AUSTRALIË ALS LIFESTYLE, BELEVENIS
DOWN UNDER COOL WATER
Jaar van lancering: 2016
Laatst aangepast: 10/12/17
Neus: Francois Merle-Baudoin
Concept & realisatie: Dimitri Weber
Komt storytelling inmiddels je neusgaten nog niet uit en heb je ‘ondanks alles’ op je vaste schijf daarboven nog wat ruimte voor een nieuw olfactorisch narratief uit die andere nieuwe wereld? Verdiep je dan in Goldfield & Banks. Alles klopt.
Marketing- en lifesyletechnisch dan. Want: weer eens wat anders. Wat? Land van oorsprong. Australië. Het merk heeft (of is het al een huis?), dat dan weer wel, een Frans-Vlaamse link. Dimitri Weber, die ik nog ken van parfumintroducties voor onder meer Cartier en Tom Ford. Maar zoals blijkt werkte hij (wist ik niet) ook ooit ‘onder’ Chantal Roos – de vrouw verantwoordelijk voor de ongekende successen van Yves Saint Laurent, Jean Paul Gaultier en Issey Miyake. Hij emigreerde naar Sydney ontdekte daar the love of his life én de woeste, uitgestrekte natuur en besloot ‘the botanical dream from downunder’ te bottelen en te ‘stylen’ met het koloniale verleden (gold rush, gold diggers) en de daaraan verbonden legendes van het zesde continent.
Zoals de mare dat waar je sandelhout vindt, de grond vol goud zit. De eerste naam was gevonden: Goldfield. Banks refereert aan Joseph Banks, botanist aan boord van kapitein James Cooks HMS Endeavour (1768-1771) die tijdens zijn reizen over de Pacifische wateren op de talloze eilanden duizenden planten catalogiseerde (ook inspiratiebron voor het Argentijnse nichemarkt Fueguia of een van zijn geuren).
Nu nog lokale neuzen die al deze verhalen konden vertalen. Weber zocht contact met Parfumis – een bedrijf met Franse neuzen in Melbourne dat is verbonden aan ABP, de grootste producent in Australië in essentiële oliën. Voor de flaconnage moest Dimitri even terug naar Europa – Pochet et du Courval.
Dit zag ik op www voorbijkomen: ‘During his travels Dimitri came to appreciate some of the 24.000 native species of flora’. Best wel veel. Ik zou bij 24 al geen onderscheid meer kunnen maken. Deze dan wel weer: Australisch sandelhout (Tantalum spitacum) en boronia (Boronia megastigma). Dat is een struik, zie foto, waarvan de bloemetjes een zweem van roos verspreiden en die ‘downunder gay icon’ Kylie Minogue stopte in haar Sweet Darling (2007) samengesteld door de nu-hoofdneus van Guerlain, Thierry Wasser.
WAT PACIFIC ROCK MOSS IK EIGENLIJK?
White Sandalwood, Blue Cypress, Desert Rosewood en Pacific Rock Moss zijn de eerste vier en ik ga ervan uit dat talloze zullen volgen. Zijn inmiddels twee bijgekomen naar ik heb begrepen. Helaas zat in de presskit, tijdens de presentatie in Brussel ontvangen, alleen een flacon van Pacific Rock Moss. Geen proefjes van de andere. Die zitten nog wel in mijn gedachten – met name Desert Rosewood doordat de vergelijking met Shalimar wordt gemaakt – maar kan ik niet uitgebreid toelichten.
Dimitri spreekt niet van top, hart en bodem, maar van sunrise, summit en sunset. Zal wel. De composities veranderen daardoor natuurlijk niet, is meer een ‘sfeerdingetje’. Pacific Rock Moss spray ik al een paar dagen rond. De reden: ik weet niet wat ik ervan moet vinden. De inspiratie: de kust van New South Wales. Dus een marinegeur. Ik hoop dat ik niemand beledig, maar mijn eerste impressie was een mix tussen Davidoffs Cool Water (1988) en Cool Water Woman (1996). En is eigenlijk zo gebleven.
Want ik ruik een ruige, pittige, kruidige zeefrisheid – opgeroepen met citroen, ‘mos’ en salie – met daaronder een zoete, bloemige onderstroom – ik gok op geranium, maar misschien is het wel boronia – met op de bodem gezonken, ‘verzilt’ cederhout. Aangenaam, maar al zó vaak geroken en vraag me af of je deze geur eigenlijk wel als niche kunt classificeren. Eerder massniche. Doet me denken aan een van de uitgangspunten van Montale: naast de oudhs geuren produceren die ‘copycat’ ruiken naar favoriete toptieners maar dan alleen met hoogwaardiger ingrediënten.
Nog iets: Webers intense onderzoek naar de lokale flora resulteert in Pacific Rock Moss in ieder geval niet tot een geur waarvan je zegt ‘typisch downunder’. Hieruit kun je opmaken dat in welk werelddeel je ook komt de aldaar – in kaart gebrachte – oorspronkelijke vegetatie olfactorisch raakvlakken heeft/niet veel verschilt met de usual suspects. Logisch: de meeste species zijn aan elkaar verwant (zoals Charles Darwin long way back heeft aangetoond).
Goldfield & Banks voldoet in vergelijk met de lokale concurrentie – One Seed, Aromantik, Vetiver & Co, The little Alchemist, Èrlithe – aan wat de moderne lifestyleconsument nu verwacht van een hip & happening label: goed gebekt, lekker gepresenteerd in een smooth stijl die oud en nieuw verbindt.