TUT, TUT, TUT… TUBEROOS?
OFWEL: ORANJEBLOESEMGEUR DIE ZICH ‘TUBEROOS’ NOEMT
Jaar van lancering: 2006
Laatst aangepast: 11/12/12
Neus: Alberto Morillas
Concept & realisatie: Fabrice Penot, Eddie Roschi
Hoeveel pure tuberoosgeuren zijn er? Te veel (om op te noemen). Hoe zorg je er dan voor dat jouw tuberoos opvalt? Een mogelijkheid bedacht door Le Labo: door die te koop aan te bieden op slechts één plek. In dit geval New York. Fijn voor jullie ‘big appelers’. En voor de parfumpechvogels onder ons: die moeten echt wild gek zijn op tuberoosgeuren om speciaal een trip naar New York te plannen (maar niet heus).
Daar staat dan weer tegenover dat Le Labo Aldehyde 44 (2006) alleen voor Dallas maakte, Vanille 44 (2007) voor Parijs, Poivre 23 (2008) voor Londen, Musc 25 (idem) voor Los Angeles, Gaiac 10 (idem) voor Tokio en Baie Rose 26 (idem) voor Chicago. En, een zijspoor, wanneer is Amsterdam of Brussel aan de beurt?
Maar hoe komt Maria van Geuren dan aan dat testertje dat ze me onlangs gaf? Ze heeft bij mijn weten niet onlangs een transcontinentale vlucht geboekt. Maar een gewaarschuwd tuberoos-addict telt voor twee, want ik zeg: ga niet naar New York. Want, hoe is het in hemelsnaam mogelijk dat je een geur Tubereuse 40 (het getal slaat op het aantal gebruikte ingrediënten – de filosofie van Le Labo om dat te vermelden) noemt, terwijl je haar nauwelijks ruikt. Sterker: ik ruik deze ‘g-spot-bloem’ in geen velden of wegen. Maar misschien is dat de grap. En ruiken Vanille 44, Poivre 23 en Musc 25 (nog niet getest) respectievelijk misschien wel naar cistus labdanum, iris en heliotroop.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Volgende vraag. Hoeveel pure oranjebloesemgeuren zijn er? Te veel (om op te noemen). Want dat is wat ik ruik in de opening die verdomde lang duurt vooral als je op tuberoos zit te wachten: oranjebloesem, oranjebloesem, oranjebloesem. Petitgrain, petitgrain, petitgrain. Neroli, neroli, neroli (voor alle drie zie tekening). En behoorlijk scherp (met dank aan rozemarijn, mooi detail dat wel) als een ouderwetse citruscologne. Wordt nog eens versterkt door citroen en mandarijn. ‘Hé geile tuberoos, waar blijf je?’ Maar dat is dus bedoeling, want ik lees op de site dat deze frisse opening een ‘surprising eau de cologne-effect’ heeft, ‘pure well-being’. En dan als het goed is ‘Tubereuse 40 then slowly develops to the woody, white floral heart that gives it unique character and comfort’.
Met andere woorden in het hart mimosa, roos en jasmijn waar de tuberoos het uiteindelijk voor het zeggen krijgt. Ik zeg nog een keer: ‘Hé geile tuberoos waar blijf je?’ Ik heb de geur nu vier maal getest… en telkens blijft de colognenoot omnipresent, omnipersistent. Ik wou dat ik de mimosa in harmonie met roos en jasmijn rook.
Not. Ik ruik witte bloemen, maar dat is oranjebloesem ook. In de basis is het de bedoeling dat ceder- en sandelhout unisono meezingen met eikenmos, diverse musksoorten en ambrette om je in ‘rockstemming’ te brengen van intensiteit, puurheid en zuiver plezier. Ja, er treedt een zekere ‘verhouting’ en verzachting op. Maar… geen tuberoos. Voor mij blijft de knisperende, schurende sensatie van een pure neroli-cologne overheersen. Niets mis mee. Noem het alleen geen Tubereuse 40, maar Agrumes 100.
RUIK & VERGELIJK
Laat je niet misleiden. Je hoeft als niche-neuroot niet naar New York voor een puur tuberoosparfum. De fans weten het al: er is altijd Fracas (1949) van Robert Piguet. En qua hip en niche: Parfums Générale en Histoires de Parfums kunnen er ook wat van. En wat verfrissende oranjebloesemnerolipetitgrain-colognesensatie in eau de parfum-concentratie betreft: onderstaande lijkt als twee druppels water op Tubereuse 40:
Tom Ford – Private Blend – Neroli Portefino (2007)