WITTE BLOEMEN VERPAKT IN WITTE MUSK
Jaar van lancering: 2014
Laatst aangepast: 10/05/14
Neus: Karine Dubreuil
Dat wist ik niet en had het eigenlijk ook niet verwacht: L’Occitane wordt door de gemiddelde consument niet geassocieerd met geuren. Oink? Wel met huidverzorging op basis van natuurlijke, met als het even kan, zoveel mogelijk eco-gecertificeerde grondstoffen. En dat verbaasde me echt (heeft Geurengoeroe in deze last van tunnelvisie?) omdat je wat de geuren betreft bij L’Occitane verhoudingsgewijs zoveel ‘waar’ voor je geld krijgt: Mimosa de L’Esterel (2009) bijvoorbeeld (uit de Voyage en Mediterranée-serie) is de ‘zonnig-honingste’ mimosa die ik ken.
Om dit ‘vooroordeel’ uit de wereld te helpen was onlangs een delegatie uit Parijs overgekomen. Ondermeer Maude Reboule – suistainable ingredients manager – en de ‘in house nose’ Karine Dubreuil. Ik heb een zwak voor de laatste omdat ze a: Eclat d’Arpège (2003) van Lanvin heeft gemaakt (met zijn mooie wisteria-noot). B: dat tussendoortje van Gucci dat je op een gegeven moment voor mijn gevoel bij elke jonge meid rook: Envy Me (2005) en c: als een van de weinige neuzen rood fruit in geuren een prachtige naturelle toets (dit klinkt misschien vreemd) weet te geven. Waarvan met name getuigt: Grosselina (2006) uit Guerlains Aqua Allegoria-reeks.
Ze legde me tijdens een interview uit dat je rood fruit ook via een destillatieproces bekend van de productie van aperatieven en disgestieven middels een tinctuur aan een parfumcompositie kunt toevoegen (wordt niet altijd gedaan), waardoor de typische geur van framboos, rode bes, braam en dergelijke natuurlijk overkomt.
Dat ruik je ook heel mooi in Magnolia & Mûre (2013) uit de La Collection de Grasse. Een van de geuren die ze als ‘in house nose’ voor L’Occitane heeft gemaakt. Deze collectie heeft naast lekkere geuren (en dus omzet) maken, nog een doel: om Grasse (en omgeving) als parfumhoofdstad van de wereld de allure terug te geven die het ooit had – een prachtig streven. Iedereen die er als geurentoerist wel eens is geweest, zag het dromerige beeld dat hij of zij misschien had niet geheel of geheel niet beantwoord (voor mij geldt het laatste).
Weinig wijst (behalve het erg commerciële museum van Fragonard) op parfum. Eén van de redenen hiervoor is, dat vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw steeds meer telers van parfumingrediënten hun grond verkochten aan speculanten die er vervolgens saaie appartemencomplexen neer plempten. Karine Dubreuil, zelf afkomstig uit Grasse, is hier natuurlijk ook content mee. Ze vertelde me dat nu (door wie precies is me onduidelijk gebleven) beetje bij beetje volgebouwde percelen worden gekocht om die weer terug te brengen in hun oude staat: ‘akkers’ voor ingrediënten voor de parfumindustrie. Een soort city-gardening so to speak.
Dubreuil heeft als vaste neus voor L’Occitane alle vrijheid. Maar met beperkingen. Ze zegt dat de marketingafdeling altijd over haar schouders meekijkt. Toen ik zei dat het goed zou zijn om in La Collection de Grasse ook een leergeur op te nemen (een schets hiervoor leverde ik en Tanja Deurloo samen tijdens de persdag ook georganiseerde parfumschool) om de link met Grasse te versterken die de stad had voor de parfumindustrie er zich vestigde, begon ze te glimlachen. Nee, dat gaat te ver. Want L’Occitane als parfumhuis staat volgens haar voor natuur en bloemen die in ‘duidelijke’ composities de consumenten dit op gracieuze wijze laat ervaren. Zelfs de mannengeuren, waarvan sommige voor mijn idee ‘best wel’ uitgesproken zijn, doen dat. Zij het met andere ingrediënten.
Maar de belangrijkste reden dat ze naar Amsterdam was gekomen: de lancering van Néroli & Orchidée. Haar omschrijving van neroli, vind ik prachtig – ik bedoel: kom er maar eens op: misleidend braaf. En als je het even op je laat inwerken, weet je dat het klopt. Fris, schoon, bloemig, maar tegelijkertijd krachtig en sensueel. Het is daarnaast volgens haar ook een essence die banden smeedt (veel gebruikt in bruidsboeketten) en puur.
Puur in de zin van puur natuur. Verder zegt ze: ‘Zijn ontmoeting met de orchidee, een bloem van het andere uiteinde van de wereld, is geen toeval. De twee witte bloemenessences, ogenschijnlijk zeer verschillend, staan beide symbool voor vrouwelijkheid’. Klopt natuurlijk niet helemaal: want de oorspronkelijke habitat van neroli (verkregen uit oranjebloesem), ligt net zoals de orchidee in het Verre Oosten.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Néroli & Orchidée is een mooi voorbeeld van ‘where nature meets science’. Want: neroli (foto) ‘haal’ je gewoon uit de natuur. In dit geval een plantage in de omgeving van Grasse. De orchidee, nee. Van de 30.000 soorten (er worden ieder jaar nog nieuwe variëteiten ontdekt) scheiden de meeste geen noemenswaardig parfum af, dat zich een, twee, drie laat extraheren. De orchidee staat in de parfumwereld voor fragiele schoonheid.
En vertaald in geur betekent dat een (synthetische gemaakte) zachte en frêle bloemige toets. Maar wat mij vooral opvalt in Néroli & Orchidée is de cleane, schoongewassen impressie die resteert als de geur een tijdje op je zit. Komt door de witte musk die zich in eerste instantie een beetje gedekt opstelt.
Want eerst een puur, zoetsappig natuurlijk hesperide-effect opgeroepen door sinaasappel en mandarijn die een fluweelzachte omlijsting krijgt door perzik en vijgenmelk (beide ook alleen maar synthetisch na te maken in het parfumlaboratorium). De neroli (zonder sensueel te worden) garandeert echter dat alles een puur natuur-indruk maakt. En die wordt meer bloemiger, minder ‘cologne’ door de orchidee.
Maar de witte musk eist uiteindelijk toch de meeste aandacht op. Ondanks de toevoeging van poederig iris. Eigenlijk is dit een witte muskgeur gewikkeld in een wolk van transparante bloemennoten die erg in de buurt komt van de geur van L’Occitane’s meer mainstream concurrerende ‘landgenoot’: Néroli (2013) van Yves Rocher.
RUIK & VERGELIJK
Karine Dubreuil (en de marketingafdeling) hebben er zin in, want na Néroli & Orchidée is La Collection de Grasse inmiddels uitgebreid met:
L’Occitane – La Collection de Grasse – Mer & Mistral (2014)