HERINNERT U ZICH DEZE – SCHRIJVER – NOG?
Jaar van lancering: 2013
Laatst aangepast: 10/02/14
Neus: ‘Gérald Ghislain’
Ambassadeur: ‘Ernest Hemingway’
Concept & realisatie: Gérald Ghislain
Nog even en Gérald Ghislain stapt een magische grens over: loopt hij de twintigste eeuw binnen. En daar ‘zitten’ heel wat leden van ‘the famous dead society’ te wachten op het moment dat ze weer even een beetje uit de vergetelheid worden gehaald. Niet door wéér een biografie, niet door wéér een biopic – dat kennen ze nu wel. En alsjeblieft ook geen afrekening, in welke vorm dan ook, van een nazaat waarin hij/zij beschrijft dat het leven met een beroemde vader en /of moeder helemaal niet zo prettig was als die ‘ons’ hebben doen wil laten geloven.
Een geur dat is tenminste iets aparts. Is natuurlijk niet helemaal nieuw de olfactorische verering van twintigste eeuwse sterren. Grès – ja die van Cabochard (1959) – eerde in 2008, hoogstwaarschijnlijk geïnspireerd door Histoires de Parfums, Marlene Dietrich met een trio: My Dream, My Life, My Passion. En jaar later werd haar collega al parfumerend de hemel in geprezen met Mythos, Sphinx en Godess. Greta Gardo dus. Niet echt aangeslagen. De reden: meer marketing dan inspiratie. Dus ging Grès verder met waar het ‘goed’ in is: de ene na de andere variatie verzinnen op Cabotine (1990). Dertien stuks inmiddels.
Dat Gérald Ghislain meer moeite neemt, heeft hij al met zijn 18de en 19de eeuwse jaartallen (die staan voor het geboortejaar van een beroemdheid) duidelijk gemaakt. Maar die hadden allemaal hun wortels (zonder er allemaal geboren te zijn) in Frankrijk. Met 1899 steekt hij de Atlantische Oceaan over: is een ode op de Nobelprijswinnaar literatuur van 1954, Ernest Hemingway.
Een link met la douce France is er wel. Hemingway verbleef in Parijs alleen (1917) en met zijn vrouw (1922-1927) voor zijn literaire roem begon. De meeste kennen hem van de Engelse les: The Old man and The Sea uit 1954 prijkte op veel literatuurlijsten (ook die van mij) omdat het zo lekker kort was.
Ik heb later meer van hem gelezen doordat ik meer kwam te weten over zijn heftige levensstijl en amoureuze verhoudingen. En ik zag een paar jaar geleden in Berlijn in het filmmuseum de (permanente) expo over Marlene Dietrich. Zaten ook privéfilmpjes van haar bij. Zie je haar onder meer samen met Hemingway genieten.
Veel roken (paffen is beter op zijn plaats), veel drinken (zuipen is beter op zijn plaats) terwijl Dietrich aan het breien en het koken is – tijdens een zomer bij zijn vakantiehuis in Key West. Erg gezelli. Wat dat roken en drinken betreft: Hemingway was een notoir gebruiker (Dietrich kon er ook wat van) en dat gegeven heeft Gérald Ghislain ‘meegenomen’ in de geur volgens mij. Minder gezelli: Hemingway maakte met zijn favoriete geweer in 1961 een einde aan zijn leven, in het jaar dat Marlene Dietrich zich al zingende afvroeg: Sag mir wo die Blumen sind…
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Voor een pure macho uit de tijd dat een man nog een man was, een vrouw nog een vrouw, is 1899 opvallend zoet en laid back. Zoals altijd bij Gérald Ghislain: de kwaliteit is onberispelijk, maar minder geprononceerd – mikt hij met deze geur op de Amerikaanse markt?
De sprankelende bergamot in de opening wordt direct de hoek ingeslagen door een stevige specerijnoot: rokerig en prikkelend deze zwarte peper en etherische jeneverbes (foto). Behoorlijk pittig dit verbond; die geven de oranjebloesem in het hart een ‘schaduw’. Maar het is met name de poederige iris zoet gemaakt door kaneel die de toon bepalen. De eerste wordt weliswaar in het hart ondergesneeuwd door de tweede… Hierachter verbergt zich een nuance die met een beetje fantasie doet denken aan whisky, door de sterke nadruk op vanille en ambernoten.
Even lijkt de geur te smelten, te verdrinken door deze zoetheid, maar gelukkig is daar de vetiver die zorgt dat 1899 rechtop blijft staan. Af en toe neem ik een beetje wierook waar, die voor mij het idee van de sigarenrook van een tevreden paffende Hemingway verbeeldt. Maar dat is wellicht de som van bepaalde onderdelen: jeneverbes en vetiver. De geur is voor hem en haar, maar het zal me niet verbazen dat het vooral mannen 1899 zullen aanschaffen. En ondertussen wacht ik vol spanning op 1901 – de nieuwe geur van Histoires de Parfums. Het officiële geboortejaar van Marlene Dietrich die zelf volhield dat ze ‘pas’ in 1906 het levenslicht zag.
RUIK&VERGELIJK
Histoire de Parfums heeft school gemaakt. Parfums d’Empire volgde in 2007 in zijn geurspoor. Maître Parfumeur et Gantier heeft Parfums Historiques en lanceerde in deze serie ondermeer Louis VX en Madame de Pompadour in 2008 – maar het oogt zo amateuristisch dat je je afvraagt of het geen neppers zijn.
Tocca eerde, net zoals Histoires de Parfums, ook Colette (in 2010) en dook nog verder de geschiedenis in met Cleopatra (2007). Etat Libre Orange plaatst liever levende celebs op het voetstuk (zoals Tilda Swinton). En Fueguia uit Argentinië laat zich leiden door Charles Darwin en Jean Louis Borges. Heel chic en verantwoord allemaal. Krijg hierdoor bijna zin Benny Hill en Tommy Cooper te gaan botttelen. Nu nog de namen verzinnen. Niet echt moeilijk. For Benny: A Dirty Mind Is A Joy Forever. For Tommy Cooper: Fez!