DRIE NICHE-TRENDS GEBOTTELD IN DRIE SUPERBE PARFUMEXTRACTEN
Jaar van lancering: 2011
Laatst aangepast: 12/03/14
Neus: James Heeley
Concept & realisatie: James Heeley
Doet het altijd goed en staat zogenaamd chic om je eigen visie op ‘de dingen des levens’ te onderstrepen met een observatie van een personality geliefd om zijn elitaire, snobby, cynische en humoristische kritiek. Dan heb je aan Oscar Wilde een goede. Elke denkbare karaktertrek (met name in de categorie ‘ijdelheid’) zette hij om in treffende constatering. ‘It is only the shallow who do not judge by appearences’, zei hij ooit en vormt de leidraad voor de Extrait de Parfum-collectie uit 2011 van James Heely dus.
Maar wat hij hier precies mee wilt zeggen? Ik heb geen zin om hem te mailen. Zal wel. Ter verduidelijking voegt Heeley er aan toe dat ‘hoewel onzichtbaar, parfum over stemmingen, seizoenen, houding, textuur, kleur en context gaat. Het is onderdeel van onze persoonlijkheid en verschijning’. Open deur voor drie geuren die enkele van zijn favoriete ingrediënten ‘in een hoge concentratie presenteren voor een meer intens en luxueus gevoel’, eindigend met een voor mij eveneens geheel onbegrijpelijk ‘er is tijd en plaats voor alles’. En dan te bedenken dat James Heeley een voormalig filosofiestudent is…
In ieder geval Agarwoud, L’Amandière en Bubblegum Chic geven een mooi, actueel overzicht van de ‘de staat van de niche-parfumerie’ omdat het drie geurconcepten vertegenwoordigt die het nu goed doen. Respectievelijk – here we go again – oud, ‘licht gourmand in het voorjaar’ en het witte bloemenparfum.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Ik had me voorgenomen om 2014 uit te roepen tot ‘oud-vrij’-jaar. Maar dat staat eigenlijk gelijk aan politieke parfumzelfmoord… Mijn ‘narrow escape’-excuus bij Heeley: Agarwoud verscheen in 2011. Om in de stemming te komen moet je volgens hem denken aan ‘extrait de devotion, serenity, eagle, prayer, space, meditation, temple, prince, Siddhartha, gold, dark, wood, forest, power, mind, fertility, mist, rising, control, wealth, poverty, spirit, forever’. Voor mij is het geen puur oud, maar eerder ‘rozenhout’ (voorafgegaan door een ‘soort van’ zoete, melkachtige noot). Dus meer roos dan oud. Het is een volle en zoete Bulgaarse roos geënt op de stam van de aquilaria-boom. Je ruikt het oud door de rozenblaadjes heen.
Hierdoor is het oud ook minder meeslepend en verzengend Arabisch, wat nog eens versterkt wordt door een, ik kan het niet anders omschrijven, zeer elegant-zachte amberbasis met een nadruk op benzoïne waardoor de afronding helder en open blijft. Warm zonder te smeulen. Zon zonder verbrandingsgevaar. Met andere woorden: Agarwoud is oud prêt-à-porter zonder ‘bang’ te moeten zijn dat de hele wereld naar je kijkt als je voorbijloopt – iets waar de kans groot op is als je met de ouds van Montale op pad gaat.
L’Amandière is heel mooi, heel delicaat. Een fantasienaam (ik hou het op amandelplukster) voor een fantasierijk parfum en tegelijkertijd ‘a portrait of spring’ aldus Heeley. I couldn’t agree more. Dit is precies wat je je voorstelt bij het voorjaar: onschuldig fris en bloemig, en ogenschijnlijk simpel van structuur. Not dus. Want deze amandelplukster loopt door een prachtige, beetje verwilderde tuin annex boomgaard waar je die typische geur van vruchtenboombloesems kunt ruiken. Beetje weeïg, beetje zoet, beetje fris.
Het ‘gevoel’ van groene amandelbloesem ruik je heel goed; het vormt als het ware het poederig-zoete geraamte van de geur. En neemt de fris-groene hyacint en dito wilde hyacint (bluebell) die onder de amandelboom bloeien heel elegant in zich op. Eveneens het gras, want er zit heel even een hele subtiel groene, niet-bloemige noot in de opening. Om het bloemige karakter te versterken ruik je ‘in de verte’ ook een nog een verwilderde roos en boerenjasmijn.
En om het groene, zonnige voorjaarsgevoel verder te accentueren, dwarrelt boven dit alles een regen van pollen- en honingachtige lindebloesem. Van een basis is nauwelijks sprake. L’Amandière is er eigenlijk in één keer vanaf het begin. Maar ik vermoed een delicaat poeder van witte musk, amandel en vanille. De sfeer die James Heeley wil oproepen: ‘Kissing in a French country orchard’. En dat is hem heel goed gelukt.
De naam ligt in de lijn van Frédéric Malle Lipstick Rose (2000) en ook moet ik denken aan de humoristische namen van Etat Libre Orange. Bubblegum Chic combineert de genoegens van het kindvrouwtje Lolita die in haar Barbie-boudoir wacht (verveeld kauwgombellen blazend) op haar verboden amant die ook de amant van mama blijkt te zijn. Maar dat weet de laatste nog niet. Hopelijk heeft hij Bubblegum Chic alleen aan dochterlief geschonken, want als ‘moeders’ deze geur ook bij haar ruikt dat zijn de rapen gaar.
Want deze tuberoos laat niets aan de verbeelding over, ervan uitgaand dat je gelooft in het erotiserende karakter van deze fatale bloem – I do. Vol, sensueel, warm, zongekuste huid en ‘lekker romig’ -alsof de tuberoos in de boter is gelegd om het parfum ervan te extraheren. Opvallend is de scherpe, medicinale opening. Groen als je zo wilt. Weliswaar als een flits, maar toch. Ik vind dat aangenaam, anders zit je direct in de geile, erogene zone van de geur, het hart.
Tuberoos dus. Eerst fel, alle aandacht opeisend om vervolgens zachter en bloemiger te worden door een gulle dosis frisse jasmijn. En die komen na verloop van tijd in een elegant-erotische balans. Opvallend en aangenaam: de witte musk in de basis is weliswaar scherp en linkt mooi met de opening, maar wordt geleidelijk aan katoenpluiziger en blijft – hoera! – gelukkig gevrijwaard van een te cleane laundry-finish.
Dit is natuurlijk de zoveelste tuberoosgeur in een rij en ik zal Bubblegum Chic waarschijnlijk verwarren met de concurrentie tijdens een blindtest. Maar het is gewoon goed gemaakt. Wat ik vooral leuk vind: de sluier van rood fruit die zich door de hele geur fluisterend manifesteert. Hier geldt hetzelfde als voor de witte musk: gedoseerd zonder een ‘explosie’-effect. Iets wat tegenwoordig zo vaak gebeurt met framboos, lychee, aardbei, veenbes en rode bes. James Heeley heeft bij Bubblegum Chic één soort vrouw in gedachten: een drop dead gorgeous. Wie dat is? Laten moeder en dochter er maar om vechten…
RUIK&VERGELIJK
Ik denk er over om te stoppen met Ruik&Vergelijk, want daar is tegenwoordig eigenlijk geen beginnen meer aan. Voor je het weet beledig ik iemand door te vergelijken. Iedereen die mij volgt weet inmiddels dat de meeste geuren variaties op een thema zijn. En dan is het meer een kwestie van of je vindt dat of wel God, of wel de duivel ‘in the details’ zit.