SOMETHING OLD, SOMETHING NEW BEAUTIFULLY ASSEMBLED
ZO RUIKT TOEGANKELIJKE NICHE ANNO 2015
Jaar van lancering: 2015
Laatst aangepast: 22/05/15
Neus: Fabrice Pellegrin
‘Een olfactorisch landschap, een nostalgisch moment dat de grenzen van herinnering en realiteit doorbreekt. Een glimp van de natuur, een pad dat leidt van het bos naar de kust’. Was je nog geen dromer, je wordt het door deze vaag-poëtische verantwoording.
Dyptique hanteert hiermee het uit den treuren beoefende palet der parfumclichés. Parfum als droomoment, als zachtwasprogramma van de realiteit waardoor het leven nog – een beetje – draagbaar blijft. En in een dergelijke wolk gehuld, vergeef je de andere veel.
Je grimlacht naar de scooter die je bijna omverrijdt, je knikt lieflijk-vermanend naar de in haar eigen gelukscocon whatsappende fietser die andere fietsers doet uitwijken. Je zegt maar niets tegen de muur van toeristen in het Rijksmuseum die jou het zicht bederven op waarvoor je kwam. Trouwens, ik moet zelf oppassen dat ik me niet schuldig maak aan ‘wat gij niet wil dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet’. Want de vriend waarmee ik op een terras zit, vraagt waar ik in hemelsnaam ben met mijn gedachten, omdat hij constant mijn linkerarm naar mijn neus ziet bewegen. Ik excuseer me, en leg uit – “heb je even?” – waarom ik zo aan het snuiven ben. Hij staat toe.
Ik zeg hem dus dat Florabellio een goed voorbeeld is van hoe neuzen met ‘nieuwe’ ingrediënten, een ander maar toch vertrouwd gevoel weten op te roepen. En dat zoiets alleen maar toegejuicht kan worden. Dat komt doordat die ‘nieuwe’ toch bekend voorkomen. In dit geval: zout, (zee)venkel, koffie en sesamzaad. Alleen ervaar je die meestal ‘in andere omstandigheden’, in een ander kader, niet per direct in geur. En die ‘nieuwe’ dienen nu als omlijsting van een zacht-zoetig spoor van appelbloesem en osmanthus dat bij mij het gevoel oproept van een zomerse tuin vlakbij de zee.
Vriend begint nog net niet te gapen, je ziet hem kijken: ‘Is het echt – gôh, jôh?’ Ik snap de hint, verleg het onderwerp, maar denk ondertussen – multi tasking – door over Florabellio. Roep in gedachten de omschrijving op: ‘Op de voorgrond, een verkwikkende zoutige zeebries vermengd met de vegetale bitterheid van zeevenkel. Ontwikkelt zich vervolgens rondom zachte en sensuele appelbloesem op vleugels van een abrikoos-geparfumeerde osmanthus-mist. Op de achtergrond, als een optische illusie, zwierende vleugjes van geroosterde koffie met gebrand sesam-accent, vreemd toch vertrouwd. Een bloemig spoor, dat het perspectief tussen zee, bloemen en fruit, zachtheid en bitterheid laat vervagen… de zintuigen worden geleid naar verafgelegen kustlijnen’.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Bovenstaande. Qua olfactorisch uitdagen schommelt Florabellio tussen de intellectualistische benadering van Jean-Claude Ellena (voor Hermès) en de gemakkelijkheid van Jo Malone. Met andere woorden: toegankelijke niche. Of kunnen we inmiddels stellen: niche voor de massa. De opening is niet zo zee-zoutig als verwacht, maar – boeiend – want je ruikt, zij het nog vaag, al de warme ondertoon van de basis. En dat brengt de ‘koffiewijsheid’ naar boven dat een snufje zout bij het zetten van koffie, de gemalen bonen een levendige lift geeft.
Appelbloesem, perenbloesem, pruimenbloesem: die ruiken voor mij allemaal hetzelfde: subtiel-zonnig met een vleugje ‘groen’, honing en stuifmeel. De bloesem in Florabellio zorgt er in ieder geval voor dat de osmanthus niet volop zijn abrikoos- en rozijnnoot kan verspreiden. Mooi om – en goed om te ruiken – is de niet-klassieke basis: koffie en sesam beide verwarmd.
En die overrulen de compositie niet, want de zeevenkel – voor mij ‘gepekelde’ munt met vanille-onderlaagje – uit de opening blijf je lichtjes bespeuren. Alleen had het voor mij wat meer gedecideerd gemogen: meer ‘gepekelde zeevenkel’, meer geroosterde koffie en sesam. Om nog duidelijker te onderstrepen dat bloesems en bloemen hier ook op kunnen enten. Om de mooi geassembleerde originaliteit van de compositie te benadrukken.