RUIKT HEEL ERG NAAR NICHE VAN NU
GEMENGDE GEVOELENS
Laatst aangepast: 30/04/19
Jaar van lancering: 1953
Herlancering: 2010
Neus: Francis Fabron/Aurelien Guichard
Dat is toch vreemd, of eerder gezegd bizar: www je voor de geur Calypso dan verschijnt als eerste de site waarvan het verhaal gaat dat ze alleen maar neppers leveren: www.notino.com. Ik heb het er al een keer over gehad in parfumpraatje met www.parfumaria.com. Ook de tweede die verschijnt ‘belooft’ niet veel goeds: www.hbb24.nl. Nooit van gehoord. Pas op de achtste plaats komt www.robertpiguetparfums.
En die weet iets te vermelden wat ik nog niet wist terwijl ik toch enigszins op de hoogte ben van de Griekse en Romeinse goden. Calypso was een nimf (dochter van de Titan Atlas) die resideerde op het mythische eiland Ogygia waar ze Odysseus jarenlang vasthield tijdens zijn omzwervingen na de val van Troje. Niet voor eeuwig, want oppergod Zeus bevool haar hem vrij te laten. Dat doe je dan netjes, wil je zelf niet door de toorn van hem getroffen worden.
En ik maar in mijn onmetelijke wijsheid denken dat calypso in eerste instantie gewoon een lekkere dans was, gelijk een samba en/of rimba. De ‘erfgenamen’ van couturier Robert Piguet, speelden met deze tweeërlei betekenissen in de oorspronkelijke promotiecampagne. Zoals blijkt uit een Spaanse advertentie: ‘Het is geen dans, het is geen mythologische nymf, het is het nieuwe parfum van Robert Piguet’. Kijk, dat noem ik smart en humoristisch, iets waar het de laatste tijd nogal aan ontbreekt in de constant zichzelf feliciterende wereld van niche.
WAT CALYPSO IK EIGENLIJK?
In ieder geval: helaas heb ik de oerversie nooit geroken (doe ik als het me lukt om weer een afspraak te maken in de Osmothèque van Versailles), maar die klinkt op papier interessanter en meer resoluut dan de nieuwe: galbanum en citrusnoten die via een door anjer gestuurd bloemboeket naar een basis afglijdt die wordt gekenmerkt door een über-injectie van dierlijke noten: civet, ambergris en suède.
De nieuwe versie doet volgens mij geen enkele poging om het origineel te benaderen. Wat je krijgt is een voorwaar zeer aangename ambergeur die alleen netjes het nichetraject van nu volgt: enigszins present-opulent – je krijgt een smeuïg, beetje naar ‘benzoïne-gourmand’ neigend parfum dat er gewoon is, zo een waarvan je zegt om iemand te complimenteren met ‘wat ruik je lekker zeg!’ En dan maar hopen dat die geste gewaardeerd wordt. Van Calypso val je niet van je stoel. Nu hoeft dat ook niet, maar gezien de vintage-status van Robert Piguet dan toch weer wel. Zeker in het geval van een herlancering.
En eerlijk gezegd, ik word een beetje amber-gourmand-moe. Hoewel in 2010 gelanceerd, waren er volgens mij toen ook al tig geuren die roos combineren met iris en patchoeli, en eindigen met een velvety touch. Wat Calypso wellicht onderscheidt is de nadruk op suède. Wat ik vooral jammer vind is de niet-opening, terwijl dat nu juist kenmerkend is voor vintage Piguet. Ik bedoel: tegen de green-greener-greenest opening van Bandit (1945) zeg ik nog steeds ‘u’.
En wat www.robertpiguetparfums verder vermeldt, deel ik niet: ‘A composition of exotic character and emotion’. Wat is exotisch aan iets wat al common knowlegde is in de parfumerie: amber/oriëntaalse geuren? De geur wordt uitgeleide gedaan met ‘lively, distinct, and unique, Calypso lingers in the memory like a haunting siren’s call’. Lively: niet echt, de compositie sprankelt in geen enkel opzicht – één en al comfortabele kasjmier-warmte. Unique: hebben we het niet over. Siren’s call: ik snap de link met de mythologie, maar zo gevaarlijk, ‘ruiken op eigen risico’ is Calypso niet. Was het maar waar.
Ik las op www.basenotes.com een anlyse van ‘gimmegreen’ die perfect met mijn bevindingen overeenkomt: ‘Een ‘oud geld’-begin – discreet, gereserveerd. Men denkt: een bloemige delicatesse met lippenstiftondertonen van iris en de zachte streling van suède. Helaas, na korte tijd, blijft er een zo-zo huid-knuffelend zoetig suède achter – en mijn neus moet zich inspannen om dat zelfs te vangen’.