WEER EEN NICHEPARFUMHUIS, WEER VAARDIG GEMAAKTE GEUREN
MAAR… WHAT’S NEW…
Jaar van lancering: 2012, 2006, 2013
Laatst aangepast: 03/10/13
Neus: James Heeley (foto)
Concept & realisatie: James Heeley
Of ze kennen hem nog niet óf vinden hem de moeite niet waard. Verbazingwekkend is het toch dat tot nu toe wereldwijd geen enkel serieus parfumblogger aandacht heeft besteed aan James Heeley. Misschien zitten zijn inmiddels zestien (!) geuren nog verborgen tussen de andere niet geopende flacons en/of samples van andere eveneens net geopende parfumhuizen.
Deze voormalige Engelse student filosofie en ethiek aan Kings’ College in Londen is dus een ‘designer turned perfumer’ die inmiddels vanuit Parijs opereert. De boetiek bevindt zich ‘in’ de Passage du Désir – ingang rue Faubourg St Honoré als ik het goed heb begrepen. Strak-saai-smaakvol ingericht. Zijn minimal chic genoemd is gehuld in, zoals dat heet, stemmige zwartwit-tinten met af en toe en verdwaald stuk natuur (kale, kunstige boomstronk, door de elementen gevormde kei). In Nederland wordt hij vanaf nu vertegenwoordigd door Skins.
De presentatie onderscheidt zich een beetje van de meeste van zijn concullega’s doordat de standaardflacon bij iedere geur een eigen minimal decoratie in de stemming van de geur krijgt. Maar voor de rest toch: less is more, more of the same en me too. Ik lees op zijn site dat hij een van de weinige eigenaar-oprichters en onafhankelijke luxe parfumhuizen in Europa is. Door deze creatieve vrijheid kan hij individuele geuren creëren die eenvoudigweg uniek zijn.
Nou het eerste is niet waar – ik noem slechts Mona di Orio en Etat Libre Orange – en wat die uniekheid betreft; daar valt het een en ander op af te dingen. Want dat zijn de geuren niet. En dat kan tegenwoordig ook bijna niet meer – of je moet een geurengek als Hilde Soliani of John Pegg van Kerosine zijn. En dan nog. Heeley’s parfums zijn mooi gemaakt, van de beste ingrediënten, maar blijven toch elegante variaties op klassieke parfumthema’s. Ze schuren niet, hebben geen edgy randje of maken combinaties die je niet voor mogelijk had gehouden. Lees je een beetje aan de namen af. Die zijn klassiek met af en toe een vrolijke, eigentijdse invalshoek – Bubblegum Chic (2013). Voor de eerste drie analyses heb ik Ophélia, Mente Fraîche en Cuir Pleine Fleur genomen omdat ik benieuwd ben hoe Heeley respectievelijk een van de klassieke heldinnen uit de Engelse literatuur interpreteert, het zijn debuut was en je me altijd kunt wakker maken voor een nieuwe leergeur.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Nog een reden: ik kan ze alle drie mooi aan elkaar praten. Altijd weer leuk om te lezen dat een parfumhuis ‘rare ingredients of the finest quality, according to the traditional art of fine perfumery’ gebruikt. Is deze volledig overbodige info er (want vanzelfsprekend, daar heb je het niet over lijkt me in de nicheparfumerie) om de weifelende consument echt te overtuigen dat hij niet teveel betaalt… ?
James Heeley noemt Ophélia (2012) ‘too pretty for words’. Hmm, het is maar net over wat voor een uitgebreide woordenschat je beschikt of niet. Mijn indruk: een mooie, elegante volbloemige geur waarvan het ‘volle geel’ (sensualiteit) wordt getemperd door groen.
Het kunnen de stengels en gebladerte zijn van de ‘gele’ jasmijn, ylang-ylang en tuberoos. Deze crispy noten worden vermengd met een waterachtige noot (de opgevoerde waterlelie?) en hechten zich sierlijk aan de voluptueuze rijkdom van deze drie sensuele versierders. De laatste twee met name zijn goed te onderscheiden en zorgen voor een smeuïg, ‘volle boter’-effect, terwijl de jasmijn het totale bloemplaatje versterkt.
De afronding van witte musk, ambergris en mos (die garandeert dat Ophélia niet te clean en schoongewassen wordt) houdt dit mooi vast. Ophélia staat door het toneelstuk Hamlet van William Shakespeare voor intens verdriet dat letterlijk steeds gekkere vormen aanneemt.
Als Hamlet haar vader Polonius doodsteekt, begint haar droefenis verwarrend voor haar omgeving te werken; Ophélia drijft die tot wanhoop onbegrijpelijke liedjes. Later verdrinkt ze onder mysterieuze omstandigheden in een ondiepe beek. Dit inspireerde John Everett Millais tot een van zijn beroemdste schilderijen in 1852 (zie afbeelding onderaan) en James Heeley volgens mij tot zijn geur: je ziet op dit doek de ingrediënten als het ware ronddrijven en groeien aan de rand van het water.
Waar ook met een beetje fantasie het munt uit Menthe Fraîche (2006) welig tiert. Deze geur wordt door Heeley omschreven als ‘simply fresh, like garden mint’. Maar zonder de groene scherpte eigen aan (water)munt (maar wel overrompelend in zijn hoeveelheid) waardoor er een soort van casual elegance ontstaat.
Het is tenslotte een compositie. Hiervoor verantwoordelijk: sprankelende bergamot en groene thee. Origineel is om in plaats van jasmijn, fresia aan deze ‘watermunt’-thee toe te voegen. Maakt de geur anders. Is plaats van bloemig fris wordt het fris-bloemig (en roept hierdoor een associatie op met Antonia’s Flowers uit 1984). Wit cederhout en gelukkig geen witte musk houdt deze groenheid vast.
Beetje vreemd gebruikersprofiel krijgt Menthe Fraîche mee. De soort man: clean en fit. Denk aan de hoofdpersoon Patrick Bateman in de verfilming van American Psycho (2000) – zie trailer. De soort vrouw: heeft witte tanden, draagt lipgloss, is sexy.
En dit soort man en vrouw vindt het ook aangenaam om in een sportauto van Engelse makelij – vintage naar ik vermoed – te rijden over velden en wegen van het Engelse platteland terwijl de bladeren vallen. Heeley draagt andere types aan voor Cuir Pleine Fleur (2013). Achter ‘zijn’ stuur zit een van de hoofdrolspelers uit de roman The Great Gatsby (1935) van Scott Fitzgerald – zie trailer. De vrouw die valt voor deze ‘luxury of fine leather’ is een paardrijdster die beschikt over natuurlijke gratie – lang leve het cliché. Qua type denk aan fatale Faye Dunaway in haar jonge jaren toen ze Evelyn Cross Mulwray speelde in Roman Polanski’s film Chinatown uit 1974 (zie trailer) dat zich in dezelfde periode afspeelt als The Great Gatsby – de ‘onschuldige jaren’ voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.
Het is duidelijk: Cuir Pleine Fleur roept op wat eigenlijk de meeste leergeuren doen: robuuste chic. Leer van een vintage-auto, het leren tuigage van een paard in een bosachtige omgeving en je hebt het inderdaad verbeeldt. Opvallend: eerst lijkt het alsof je de opening en het hart in één keer ruikt. Ofwel, een frisbloemige ontmoeting tussen viooltjesblad, bergamot en mimosa, meidoorn en roos. Hierdoor beweegt zich een zachtzoete noot van kaneel ondergedompeld in honing of honing vastgeplakt aan een kaneelstokje als je zo wilt.
Mooi dat je de mimosa-meidoorn-roos combi (zonnig, droog met zoete ondertoon) zo goed ruikt, maar dat plezier maakt geleidelijk plaats voor een krachtige leernoot, begeleid door kamperfoelie (die ik zowaar waarneem in dit leergeweld) en wordt opgeroepen met castoreum en berkenteer ondersteund door een krachtige houtnoot van vetiver en Atlascederhout. Gewoon mooi gedaan.
RUIK & VERGELIJK
Kunnen we doen. En is niet zo moeilijk. Gezien de geuren van James Heeley in duidelijke categorieën vallen:
Mente Fraîche heeft veel weg van:
Guerlain – Aqua Allegoria – Herba Fresca (1999)
Kerosine Creature (2012)
Ophélia lijkt op:
Cartier Baiser Volé (2012)
Cuir Pleine Fleur ademt in dezelfde richting als (al heel vaak geroken, maar nog niet besproken):
L’Artisan Parfumeur Cuir Fétiche (2011)
Hoi Erik,
wanneer ga je een boek schrijven of ben je er al mee bezig? ik koop het. vrijdag 18 oktober ga ik weer met mijn vriendin Pascale naar Maria in IJsselstein en dan is er weer genoeg nieuws te bewonderen. Heeft Skins Groningen de geuren van meneer Heely ook of zijn ze alleen in Amsterdam te bewonderen?