ROZENKRANS 3: ADELIJK, SMAAKBEWUST, PRETTIG ARROGANT IS DE DRAAGSTER
Jaar van lancering: 1950/2014
Laatst aangepast: 06/03/15
Neus: Paul Vacher, Thomas Fontaine
Concept & realisatie: Nicolas Chabot
Wat verwachting betreft bestaat een verschil als je een geur Rose, Une Rose of La Rose of noemt. Bij de eerste denk ik: ‘Ach, heb je er weer een’, bij de tweede ‘wéér een rozengeur’, maar bij de derde naam verwacht ik hét rozenparfum dat alle andere… inderdaad… overbodig maakt.
Bijna onmogelijk, maar wel het uitgangspunt van Paul Vacher – oprichter en neus van Le Galion. Hij zag een larger-than-life-versie voor zich en heeft naar gezegd aan meer dan zeventig variëteiten geroken voor hij de ware vond voor La Rose. Hier begin ik te twijfelen, want de soortnaam van deze roos wordt niet vermeld. Ook niet hoe ze rook en hoe Vacher vervolgens de geur ervan vertaalde in een compositie gebaseerd op de damascus- centifoliaroos. Naar mijn weten nog steeds de enige twee soorten geschikt tot parfums verwerkt te worden.
Hij presenteerde La Rose in 1950. Heb ik nooit geroken. En krijg ik deze vintageversie hoogstwaarschijnlijk ook nooit meer te ruiken. Of ik moet ongeopend een exemplaar op de kop tikken, of er een keer aan ruiken in de Osmothèque in Versailles. Want de- de pr-tekst voor 2014-versie geeft, zij het omfloerst, toe dat we niet met the real thing vandoen hebben: ‘La Rose re-interpreted today with delicacy from the original formula’.
Maar… zou de uitkomst anders zijn geweest als Thomas Fontaine dezelfde ingrediënten met brute hand had verwerkt? Om de geur historisch sfeer te geven, wordt op de site vermeld dat in 1950 Henri Matisse de eerste prijs van de Biennale van Venetië won, Cristobal Balenciaga – strenge, ‘architectonische’ couturier – komend enfant terrible Courrèges inhuurde, Pierre Cardin zijn modehuis startte, baby doll-lingerie werd uitgevonden, Les Trois Suisses zijn eerste lingeriecatalogus publiceerde, lycra en Moederdag werd uitgevonden. Le Galion creëerde La Rose opgedragen aan alle vrouwen. Wat laatste betreft: wel heel toevallig en zal wel.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Het voorvoegsel La bevreemdt eigenlijk omdat de geur ‘not a true single flower fragrance since is, the main theme is enriched with sensual floral and refreshing aquatic notes’. Een klassieke rozengeur – Etoile de Hollande (2010) van Mona di Orio is het niet
La Rose is vintage en op de een of andere manier ook niche van nu. In een rozenknop: een volle, zoete roos ondersteund door patchoeli. De frisse opening van viooltjesblad en bergamot – die het cliché van bedauwde rozenbladeren voor de zon opkomt wil oproepen – is eigenlijk niet noemenswaardig: je zit met je neus direct in de roos die eigenlijk niet, zoals al gezegd, puur maar hybride is.
Want ze lijkt veredeld door ylang-ylang en ‘koninklijke’ lelie en geven een haar een sensuele, volle en rijke ondertoon. De opgevoerde ‘waterperzik’ neem ik niet waar. De wortels van La Rose zitten in een vochtig-patchoelirijke grond, versterken de totale sensualiteit. Voor mij zit er iets teveel vanille en musk in, geven een overzoete, poederige nasleep waardoor de roos minder roos is.
Maar: zeer elegant. Ook mooi: de zon die in de geur zit; die schijnt onder een strakke, wolkenloze hemel. In de stad, niet op het platteland. Want ondanks de natuurlijkheid van het geheel – alle ingrediënten lijken na oogst direct in de geur verwerkt – is La Rose een dame, heeft ze iets adelijks, iets geraffineerds, iets smaakbewusts – call it een prettige arrogantie. Geen wanhopig, verfomfaaid bijna uitgebloeid stadsparkroosje die op zoek naar pastorale voldoening ‘zich dan maar’ inschrijft voor Agrariër zoekt Aftrekpost.