NIET WAT JE JE BIJ EEN LEVEND PORECELEINPOPPETJE VOORSTELT
Jaar van lancering: 2013
Laatst aangepast: 29/03/15
Neus: Jérôme Epinette
Model: Kirsten
Concept & realisatie: Ben Gorham, Inez van Lamsweerde, Vinoodh Matadin
Hoeveel zouden in eerste instantie zijn gemaakt? 1996 was namelijk het kerstcadeau van Inez (van Lamsweerde) en Vinoodh (Matadin) – introductie overbodig lijkt me – voor geliefde vrienden en klanten. Neem alleen al de laatsten: als je het vaste bestand van het fotograaf-celeb-duo kent… ik doe een gok: 500 maar neig eerder naar 1000.
De geur werd zo enthousiast ontvangen dat Inez, Vinoodh en Byredo besloten met 1996 openbaar te gaan. Het kinderkopje Kirsten – de foto diende als uitganspunt voor de geur – heeft al vaker naar me gelonkt. Deze Lolita in baby-uitvoering popte af en toe onverwacht op als een plastic fantastic duveltje uit een doosje in een glossy, op een site, keek me porselein-teaserig aan in de parfumerie. Maar voelde me niet echt aangetrokken. Ik ben niet zo’n voorstander van wezenloze, ‘uitgeholde’ en kale glamour waar niets meer menselijks te bespeuren valt. Paspoppenesthetiek. Mag verstild overkomen, en misschien schuilt er wel een boodschap in. De grens aftasten tussen ‘pornopimp chic’ en babyonschuld? De hedendaagse verpletterende eenzame leegte? Trachten elkaar te bereiken, maar het blijft stamelen omdat we de verkeerde codes verspreiden en wij andermans verkeerd interpreteren? Een glimlach – vaak het begin van een ontmoeting – is in deze high glossy-wereld verboden, wordt gestraft met een fashionlike arrogantie. Zelfs de allerkleinsten ontkomen niet aan deze ‘über make over’.
Trouwens, ik had 1996 waarschijnlijk langer links laten liggen, ware het niet dat onlangs Sandra Kruis bij www.skins.nl in de Amsterdamse negen straatjes me er op wees. Terwijl zij een aantal door mij gevraagde proefjes aan het vullen was, vroeg ik haar van welke geur ze gecharmeerd was. Ze liep linea recta naar 1996 en wees me ondertussen op Mistral Patchouli (2013) van Atelier Cologne.
Volgens Ben Gorham is de geur “an olfactory snapshot not only of the image but of our emotional response to it.” Geldt dat niet voor elke geur? Let wel: het is de reactie die het bij hem, Inez en Vinoodh losmaakt. Niet bij mij. Hoeft ook niet, maar dan moet je wel duidelijke taal spreken, om je idee te verwoorden.
Hier kan ik dus niets mee: 1996 is een “visual language, for perfume and, like all great collaborations, shared sentience.” Laatst gebruikte woord is moeilijk doen in het Engels, betekent ‘able to perceive of feel things’, ofwel in dit geval niet meer dan: een gedeeld gevoel.
Maar dat niet neemt weg dat de compositie erg goed is. Te meer omdat je wellicht iets anders zou verwachten door de uitstraling van het mini-model ‘at work’: onschuld en intimiteit. Opgeroepen met poeder van fijngestampt porselein in de vorm van een zachte muskgeur met lots of vanille en heliotroop ‘eigen aan’ een babyhuid. Plus als ‘pesterijtje’ een glossy roos-injectie met roze kermiszuurstok-smaak voor het schokeffect. Denk Eau de Zwitsal (lanceringsjaar mij onbekend) maar dan op nicheniveau.
Ik vind het eerder een geur voor de ‘ouders’, want 1996 is zeer volwassen, rijp en vol met een elegante niet-cliché sensualiteit. Erg prettig: geen citrusopening. Je komt direct in een donker-warme gloed terecht. Hoofdrolspelers zijn iris en patchoeli die als het ware onder de grond groeien – iriswortel bedekt onder patchoeli-gebladerte. Heerlijk om te ruiken hoe deze twee elkaar wederzijds verdiepen. Je ondergaat eigenlijk deze ‘dubbele onderaardse’ constructie al direct door de ‘ijl-prikkelende’ opening van jeneverbes en zwarte peper heen. En de iris die toont zich zeer divers: dan weer poederig, dan weer aards, dan weer knisperend-zoetjes opgelicht door viooltje(sblad), dan weer ‘beschaduwd’ door een subtiele, maar toch duidelijk waarneembare leernoot.
Wanneer de amber- en vanillenoten de compositie aanvullen komt 1996 tot volle ontplooiing, want die voegen ‘poeder’ en warmte toe, maken de iris en patchoeli fluwelig zonder hun ‘grondtoon’ te verliezen, zonder ‘boudoir’ te worden. Gewoon mooi. Gewoon een geur die je af en toe wil ruiken. Want toch merkwaardig: 1996 heeft – ik hou niet van de typering – een hoog knuffelgehalte. En daar is de link met babies en peuters – die kun je af en toe ook wel kunt doodknuffelen. In geval van Kirsten zou ik haar dan wel vragen of ze zich eerst wil ontdoen van haar maquillage – ik wil haar wel opvreten, maar alleen puur natuur. Nu moet ik oppassen. Voel me bijna a dirty old…