat. Ter herinnering: magnolia heeft van zichzelf een citrusachtige ondertoon. De afronding met guaiac- en cederhout geeft een meer een strak, houtachig karakter. Van een groen-donkere ‘varendiepte’, van een donker-romantische geur is eigenlijk geen sprake. Daarvoor blijft de geur teveel regen.
Wel is mooi dat het hout lichtjes aan een sensuele notie krijgt – volgens mij een wisselwerking tussen guaiac en musk. Ook de presentatie is leuk en anders. Een perfect, maar luchtig toque in cheek-cadeau voor al je literair angehauchte vrienden en collega’s. Die zijn inmiddels toch meer waard dan de gemiddelde ketentoptiengeur – of niet?