VLOEIBAAR GOUD VOOR MODERNE GODINNEN – AGAIN!
Jaar van lancering: 2014
Laatst aangepast: 28/09/14
Neus: François Demachy
Ambassadrice: Alicia Keys
Muziek: Alicia Keys
Fotografie: Tim Walker
De meeste huizen tappen uit dezelfde parfumvaatjes gevuld met verhalen over de evocatieve kracht van de magische vloeistof die ons – in het beste geval – laat dromen en verwonderen – en in het slechtste geval doet huiveren.
Een populair vaatje waar graag uitgetapt wordt, is waarin de link tussen parfum en couture ligt opgeslagen. Doet Givenchy ook met Dahlia Couture , sorry ik bedoel Dahlia Divin. Givenchy zegt: ‘couture en parfum delen dezelfde luxe, dezelfde aantrekkingskracht en dezelfde droom’.
Alleen merkt Geurengoeroe hierbij op: haute couture wordt tegenwoordig voornamelijk als pr-tool gebruikt om een parfum in een gunstiger licht te presenteren. Zo ontwierp Givenchy’s creative director, Riccardo Tisci, voor de muze van Dahlia Divin, Alicia Keys, een couturecreatie. Was niet nieuw voor beide: hij heeft al veel kostuums voor haar optredens ontworpen.
Alicia Keys: introductie overbodig. Ze wordt door Givenchy – een beetje overdreven – als goddelijk icoon gepresenteerd: ‘Charismatisch met een serene, stralende schoonheid verschijnt ze zoals we haar nog nooit eerder hebben gezien, als heldin van de Dahlia Divin-mythe’. Dat laatste moet nog blijken, als je uitgaat van de betekenis van mythe: ‘een heilig, overgeleverd verhaal van een volk over zijn herkomst en godsdienst’. Terwijl ze in het dagelijks leven ‘gewoon’ zangeres, songwriter, auteur, actrice, producent, regisseur is. En filantroop: ze co-oprichtte en is ambassadrice van Keep a Child Alive dat medische zorg aan kinderen met hiv in Afrika en India geeft.
Wat ik boeiender vindt: hoewel te chic gepresenteerd – dat kan ook! – en de presentatie me doet denken aan de recente, ‘all that glitters is gold’-campagnes van Diors J’adore (1999) en Alien Essence Absolue (2012) van Thierry Mugler, is de keuze voor een succesvol afro-american als ambassadrice gewaagd. Voor zover ik het weet is Givenchy het eerste couturehuis dat het aandurft. En wat mij betreft is Alicia Keys voor mij ieder geval aantrekkelijker dan het gothic-wereldvreemde model van het initiële Dahlia Noir (2011).
Bij het beschrijven van de flacon, vliegt Givenchy uit de bocht: ‘Alles straalt couture uit. Doet denken Givenchy’s meest luxueuze, vrouwelijke, perfect gestructureerde en rijk gedetailleerde jurken. Het tijdloze silhouet met pure lijnen en de subtiele afgeschuinde randen; het bevredigende gewicht van stevig glas (leuk omschreven). De stijlvolle (voor mij iets te lichte très plastic fantastic) dop met geraffineerde tinten van wit en beige. Het label met de naam van het parfum in sierlijke letters, die lijken gewoven van kostbaar garen’. En, natuurlijk, de gouden draad ‘die de hals van het parfum siert zoals een couture-juweel. Dit alles zet de toon voor het parfum dat er in huist’. En het Givenchy-logo in goud ‘is een detail van ultieme raffinage, is zelfs zichtbaar als je de flacon van de achterkant bekijkt’.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Heel veel goddelijks: ‘De goddelijke glans van deze zonnegeur streelt de huid met volumineuze aroma’s. De goddelijke kracht verheft vrouwelijkheid vanaf de eerste druppel. De goddelijke gouden tint van het parfum maakt het oneindig begeerlijk’. Vertaald in compositie: ‘Dahlia Divin onthult een aura van bloem- en houtachtige accenten’.
François Demachy: ‘Om de Dahlia Divin-vrouw te belichamen, creëerde ik een delicate en betoverende geur met kleurrijke en sappige akkoorden die doet denken aan de kindertijd. Daarnaast gaf ik de geur een zonnige noot om een waardig spoor te creëren voor zijn stralende en opmerkelijke muze’.
De opening begint nogal vaag omschreven: ‘akkoorden van goud fruit’ in combinatie met mirabel. Denk bij goud fruit gewoon aan een confituur-achtige sensatie: toefjes abrikoos, toefjes bes voorzien van een citrusfrisse bite die vervolgens ondergaat in de pruim. Die ook hier meer confiture is dan het pure, overrijpe fruit hangend aan de boom, klaar om gegeten te worden. Met een beetje fantasie een gouden opening dus die in het hart wordt voorgezet door een wit bloemenboeket met zonnig jasmijn (foto) als hoofdrolspeelster.
Opening en hart blijven lang met elkaar spelen voor de chypre-basis zich aankondigt. Nou een echte chypre kun je Dahlia Divin niet noemen. Daarvoor is het hout – vetiver en patchoeli – te blank, te zacht doordat het is gezuiverd van zijn aardse en bosachtige noten. Het is met name het melkige sandelhout die de toon zet.
Ik detecteer ook een witte musk-achtige noot, want ondanks de warme gouden gloed die de totaalcompositie oproept is Dahlia Divin clean en helder. Kom op François Demachy! Maak snel een extract dat het jasmijn een dierlijke richting geeft en laat het verzwelgen door hout en vallende bladeren – een echte chypre dus. Zoals bijvoorbeeld – denk ik, hoop ik – Chypre Caresse ruikt die zich bevindt in de dit jaar gelanceerde niche-reeks van het couturehuis: Atelier Givenchy.