NEDERLAND EAU NEDERLAND, JIJ BENT EEN…
OVER GEOGRAFISCHE GEUREN EN ZOUT
Jaar van lancering: 2015
Laatst aangepast: 02/06/15
Neus: Tanja Deurloo
Concept & realisatie: Annette, Marise, Jelmer Barhorst
Geurengoeroe doet een voorspelling: binnen een decennium heeft elke provincie, elke streek, elk eiland, elke stad, elk gehucht, elk gat zijn/haar eigen geur als onderdeel van de voortschrijdende provincie-, streek-, eiland-, city-, gehucht- en gatmarketing. Is natuurlijk niet echt nieuw. Parijs is al zo vaak olfactief bezongen, Londen en New York eveneens, alleen werden deze sentimentele geuren geleverd door de grote jongens. Ook island in the sun-geuren: de klassieker Fidji (1966) van Guy Laroche en de talloze geuren waarmee Capri (en al die andere pittoreske eilanden) in de Middellandse Zee wordt opgeroepen. De geografisch-geïnspireerde geuren van nu worden lokaal bedacht en daar ook meestal ‘sort of’ gebrouwen.
Correct me if I’m wrong: volgens mij werd in 2013 de polder Mastenbroek al eerste op de Nederlandse geurenkaart gezet met L’Essence de Mastenbroek. Waarom dat dan zo tut-hola-quasi-chic-Frans L’essence moet heten – Nederland is de taal met de meeste woorden voor water… van kwelder tot loop, van uiterwaard tot leeghwater. En die verschillen per streek ook nog vaak qua uitstpraak en schrijfwijze – if you think local, localize!
Vorig jaar werd door Tijdmakers (kunstenaarsduo Saskia Hoogendoorn en Lieuwe Martijn Wijnands) Amsterdam geëerd, of meer in het bijzonder de iepen, met Eau d’Amsterdam, Scent of the Canal Trees in samenwerking Tanja Deurloo en IFF’s Olfactive Design Studio als onderdeel van Springsnow, hun ‘jaarlijkse’ lenteviering gesymboliseerd door dwarrelende iepzaadjes. Het eerste groene parfum van Mokum. Als je dan de opening van Mona di Orio’s groener-dan-groen Amyitis (2008) niet meeneemt. Is geïnspireerd op een zomers boottochtje over de grachten.
Nu voegt zich XT365 in de rij. Bedacht door Annette Barhorst samen met twee van haar kinderen, Marise en Jelmer. Dit lees ik op de site van het Noordhollands Dagblad: “Het begon met een artikel dat Annette las over een polder met een eigen parfum. ‘Dat is ook leuk voor Texel, dacht ik’. Ik sprak er over met mijn man en kinderen. Die reageerden heel enthousiast. Via internet kwam ze in contact met Tanja Deurloo, een geurexpert die ons heeft begeleid. Hun inspiratie vonden ze voor een deel in de directe omgeving. Tijdens een wandeling over de dijk zagen we een gigantische zeekool die in bloei stond. We doken er met onze neus in. Het had de geur van honing, opvallend zoet. Dat is een van de ingrediënten.”
“Zo kreeg de geur bij stukje en beetje vorm en kwamen er uiteindelijk twee geuren uit. Annette: ‘Die hebben we voorgelegd aan een testpanel. Voornamelijk mensen die iets met Texel hebben, maar van de overkant komen. We dachten dat die er iets meer onbevangen tegenover zouden staan. De voorkeur was precies fifty-fifty. Op basis daarvan hebben we een nieuwe geur ontwikkeld. Je kunt niet alleen afgaan op je persoonlijke voorkeur, op wat je zelf lekker vindt. Dat leverde drie variaties op waaruit TX365 tevoorschijn kwam: een frisse zonnige combinatie van onder meer bergamot, zilte akkoorden en heliotroop, op een warme basis van vanille en amber.”
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Vooropgesteld: er bestaan natuurlijk al veel ‘eilandgeuren’ ook met Noord Europese toets, alleen presenteren die zich niet als zodanig. Het betreft populaire geuren waarin – kort door de golf – ozon- en calonenoten vervloeien met synthetisch ambergris en dit alles besprenkeld met zout.
Dit groeit er onder meer op Texel: (groen) helmgras, frisse (duindoornbes) en (honingzoet) zeekoolbloesem. Hoe die respectievelijk ruiken, weet ik niet, maar ik kan me er wel een voorstelling van maken.
Ondanks het feit dat TX365 de indruk maakt van een volzomerse dag, mis ik een beetje het ‘zand-door-mijn-hand-en-haren’-gevoel. Geldt ook voor een zilte noot die als een ruige wind de geur opent. Ik weet cliché, maar dat associeer ik – en ik niet alleen – met de Waddeneilanden die zich ‘als een tegelpad voor reuzen’ richting onze oosterburen begeven. Wat ik direct ruik: een enorme wolk van heliotroop (foto) begeleid door een zuchtje bergamot die over Texel zweeft. Duurt even voor deze amandel-vanille zoetheid indaalt. Ik weet niet of het door mijn bezwete overarm komt – waar ik de geur voor de zoveelste keer heb gespoten – maar ik neem nu meer nuances waar die weliswaar allemaal zoet en lief blijven – vanille en amber met een soort van houtachtige structuur.
Er ontbreekt een puur natuur Jan Wolkers-ruwheid – een van de beroemdste bewoners van het eiland. Doordat de heliotroop blijft doorbloeien associeer ik TX365 eerder met lammetjes – symbool voor onschuld – die op en langs de dijken in de zon liggen, rondhuppelen en stoeien tot het moment daar is dat ze een kopie kleiner worden gemaakt – bèèè, mèèè, bèèè, mèèè – en opgediend aan toeristen die na een dag fietsen, wandelen en/of nietsen hongerig zijn geworden: bèèè, mèèè, bèèè, mèèè…
Aan de andere kant van de Noordzee, werd vorig jaar een geur gelanceerd die de hele Engelse kustlijn beslaat: Wood Sage & Sea Salt van Jo Malone. Viel op door de enorme zoute noot, waarvan ik dacht dat ‘men’ daar nu wel op uitgeroken was. Niet dus. Kreeg zelfs een Astir in de niche-categorie. Voor mij is Malone eerder ‘massniche’. Op een snufje meer of minder zout wordt niet gekeken in Profvmvm Roma’s Acqua di Sale (1996), Eau de Fier (2000) van Annick Goutal en Il Profumo’s Pioggia Salata (2009) – die zijn echt ‘niche-zout’.