(WEER) EEN TUBEROOSPARFUM
ALLEEN HONDERD PROCENT NATUURLIJK
Jaar van lancering: 2013
Laatst aangepast: 12/02/14
Neus: Hiram Green (foto)
Concept & realisatie: Hiram Green
Te koop bij: www.perfumelounge.nl
‘Wel op blijven letten Geurengoeroe! De geur heet niet Hiram Green, het ‘huis’ niet Moon Bloom. Is precies andersom!’ Sprak ik mezelf streng toe. De verwarring komt waarschijnlijk omdat het een nieuw Nederlands niche-merk betreft. Met weliswaar een ‘buitenlandse’ invalshoek. Laat het Geert – ‘Ik hou alleen van Hollands’ – Wilders niet ruiken. Naar ik heb begrepen, runde Hiram Green Scent Systems, een parfumshop in Londen, vóór de liefde hem naar Nederland dreef. Gouda om precies te zijn.
Hier werkte hij in zijn laboratorium aan zijn eerste parfum. Daar mogen we alleen maar blij mee zijn. Nog een paar jaar en Nederland biedt zoveel Made in Holland-nicheparfummerken dat we niet meer de grens over moeten voor verfijnde geuren – zal Geert verdomde ‘doe is effe normaal’ vinden. Dit lees ik onder meer op zijn site: ‘Hiram learnt that most perfumes, even the best quality ones, are manufactured using synthetic materials. Wanting to offer a natural alternative to his customers, he was hard-pressed to find anything suitable’.
Een nobel streven, maar ook een beetje een open deur; dat wisten we al. En: zouden alle parfums die jaarlijks geproduceerd worden honderd procent natuurlijk zijn, dan zouden we een aantal aardbollekes tekort komen om dit te kunnen realiseren.
En: hij is niet de enige in de branche met deze gedachte: er bestaan inmiddels al een aantal puur natuur nichehuizen: Honoré des Prés en Rania J die verrassend interessante geuren maken. En op die gezellige, authentieke jaarmarktjes in Zuid Europa vind je ook vaak lokale puur natuur-parfumeurs. Nadeel van hun noeste arbeid: de geuren ruiken vaak eendimensionaal, zuiver en zo ongekunsteld. Op het saaie af. Lavendel blijft lavendel. Jasmijn blijft jasmijn.
Hier wacht nu juist de schone taak van de – haute – parfumerie al dit natuurlijks samen te brengen in een compositie die de afzonderlijke ingrediënten boven zichzelf laat uittillen. En daar heb je synthetische stoffen voor nodig, die vormen het geraamte van een compositie. Met andere woorden: een parfum maken van pure grondstoffen dat meer dan de som der delen is – daardoor gaat leven en je fantasie en herinneringen aan het werk zet – is minder eenvoudig dan je denkt.
Het is Hiram Green wel gelukt. Chapeau! Moon Bloom slaat op de witte bloemen – in dit geval tuberoos en jasmijn – die ’s nachts ‘om het hardst’ ruiken om insecten te lokken voor bestuiving… en gecombineerd met de poëtische lading van de naam doet het precies wat een goed parfum moet doen: ‘zichzelf’ en daardoor de gebruiker vleugels geven.
Neem daarbij de, een beetje tutty vintage-feel waarin Moon Bloom zich hult (hoop wel dat de geur niet stiekem vervliegt via de peerverstuiver): Hiram Green is helemaal in sync met wat de iets meer fantasievolle niche-consument nu verwacht van een nichemerk. En het is de geur die direct in Tanja Deurloo opkwam (van de Annindriya Perfume Lounge in Amsterdam) toen ik haar vroeg welk parfum haar op dit moment het meest bekoorde.
WAT RUIK IK EIGENLIJK
Moon Bloom is boterig, Moon Bloom is ‘banaanerig’, Moon Bloom is kokosnoot, Moon Bloom is vol, Moon Bloom is erotisch, Moon Bloom is enigszins geil. Maar heeft ook (heel even weliswaar) een lichtgroen randje, sprankelt, is vochtig (green house-effect). Alsof ook de bladeren zijn meegenomen in de compositie.
En heel mooi op de achtergrond (kan verbeelding zijn) een poederige nuance zwevend tussen cacao, karamel en amandel – zijn hier cistus labdanum en vanille voor verantwoordelijk? De tuberoos (foto) wordt vanzelfsprekend geflankeerd door jasmijn (maakt de tuberoos meer ‘bloemerig’) en ylang-ylang (voor de versterking van de ‘koppige’ erotiek van de tuberoos) en geschraagd door een lichte houtconstructie die mooi subtiel tot ontplooiing komt als Moon Bloom langer op de huid kleeft.
RUIK & VERGELIJK
In vergelijk met de ‘moeder der tuberoosparfums’ – Robert Piguets Fracas (zit op mijn rechterhand), lijkt Moon Flower voller ‘in bloem’, maar minder vol ‘in boter’ en minder scherp. In vergelijk met Annick Goutals Tubéreuse (op mijn linkerhand) is Moon Flower minder overrompelend en minder daadkrachtig in het prikkelen van de erogene zones. In vergelijk met Tubéreuse Criminelle (linker onderarm) van Serge Lutens: meer natuurlijk, helemaal niet scherp en absoluut niet ‘scheef’ – van die geur ga ik bijna loensen…
Zo kan ik nog wel even doorgaan met vergelijken. Dat brengt mij dus ook op het bezwaar: wéér een tuberoos-solifleur. Puur natuur, maar niet echt onderscheidend van the golden oldies. Ben benieuwd of bij een blindtest mensen Moon Flower er uit pikken als de geur die het meest natuurlijke overkomt. En wat ik een beetje mis: de echte geilheid, de echte broeierige sensualiteit die tuberoos in combinatie met de indolen van jasmijn kan oproepen… ’s nachts als de maan schijnt, het is volle maan, je kan maar aan één ding denken, wat te doen… gaan we op de versiertoer of toch maar onder de douche (beter zo)…
Nog één ding dat ik me afvraag: zou de geur aan onomkeerbare erotiek hebben gewonnen als er puur natuur ambergris was bijgedaan? Daar is vorig jaar nog een enorme klont (83 kilo) op het strand van Texel aangespoeld.
Robert Piguet Fracas (1949)
Annick Goutal Tubéreuse (1984)
Serge Lutens Tubéreuse Criminelle (1999)