AMBERGRIS VERPAKT IN LEER
MET IN DE FINALE EEN DROOG HOUT-ELEGANTIE
Jaar van lancering: 2016
Laatst aangepast: 10/03/06
Neus: Thierry Wasser
Inspiratie en marktwerking gaan tegenwoordig in de parfumwereld hand in hand. Was het Midden-Oosten eerst een geliefde inspiratiebron qua sfeer, qua exotiek, qua onmogelijk verlangen, qua cliché-verleiding in overtreffende trap, nu is het het (afzet)gebied zèlf – in navolging van Montale in 2000 – waar bijna alle parfumhuizen zich op concentreren. Hoewel door de ‘dramatisch gedaalde’ olieprijs het geld aldaar iets minder overvloedig tegen de plinten op klost, weten de parfumlabels dat daar nog héél véél omzet valt te halen met geuren met ingrediënten – met name oudh – die daar in overdose zeer geliefd, ‘coutume’ zijn, en ook ‘bij ons’ geleidelijk aan onthaal vinden.
Guerlain doet eveneens mee. Commerce oblige! Maar gelukkig: het enige huis dat voor veel liefhebbers nog Franse allure non plus ultra bezit, heeft nooit meegelift op de oudh-trend – afgezien van de tijdelijke verkrijgbare ‘olie-essence’ Oudh Sensuelle (2007). Alhoewel ik wel benieuwd ben hoe Thierry Wasser dit ‘hout der goden’ zou benaderen.
De eerste Midden Oosten-verkenning van Guerlain ‘ter plekke’ in deze: het Les Désert d’Orient-trio (2012). De tweede: Les Absolus d’Orient. In 2014 gestart met Santal Royal en nu uitgebreid met Ambre Éternel, en gelijk nu met Santal Royal ondergebracht in een nieuwe lijn Les Absolus d’Orient. Ga er van uit dat nieuwe zullen volgen. Het uitgangspunt: de queeste naar de nobelste ‘matières premières van deze regio die hun meest waardevolle geheimen onthullen’. Terzijde: ambergris spoelt toch niet alleen aan op de kusten van het Arabische schierland?
Anyway, vol verwachting klopte mijn hart op weg naar de voorjaarspersconferentie van Guerlain in Brussel om kennis te maken met Ambre Éternel. Hoewel ik vind dat Guerlain met deze op één geïnspireerde ‘matière première’-geur achter de trends aanloopt – Guerlain must lead the way in the world of perfume for me – werd ik niet teleurgesteld. Temeer omdat het geen pure ambergeur betreft – dat kennen we nu wel – maar een – bijna – puur ambergris-parfum.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
De opgegeven ingrediënten: kardemom, koriander, oranjebloesemabsoluut, leer en natuurlijk grijze amber. Thierry Wasser vertelt als een ‘scientific traveller’ in het persbericht dat hij verschillende ambergrisklonten verzamelde – ben nieuwsgierig waar en van wie hij ze betrok – op basis van hun iodine (jodium, zout), warme en animale geur om die te verzamelen in een blend – in vaktermen communelle genoemd – om zo de perfecte ambergris-noot te verkrijgen in de vorm van een tinctuur (garandeert de zuiverste vorm).
Massaniello Bogaert, training director Guerlain Europa, preciseerde dit voor mij tijdens de presentatie. De verhouding echte en synthetische ambergris is 40/60. Dit om alles betaalbaar te houden. Was voor 100 procent natuurlijke ambergris gekozen, dan was de prijs richting € 400,00 geschoten. Terzijde: wat is daar mis mee? Genoeg mensen die het er voor over hebben – zeker in het Midden-Oosten.
De geur zit nu vier uur op mijn rechterpols en nog steeds resoneert hij na, zelfs bij thuiskomst door het hele appartement, terwijl dat reukvrij is (vanochtend gelucht en nog niet gekookt). Bij de opening herkende ik de kruidige noten van kardemom en koriander niet direct. De reden, logisch: ambergris. Die ontvouwt zich als een zachte, golvende door de zon belichte oceaanstroom: warm, grof, zilt, ‘inkt-achtig’, beetje animaal-weeïg, maar zonder de scherpe ‘afdronk’ die zoveel synthetische ambergris-geuren kenmerken. En dan in eens wordt deze 40/60-combinatie gewikkeld in leer. Vol, tussen ruig en soepel, en persistent, en voor mij herinneringen oproepend aan de vintageversie van Habit Rouge (1965). Nu ruik ik ook de kruidige noot waar die heel langzaam overgaat in een prachtige sensuele droog-strakke houtbasis die af en toe zoete nootjes verspreidt – de invloed van oranjebloesem veronderstel ik.
Hoe mooi op het eind: de drie hoofdrolspelers – ambergris, leer, hout – fuseren tot een fascinerende sensualiteit gelijk het Arabische filigraan-netwerk van de lambriseringen zoals te zien op de promoclip. Perfect balancerend tussen ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’. Want niet te zoet (‘vrouwelijk’), want niet te droog (‘mannelijk’), en met af en toe het gevoel dat de kardemom voorbij flitst.
Ik neem niet graag meer superlatieven in mijn mond – op zoveel parfumblogs stik je er bijna in waardoor het tegenovergestelde effect en de onkunde alleen maar onderstreept wordt – maar Ambre Éternel is voor mij een meesterlijke exercitie omdat de compositie zich zo vanzelfsprekend en zonder effectbejag manifesteert.