TESTERERONBOMMETJE!
OESTROGEENBOMMETJE!
Jaar van lancering: 2012
Laatst aangepast: 07/10/15
Neus: Véronique Nyberg (op foto onder)
Concept en realisatie: Lutz Hermann, Tamas Tagscherer (idem)
Ik sprak een tijdje geleden Lutz Hermann tijdens de officiële opening van www.thefragrancestore.nl in de Amsterdamse Pijp. Hij (ontwerper) is met Tamas Tagscherer (marketing-communicatie) en Véronique Nyberg (neus) ‘heroprichter’ van J. F. Schwarzlose. Een van de weinige in de loop van de twintigste eeuw verdwenen Duitse parfumhuizen waarvan de naam nog (niet) in bezit was van een cosmetica-reus. Want dat was het uitgangspunt: met een oud, vergeten parfumhuis van Duitse oorsprong aantonen dat Frankrijk – contrary popular belief – op parfumgebied niet alleen de scepter zwaaide.
Ter uwer informatie: tussen Parijs en Berlijn heerste in de 19de eeuw een concurrentiestrijd, een soort van wedloop, het elkaar aftroeven met grootscheepse industriële, stedenbouwkundige en kunstzinnige projecten die allemaal in het verlengde lagen van het prikkelen en opzwepen van de ‘eeuwige’ vijandschap tussen Frankrijk en Duitsland. Deze wederzijdse megalomanie resulteerde uiteindelijk in de Frans-Duitse oorlog van 1870 die door Napoleon III werd verloren. Dat was dus inderdaad – niet afhaken, er volgt nu een parfumlink – de man van keizerin Eugénie van Frankrijk aan wie Pierre-François-Pascal Guerlain in 1853 Eau de cologne Impériale opdroeg.
J.F. staat voor de pianobouwer Joachim Friedrich die in 1856 een drogisterij opent om zijn vele kinderen – tien stuks – van werk te verzekeren. In 1870 – een jaar voor heel Duitsland werd verenigd onder een keizerrijk – levert het al aan het Pruisische hof in Berlijn. Twee zoons – Max en Franz – besluiten eigen parfums te ontwikkelen. Om dit proces te faciliteren kopen ze in 1895 het parfumhuis Treu & Nuglisch (anno 1820) dat ook al de koninklijke goedkeuring had van het Pruisische maar ook van het Oostenrijkse-Hongaarse hof.
Naam van het parfumhuis: J.F. Schwarzlose Söhne – Treu & Nuglisch. Het gaat goed zoals dat heet. De parfums slaan aan: Centifolia Rose, Chic, Finale, Frappante, Hohenzollern Veilchen, Hyazina, Jockey Club, Juchten, Kyphi, Meiglöckchen, Lilaflor, Royalin, Peau d’Espagne, Prachtnelke, Trance, Treffpunkt 8 Uhr, Violetta Sola Vera. En niet alleen ‘zu Haus’: de geuren wisten begin twintigste eeuw zelfs door te dringen tot het Chinese keizerlijke hof in de Verboden Stad te Peking.
Interessant: de grondstoffen werden geleverd door firma Spahn & Büttner (anno 1829) in 1839 omgedoopt tot Spahn und Schimmel en later tot Schimmel & Co. Volgens Lutz Hermann een van de grondleggers van de moderne parfumindustrie. Hermann beweert zelfs dat hierdoor J. F. Schwarzlose als eerste, en niet Chanel, een aldehydenparfum lanceerde – kom ik een keer op terug – met de naam 1A-33. Deze ‘code’ staat voor het toenmalige autokenteken van Berlijn (1A) en het Berlijnse district (33) waar de fabriek van Treu & Nuglisch was gevestigd.
Het bedrijf doorstond de wereldcrisis van 1929, maar hoe het precies de oorlog doorkwam, is onduidelijk. De fabrieken, kantoren en winkels (?) werden, zoals bijna heel Berlijn, in ieder geval in 1944 tijdens bombardementen van de geallieerden met de grond gelijk gemaakt.
De toenmalige directie kon met behulp van het Marshallplan opnieuw beginnen. Met de bouw van de Berlijnse muur, waren er wederom problemen aangezien die midden door het terrein liep waarop de J.F. Schwarzlose-fabriek stond. De parfumpret houdt in 1976 definitief op omdat door een nieuw bestemmingsplan de fabriek plaats moest maken voor sociale woningbouw en de toenmalige eigenaresse, Annemarie Köthner, geen zin had om te verhuizen naar een nieuw terrein. Rausch is een van de eerste vijf geuren die onder de nieuwe leiding werd gelanceerd en is samen met Zeitgeist niet gebaseerd op een oude formule uit het J.F. Schwarzlose-archief, zoals 1A-33, Trance en Treffpunkt 8 Uhr. Allemaal uit 2012. Nieuw: Fetish en Altruist – beide dit jaar.
Opvallend, afgezien van de vintage-versies: Lutz Hermann wil een nieuwe manier van excitement creëren die de sfeer van vooroorlogs Berlijn – denk de film Cabaret – combineert met de nightlifevibraties en -prikkels van nu. Wel een beetje cliché gezien de namen. Toont maar weer eens aan hoe ook ‘nieuwe’ huizen vaak niet out of the box kunnen denken. Neem Rausch: is dus roes of rush. Ook een gelijknamige geur van Gucci en het tijdelijk roesverhogende paardenmiddel: poppers.
Wat mij vooral aanspreekt in de geuren zijn de Duitse namen die volgens mij ook bij anderstaligen met een beetje ontwikkeling direct begrepen worden en die iets zeggen over de enorme invloed die de Duitse cultuur ooit had in de westerse invloedsfeer. Zoals Zeitgeist – in diverse andere talen als betekenis ook nog steeds een begrip. En in minder mate Rausch. En zoiets werkt en versterkt; ik herinner me van de Amerikaanse tv-serie The X Files dat enkele afleveringen Duits getiteld waren, en krachtig de boodschap duidelijk maakten: Unruhe en Die Hand die verletzt. Dat dan weer wel: jammer de te eenvoudige dertien-in-een-dozijn-standaardflacon – iets waar meer heropende huizen zich van bedienen. Lutz Hermann is nota bene flaconontwerper voor de parfumindustrie. De ‘noodzaak’ van deze herlancering was nog vanzelfsprekender geweest als gebruik was gemaakt van oude modellen uit het archief: die onderstrepen hoe goed de totaalpresentatie was en niet onderdeed voor ‘Parijs’.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Niets moeilijker dan een gevoel, een idee, een stemming samengebald in een pakkende parfumnaam om te zetten. Er zijn heel veel parfums die hierdoor – want niet in overeenstemming met de inhoud, de boodschap – zijn geflopt. Hoewel je als parfumsnob kunt beweren dat je je hierdoor niet laat leiden, werkt het volgens mij toch op onbewust niveau. Het kan de ‘acceptatie’ van de compositie positief of negatief beïnvloeden.
Rausch doet met mij in ieder geval meer dan met Gucci’s Rush (1999) en Rush for Men (2000) – het is sensueler, opzwepend en heeft iets duisters-sexy, rauw op het lijf. Dat komt door de slimme compositie. Die verwerkt het nog steeds te hippe oudh – hier met mate toegepast waardoor ik me afvraag of het wel the real stuff is – met een overdosis vanille die zelfs bij vanille-haters een gevoelige snaar moet weten te raken.
De reden: de vanille krijgt verdieping, wordt mooi ondersteund door hout waardoor de gourmandlink op de achtergrond verdwijnt: cypriol (nagarmotha), sandelhout en patchoeli. Cypriol zorgt voor een krachtige rokerige en leerachtige noten – rauw op het lijf dus. Een testeronbommetje voor hem, een oestrogeenbommetje voor haar.
Sandelhout zorgt voor elegantie, maakt het andere hout ‘smeuïg’. Patchoeli versterkt die kamferachtige noot van oudh. En de amber legt onder de hele compositie een lekker smeulend vuurtje. Ben je geil en opgewonden – wel of niet door een pretpilletje – en je ruikt Rausch in iemands nek of op een ander lichaamsdeel, grote kans dat je nog geiler en opgewondener wordt. Kleren van het lijf en dergelijke. Ik bedoel: met onschuldig geparfumeerde bloemetjes of een witte musk gelaagd geurgevalletje vermoed ik dat de uitwerking ‘in the rush of the moment’ anders zal zijn.