STERREN KIJKEN, STERREN RUIKEN
Jaar van lancering: 2015
Laatst aangepast: 31/08/15
Neus: Paolo Terenzi
Concept & realisatie: Tiziana Terenzi
Tiziana Terenzi is de dochter van Evelino en Cereria Terenzi die in 1968 in Cattolica (Italië) een atelier voor geurkaarsen openden. Het was stroomde Evelino als het ware door de aderen, want zijn vader Guglielmo stond met zijn vrouw (Luigia Mancini) aan de wieg van een bedrijf dat zich specialiseerde in de productie van kerkkaarsen. Samen met haar broer, parfumeur Paolo Terenzi, runt Tiziana inmiddels de family business.
En ze heeft de smaak te pakken. Want het zijn niet alleen kaarsen, maar ook ‘echte’ geuren. En wel: toegankelijke niche. En daar is niets mis mee. Behalve misschien de hoeveelheid in korte tijd. Sinds 2012 zijn er tien verschenen. Kan er ook wel bij: de V Canto Collection. Ook tien stuks. Dit jaar in één keer gelanceerd. Kan er ook nog wel bij: de Luna Collection. Een kwartet, omschreven als uitzonderlijke parfums genoemd naar mysterieuze sterren die ‘s nachts schitteren aan het firmament: Andromeda, Cassiopea, Draco, Ursa. Wil je weten waar ze exact ‘staan’ en waarnaar ze zijn genoemd – Geurengoeroe adviseert naar Wikipedia te gaan.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Vooral de eerste drie ontlopen elkaar – met name in de opening – niet veel: fris, fruitig, zoet en transparant. In de loop naar de basis trekken ze ieder hun eigen spoor, geven hun specifieke karakter bloot. Haaks hierop staat Ursa door zijn sterke houtachtige basis. Om in gebruikersclichés te spreken; Andromeda, Cassiopea en Draco meer vrouwelijk, Ursa dus mannelijker.
Nog iets: enkele geuren brengen me aan het twijfelen. Ik ruik een aantal ingrediënten niet (echt) en meen andere juist wél te ruiken. Met name in Andromeda. Is voor mij kort door het heelal: zoet-fris, zoet-bloemig (cyclaam) en witte musk. Maar ik zou eigenlijk moeten ruiken in de opening: alsem, citroen, wierook, steranijs. In het hart: galbanum, kaneel, anjer, tijm, cyclaam, Sezchuan-peper. En cederhout, witte musk, kasjmierhout, patchoeli, benzoïne, tonkaboon, amber, berk en tabak in de basis.
Dit is mijn impressie: een opening zo helder als een stralende, openlucht ‘ergens in Verre Oosten’ met een groen-zoete zweem die in het hart alleen maar zoeter wordt. Afgezien van de kruiden – balancerend tussen zoet en pittig – is het met name de laatste jaren weinig geplukte cyclaam die voor een opmerkelijke zoetbloemige toets zorgt (maar kan ‘voor hetzelfde geld’ ook roos en viooltje zijn). De basis is een oosterse ontmoeting tussen ‘zacht’ hout en harsen die warm en gloedvol worden gemaakt met amber en tabak.
Cassiopea is makkelijker te detecteren. Passievrucht en zwarte bes springen er uit in de opening ondersteund door citroen. Lekker exotisch zoet zonder dat het ‘richting’ Italiaanse ijssalon gaat. De compositie zweeft tussen een fruitige chypre en floriental.
Opvallend is dat in het hart theeroos en lelietje-van-dalen hun luchtigheid behouden ondanks de toevoeging van de als zwaar en kruidig bekendstaande anjer. Die begint eigenlijk pas ‘op het einde’ te bloeien; voelt zich eigenlijk meer bij poederige basis thuis; een door sandelhout en tonkaboon ingepakte witte musk die hierdoor niet hard, maar mooi zacht poederig wordt.
Draco is de meest onschuldige ster van de vier. Een zachte en lieflijke bloemengeur die een klassiek parcours aflegt: van fris naar bloemig, van bloemig naar een bijna ‘overzoete’ basis. De zachtheid van het geheel wordt benadrukt door de perzik in het hart en in basis, en de poederige wisselwerking van heliotroop, tonkaboon en musk.
Ursa durft het meest. Ongegeneerd. Lang geladen dat een parfum zo zwaar en heftig opent. Kruidig gourmand schiet me te binnen. Maar geen kermis, eerder zouk. Mooi uitgebalanceerd: droog-kruidig nootmuskaat en elemi-hars geven het gedroogde fruit ondergedompeld in rum een zekere gelaagdheid. En tussen deze kruidige en zoete noten – eigenlijk al een compositie op zichzelf – neem je een dierlijk spoor waar. Een voorbode van de oud in de nasleep.
Ursa is het tegendeel van lief en klassiek-verleidelijk door het ontbreken van bloemen in het hart. Hiervoor in de plaats een duistere houtmelange van patchoeli, wierook, tabak en vetiver die ‘doorrookt’ lijkt. Met een spoor van oud die in de basis alle aandacht opeist – extra dierlijk gemaakt door leer dat ingewreven is met een smeuïge, ‘pittige’ vanille.