MELKMEISJE (VOYANCE, NOOUD)
Jaar van lancering: 2014
Laatst aangepast: 25/02/15
Neus: Spiros Drosopoulos
Concept&realisatie: Spiros Drosopoulos
Spiros Drosopoulos – neus en oprichter – toont volgens mij treffend een ‘probleem’ aan in de parfumerie: alleen een neus zelf kan zijn eigen creaties het beste verwoorden. Hoor je hem praten dan komen de geuren tot leven, golfen de verschillende ingrediënten die hij opsomt je door de ruimte tegemoet.
Dan moet je een echt enthousiast begaan parfumpromoter zijn, wil je als verkoper Drosopoulos’ intenties en bedoelingen zo goed mogelijk doorgeven aan potentieel geïnteresseerde klanten. Dan zit je met Tanja Deurloo goed – zij verzorgde de herlancering.
Baruti ‘klinkt als’ een old vintage automerk uit Italië. Not dus. Komt uit het Arabisch en betekent buskruit. Ook in het Grieks en staat daarnaast voor het streven van Drosopoulos om temperamentvolle producten te creëren en typeert het ook zijn karakter (volgens hem).
Het ligt waarschijnlijk aan mij: maar het lijkt of hij door deze doorstart de geuren toegankelijker zijn geworden. Zie je in ieder geval aan de presentatie: minder complex en ingewikkeld ‘ingepakt’ dan de eerste serie. De verpakkingen zijn nu, behalve een, gesierd met een kaleidoscopisch motief – symbolisch voor de gelaagde, zich transformerende inhoud. Ruik je ook vind ik. Drosopoulos keek me verwonderd aan. Tanja Deurloo eveneens tijdens een onderhoud vlak voor de presentatie.
Ik had het name met Voyance (2014). Hoewel het in deze ‘intelligente en sexy’ compositie om de tegenstelling tussen de erotische tuberoos en het rokerige guaiac/vetiver gaat – Spiros: “Smoky but not bbq” – herkent de gemiddelde parfumfan volgens mij waarschijnlijk de tuberoos direct. Is dus toegankelijk(er). Geldt ook voor Nooud (2014). Lees als no oud. Inderdaad een geur waarin geen druppel oud zit, maar toch helemaal ruikt naar oud. Zwaar, vol hout, intensief broeïerig-sensueel. En toch strak en gedicideerd. Een snif aan de geur en je hebt direct herkenning: daar-is-ie-weer (maar ook weer niet) oud.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Het meest ben ik gecharmeerd van Melkmeisje (2014) genoemd naar het doek (45,5 × 41 cm) van Johannes Vermeer door hem in 1658 geschilderd en dat jaarlijks tienduizenden (inter)nationale toeristen en kunstliefhebbers naar het Rijksmuseum in Amsterdam trekt. Het gebeurt zelden dat een neus zich door een schilderij laat inspireren – wil me niet snel een andere te binnenschieten. Maar wat een perspectief biedt het. Om in de buurt te blijven: de Nachtwacht of een andere ‘late’ Rembrandt. Volgens mij had Drosopoulos deze geur (of een pre-versie) ingezonden naar aanleiding van een of andere wedstrijd georganiseerd door het Rijksmuseum waarin kunstenaars werd gevraagd zich te laten inspireren door artefacten uitgestald in de schatkamer van Nederland.
Origineel uitgangspunt: niet melk (samen met suikerbrood als soft gourmand – had zo maar gekund), niet de kamer waarin het meisje de melk schenkt (hout, kamfer, koffie en thee met een scheutje anijsmelk), maar het idee dat ze door het openstaande raam de geuren van het voorjaar opsnuift.
Wordt door Drosopoulos opgeroepen met een zonnige bloemengeur die mij aan ‘seventies green’ doet denken door zijn heldere, transparante air die toch de diepte – poederig, houtachtig – ingaat. Een wolk uit laagjes samengesteld. Zo voor de hand liggend als je de opening ziet: peer, sering (foto) en lindebloesem.
Maar ook ‘gevaarlijk’: peer kan nogal klefferig zoet en tegelijkertijd scherp overkomen waardoor je het gevoel krijgt alsof je in een onrijpe vrucht bijt in plaats van te genieten van het sap glijdend langs je mond als net je tanden in een een overrijpe peer hebt gezet. Dat komt volgens mij door sering en lindebloesem; die neutraliseren door hun respectievelijk lichtpoederige en honingachtige frisheid deze klefferigheid – maakt de peer meer natuurlijk.
De lenteboodschap wordt doorgetrokken naar het hart, maakt de bloemen zoeter en poederig – honing, iris, vanille. En krijgt een zacht-houtige afhandeling (met af en toe een toefje anijs lijkt het wel) die aangenaam sensueel wordt met vetiver, sandelhout en musk.
Reeds besproken: Chai (2012) voorheen untitled #2, en Indigo (idem). Zijn beide qua formule lichtjes aangepast. Berlin in Winter (2014) volgt nog.