TALISMANGEUR OP HET RANDJE VAN PROVOCATIE
Jaar van lancering: 2014
Laatst aangepast: 25/04/14
Neus: Alberto Morillas
Ambassadrice: Edita Vilkeviciute
Concept & realisatie: Mikael Jansson
Met Omnia Indian Garnet huldigt Bulgari de adembenemende schoonheid van een land dat inspireert door zijn kaleidoscoop aan kleuren, texturen en aroma’s die ons voluit laat genieten van heerlijke geuren en kostbare edelstenen: India.
Geuren: volgens de Italiaanse juwelier zijn India en parfum intiem met elkaar verweven: het is opstapje naar de goden en indrukwekkend verleidingswapen, en vertegenwoordigt alle kwaliteiten van de ziel en de geneugten van de zintuigen. Is het niet zo dat op de boog van Karma, de Hindoegodin van de liefde, vijf peilen zitten omwonden met bloemen? Is het niet zo dat de tempels ‘gandhakuti’ heten – een woord dat ook geurkamer betekent? Eerst speciaal gemaakt voor Boeddha (later kregen de andere tempels ook een geurkamer). Was die niet aanwezig dan hingen de mensen bloemen en bij de ingang, vandaar de naam.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Deze link zag Bulgari en Morillas merkwaardigerwijze niet: de kleur van de gedroogde stampers van saffraan (komt uit het Arabisch al zafaran dat geel betekent) hebben ook iets van de mandarijngranaat… voeg je die toe aan bijvoorbeeld een Indiaanse rijstschotel of Italiaanse risotto, dan kleuren de korrels na een tijdje intens en warm-geel… en ‘verschijnt’ een aroma dat ik zelf een van de moeilijkste vind om treffend te omschrijven. Droog, poederig, strak, ruw, bitter en toch zacht-kruidig. Maar ook zonnig.
Eén ding is saffraan (foto) niet: fris. Dus omringde Morillas saffraan met Siciliaanse manderijn. Of beter gezegd: die ruik je eerst, schiet zelfs, als een pijl uit een ‘Karma’-boog, want ondanks zijn zoetheid toch geladen met fris-scherpe noten. Saffraan zorgt ervoor dat citrusprikkel wordt getemperd en haakt mooi in op de bloem die in het hart troont – de übersensuele tuberoos.
Codewoorden: ‘geklaarde boter’, zacht, vol, overrompelend en door Bulgari treffend omschreven als dé witte bloem met een bijna obsessieve aantrekkingskracht zwevend tussen honing en vergif. En die wordt gekoppeld aan een zo niet nog verslavend-gevaarlijker bloem(etje): osmanthus… In zijn pure extract ongekend animaal, maar milder gedoseerd een parfum met rozijn- en abrikoosachtige noten omringd door leer. Toch een geslaagde combi; ze houden elkaar mooi in evenwicht en gaan samen niet over het randje van de provocatie aldus Bulgari. Had van mij wel gemogen, trouwens zo’n erotische eruptie.
Dit alles wordt geschraagd door Indisch hout. Wat? Dat bestaat niet. Ja, bestaat dus wel als je hout bedoelt dat in India wordt verbouwd, gekapt en verwerkt tot weet ik niet wat. Maar dat kan dus elke boomsoort zijn. Morillas omzeilt hiermee het probleem dat het enige en echte Indisch hout – het heilige, romige, lichtjes naar roos ruikende sandelhout – niet meer gebruikt mag worden voor niet-religieuze doeleinden. Maar in de parfumerie wordt al jaren met synthetisch hout gewerkt. Morillas koos voor een bescheiden melange die de noten van ceder-, sandel- en pallisanderhout vermengd met de droge, rookachtige noten van cypriol (papyrussoort). En voegde op het einde nog een warme ambernoot toe, maar die is ook zachtjes van toon.
RUIK&VERGELIJK
Tuberoos solo: voor velen vrouwen toch teveel van het goede. En geen massavermaak. Dat realiseert zich de parfumbranche ook na de niet echt enthousiaste ontvangst van Versace’s Blonde (1996) en Fragile van Jean Paul Gaultier (1999) en de eerste geur van Michael Kors (2001) die binnenkort trouwens wel een doorstart maakt, naar ik heb vernomen. Tuberoos omringd met andere bloemen, maakt wellicht meer kans. Keuze is nog steeds beperkt, dat wel:
Sisley Eau Tropicale (2014)