‘EEN ZOUTE BLOEM’
‘EEN ZONGEBRANDE HUID OPDUIKEND UIT ZOUT WATER’
Jaar van lancering: 2015
Laatst aangepast: 07/05/15
Neus: Alberto Morillas
Model: Magdalena Frackowiak en ?
Fotografie: onbekend
Videografie: onbekend
Parfumnamen die refereren aan het goddelijke, kunnen op mijn bijzondere aandacht rekenen. De reden: is bijna vragen om moeilijkheden omdat je het hoogst denkbare oproept. Omdat je je als parfumhuis, als neus, op één lijn plaatst met bovenmenselijke kracht en schoonheid. Gevaarlijk ook: als je het goddelijke niet goed interpreteert, verwordt de sacrale intentie tot ‘heiligschennis’.
Bulgari reikt naar het goddelijke met Aqva Divina: ‘Een juweel geboren uit de Middellandse zee die de bakermat van de Romeinse juwelier’ is. En van de westerse wereld. Bulgari koppelt de geur aan een van de bekendste symbolen – nou vooruit in dit geval mag het – iconen van Italië én westerse beschaving: de Geboorte van Venus (begeleid door Zephyr, Flora en Hora) geschilderd ca 1483 door Sandro Boticelli.
Bulgari ziet in ‘haar’ ook een archetype van vrouwelijkheid. Verder is Aqva Divina ‘van geur tot flacon een concentratie van ongeëvenaarde schoonheid en uitstraling. Deze Venus behoort net zo goed tot het water als tot de zonlicht overgoten oevers: de onafscheidelijkheid van de zee en Moeder Aarde’. Bescheidenheid is blijkbaar geen juweliersdeugd. Iets wat je ook herkent in de verantwoording van de keuze van de parfumeur en zijn werkwijze: ‘In de constante zoektocht naar ultieme luxe, werkt Bulgari samen met ‘s werelds meest gerenommeerde parfumeurs die onvermoeibaar zoeken naar de kostbaarste elementen en geavanceerde technologieën om zo de kwintessens van elk ingrediënt te behouden’.
Tevens in de omschrijving van de flacon: ‘Een eerbetoon aan Botticelli’s Venus en zijn interpretatie van goddelijke schoonheid. De sensuele vorm en iriserende reflecties zijn geïnspireerd op de rondingen en delicate nuances van de schelp van waaruit ze tevoorschijn komt. Maar de krachtige metafoor van de schelp staat voor meer: ‘De zachtheid van de textuur, het kaleidoscopische palet roept de kwintessens van vrouwelijkheid op’.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Dit had Alberto Morillas voor ogen: een zoute bloem, een zongebrande huid opduikend uit zout water gecombineerd met zijn jeugdherinneringen aan de oevers van de Middellandse Zee. Resulterend in een geur die een ode is aan zon, zee en zomer. Ruik je het? Ja en nee. Het is er, maar er ontbreekt in eerste instantie een euforische sprankeling, een vreugdevolle uitbarsting die als het ware het verwachtingsvolle moment van geboorte, het begin van leven symboliseert. Acqua Divina is beschaafd en daagt de gebruikster niet uit, bevestigt haar idee dat licht-bloemige geuren met fruitaccent en sensueel-poederig fond de trend zijn.
En dat terwijl sommige ingrediënten verrassing oproepen, waarvan je denkt: ‘Kom, maar op!’ Met name dit trio: ‘gezouten bergamot’, ‘stralende kweepeer’ (foto) en ‘goddelijk’ bijenwas. Denk er bloemige noot bij, herhaal dit een paar keer hard op en je ruikt een krachtige geur in gedachten.
Maar Morillas presenteert het geheel schetsmatig, niet als duidelijke goddelijke ‘predestinatie’. Ik neem een zilte noot (calone) waar, maar bescheiden. Geldt ook voor de roze gember; die wordt teveel gewiegd door fris-bloemig bergamot waardoor de spettering ontbreekt. Kortom, een waterige sensatie waaruit een zachte bloemennoot oprijst. Het is de magnolia geflankeerd door ‘stralende kweepeer die de geur een fruitige en luxe tonaliteit geeft’. Come again? Fruitig ja. Kweepeer nee. Je moet weten: Geurengoeroe kent deze vrucht als geen ander. Hij verwerkt die sinds een paar jaar tot confiture, gelei en siroop. Het mooie: de enorme fruitige frisheid die de peer behoudt ondanks de toevoeging van suiker.
Wat je in feite ruikt is een diffuse frisse, fruitig-bloemige noot die geleidelijk warmer en poederig wordt door ‘pure amber die de huid streelt als een delicaat balsem’ en gloed krijgt door bijenwas. Eindresultaat: ‘Het geheel creëert een geur als een voluptueuze verslaving. Een elixer van pure sensualiteit met stroperige, houtachtige en sensuele tonen’.
Als ik laatste twee zinnen in de parfumerie zou krijgen te horen, zou ik eerder ‘richting’ een zomerversie van good old Opium (1977) denken – Fraîcheur d’Orient. Niet aan Acqua Divina. Die eindigt voor mij in een zeer discrete warm-poederige, ‘huideigen’ geur. En als er sprake is van water, dan warm water. Ondertussen vraag ik me af: hoe zou Acqua Divina hebben geroken indien het Bulgari’s Gemme-behandeling had gekregen? Een geur waarin de kwintessens van elk ingrediënt is behouden?