LA COLOGNE IDÉALE?
Jaar van lancering: 2015
Laatst aangepast: 20/05/15
Neus: Thierry Wasser
De wereld begint eindelijk (!) de charme te (h)erkennen en (w)onderkennen van de eau de cologne. Wil zeggen: het heeft volgens mij twee generaties geduurd voor de klassieke eau de cologne niet meer werd gezien als ouderwets, wel als tijdloze verschaffer van instantfrisheid. Eén van de wegbereiders in de ketenparfumerie: Marc Jacobs. Eén van de wegbereiders in het niche-circuit: Atelier Cologne. Laat ik Thierry Mugler met zijn vernieuwende – toen nog niet helemaal begrepen – Cologne (2001) niet vergeten. Oeps: Cologne – old fashioned – Bigarade (2001) van Frédéric Malle.
Maar dat hoef je Guerlain natuurlijk niet allemaal te vertellen, het huis staat samen met Roger & Gallet, Creed en Muelhens aan de wieg van de klassieke eau de cologne zoals we die nu kennen. Daarvan getuigt Eau de Cologne Impériale (1853), Eau de Cocq (1894) en Eau de Cédrat (1920). Nog steeds verkrijgbaar. Nieuw in de reeks: Cologne du Parfumeur (2010). Maar Guerlain verkent – noblese oblige – ook nieuwe wegen waarvan Cologne du 68 (2006) getuigt. Werd in 2013 zelfs tot parfumextract gepromoveerd: Parfum du 68. Door Thierry Wasser gecreëerd ter gelegenheid van de zoveelste renovatie binnen een paar jaar van de flagship store aan de Champs Elysées. Inderdaad op nummer 68.
Het interessante aan Cologne du 68 en dus ook Parfum du 68: niet een frisse, maar een zwoel-warme cologne. Al kun je je natuurlijk afvragen of je het dan nog wel een eau de cologne moet, kunt noemen. Ja dus, en nu ik er goed over nadenk: in Frankrijk kun je sinds jaar en dag bij lokale supermarkten nog steeds klassieke ambercolognes kopen, zoals Eau de Cologne Ambrée Extra-Veille van Royal (bij Prisunic) en Eau de Cologne Ambrée Authentique van Mont St. Michel (bij Monoprix). En ik kan me eveneens herinneren dat je deze – letterlijk en figuurlijk goedkope – ambercolognes vermengd met de geur van Gitanes, Gauloises, uiensoep en cognac opsnoof in cafés en brasserieën rondom de oude Les Halles van Parijs.
Guerlain laat nu oud en nieuw weer fuseren. Want dat warm – L’Homme Idéal van vorig jaar – inderdaad kan samengaan met fris bewijst L’Homme Idéal Cologne. Guerlain heeft daarmee al ervaring: L’Instant pour Homme Cristaux d’Agrumes (2007) voorzag het warme ‘koffie-smeulende’ L’Instant pour Homme (2004) van klaterende, zongekuste citrusnoten.
En wat wordt er weer veel aandacht besteed aan de presentatie: naast een ‘interview’ met Wasser, ook een backstage-verslag van ‘de bruiden die achter de ideale man aan rennen’. Dat zijn dus – wel weer grappig – 160 medewerksters van Guerlain voor de gelegenheid verkleed als bruiden (lijkt me logisch). Grappige bij-effect: het blijkt een chique variatie op de campagnes van het merk dat alleen met ‘doe-maar-gewoon-dan-doe-je-al-gek genoeg’-douchegels en deodorants horden vrouwen het hoofd op hol brengt en hun harten te dol van geilerige begeerte maakt: Axe.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Veel reukgenot in één geur – en dat voor een cologne. Maar het is de vraag of je als doorsnee-consument alle schakels er uitpikt. Ik hoop het. Ook weer prachtig hoe ‘breed’ en bijna gezwollen Wasser zijn creatie verwoordt: “Amandel is de signatuur van L’Homme Idéal. Deze blijft aanwezig in de samenstelling van de Cologne. Je kunt zelfs zeggen dat het cologne-effect van de verse amandel afkomstig is. Met andere woorden: het karakter verandert niet. Het houtachtige aspect dat door de patchoeli zeer uitgesproken was, is lichter gemaakt door vetiver die weer een ander facet onthult. In L’Homme Idéal Cologne is de verhouding tussen vetiver en patchoeli omgekeerd, omdat vetiver een souplesse en frisheid bezit die patchoeli niet heeft.”
Wasser selecteerde hiervoor een Indiase variant (betrokken van een fair trade samenwerkingspartner in Tamil Nadu – zie hem geur-testen op de foto) die volgens hem minder ‘aards’ en minder ‘tabak’ is dan de Haïtiaanse en Javaanse vetiver (die Guerlain in zijn klassieke geuren verwerkt). Indiase vetiver doet hem denken aan grapefruit. En die linkt uiteindelijk heel mooi met de ‘verkwikkende energie’ van de opening: een cocktail van grapefruit, sinaasappel, bergamot gecombineerd met roze peper en een Campari-noot.
Dat laatste is grappig, en ruik je goed als een flits terwijl je de geur in je opneemt. En als je weet dat Campari zijn ‘life is bitter, life is sweet’-aroma en kleur dankt aan de schil van de granaatappel… Kortom, rood fruit voor de man. Als deze hesperide-noot is vervlogen neem je de L’homme Idéal-amandel waar omringd door – goed voor het cologne-effect – neroli. En dat werkt verrassend. Terwijl je de frisse amandelnuance ruikt, neem je geleidelijk de mooie onderlaag waar van de door de grapefruit angehauchte vetiver. En ervaar je de link met de opening nog beter. Weer een bewijs dat gelaagde geuren, het meeste geurgenot schenken.
Frappant: ik vind L’Homme Idéal Cologne interessanter in vergelijk met L’Homme Idéal. Dezelfde ervaring had ik met de crowd pleaser Homme (2008) – het officiële debuut van Thierry Wasser bij Guerlain. Dat wil zeggen: de variatie Homme L’Eau Boisée (2012) vond ik boeiender door de sterke, stoer-elegante basis van vetiver (ook afkomstig uit Tamil Nadu). Maakte de geur, net zoals L’homme Idéal Cologne, meer serieus, meer parfum, meer chic, meer Guerlain.