LEER GETEMD DOOR ‘MUSKBLOEMEN’
Jaar van lancering: 2014
Laatst aangepast: 20/09/14
Neus: Jean-Claude Ellena (foto)
Een huis waarvan de geschiedenis zo verweven is met leer, daarvan had ik verwacht dat het al eerder met een pure leergeur zou komen. Sterker, toen ik in 2004 van de geplande niche-lijn hoorde, dacht ik dat de eerste uitgave een ode op dit materiaal zou zijn. Niet dat Hermès nog nooit leer heeft verwerkt – zie Ruik&Vergelijk.
Eén ding is zeker: vanaf het begin heeft Jean-Claude Ellena met de gedachte gespeeld. In het persbericht van Cuir d’Ange wordt vermeld dat hij aan deze geur tien jaar heeft gewerkt. Lijkt me een beetje overdreven en houdt het sprookje in stand dat het parfums maken een enorm, creatief en intellectueel proces is – de enorme versnelling van de verschijningsfrequentie bij de klassieke merken en aanhoudende opening van nieuwe parfumhuizen bewijst het tegendeel. ‘Probleem’ bij Hermès, dat ook voor veel andere nichelijnen geldt: Cuir d’Ange is gemaakt voor haar én hem.
En dat betekent bij het kiezen van leer voor een middenweg tussen zacht en ruw, tussen ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’. Want leer blijft – uitzonderingen daargelaten – in eerste instantie toch een ‘mannending’ door de sterke, ongeciviliseerde ruwe noot. Leer is oer, leer is stoer. Poets en wrijf je het teveel dan is het effect te gepolijst, te glad; leer wordt getemd, leer wordt suède.
Ellena komt weer met een lange, intellectuele en literaire verantwoording. Want Cuir d’Ange is – hoe chic – geïnspireerd op de autobiografische roman Jean le Blue van schrijver Jean Giono die ‘hem al dertig jaar vergezelt’, hem ‘het intiemste gedeelte van zijn verbeelding levert’ en dezelfde ‘verbondenheid deelt met de Provence, zijn geuren en landschappen’.
In deze roman omschrijft Giono de schoenmakerswerkplaats van zijn vader: ‘Ik herinner met het atelier. Ik kan niet voorbij een schoenmaker lopen zonder te denken dat mijn vader nog leeft, ergens in de hemel, zittend aan een tafel met rook, met zijn blauwe schort, mes, pekdraad en ets, bezig met het maken van schoenen van engeleneer voor kleine engelen met hun lichte voetjes’.
In het Frans klinkt laatste nog poëtischer, wordt de engel zelfs een god: ‘de faire des souliers en cuir d’ange pour quelque dieu à mille pieds’.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Ellena: ‘Eén woord, twee geuren: die van leer, die van engelen en nu de naam van een parfum. Mijn woorden zijn geuren, en tien jaren zijn niets wanneer de blik, of eigenlijk de neus onze gewoontes wil veranderen’. Literair-angehauchte Fransen hebben daar toch patent op: met heel veel woorden bijna niets of iets vaags weten te zeggen. Want: over welke gewoontes van wie heeft hij het? Bedoelt hij zichzelf? En geldt niet voor alles dat ervaringen onze gewoontes – vanzelf – doet veranderen. Pour le mieux, pour le pire.
Zou hij bedoelen dat leer een van de moeilijkst te vangen geuringrediënten is? Ellena is er wel in geslaagd – ik had niet anders verwacht. Volgens hem ruikt de beste kwaliteit leer naar bloemen – viooltje, narcis, iris.
Om dit te benadrukken, besloot hij ver weg te blijven van het animale, rokerige, teerachtige – klassieke – Russische leer waardoor Cuir d’Ange meer richting poeder, richting zijde, richting musk gaat en meer in de buurt komt van een blanke, beige huid. Je ruikt zeker leer, maar omhuld door een aureool van bloemige noten. Viooltje (zoeter dan zoet), narcis (bloemig-narcotisch) en heliotroop (amandel, vanille). Laatste vermengd met een prachtige poederige, beetje soapy musk zorgt zelfs voor een lichte gourmandnoot.
De mooiste toevoeging is voor mij meidoorn. De bloemig-houtige, droog-zonnige noot ervan past goed bij leer, versterkt haar ruwe kant. Die er alleen niet echt is. Ik vind Cuir d’Ange te mooi, te elegant. Ja dat kan ook met een geur gebeuren. Het is het soepelste leer denkbaar in geur, alleen mis ik toch het grove, beetje zweterige aspect van leer dat het vermogen heeft om sensualiteit op een niet-oriëntaalse manier te verspreiden en zo mooi opgaat in ‘zweetdruppels als parels’ van huid.
RUIK&VERGELIJK
In veel geuren van Hermès treedt leer op als component in de compositie. Soms bescheiden, soms woest-aantrekkelijk ruig. Bij de eerste, ruik je de binnenkant van een Hermèstas, in de tweede als drager van de houtige basis, in de derde in overdrive voor de man, in de vierde als het zachtste ‘rozige’ suède denkbaar.
Hermès Eau D’Hermès (1954)
Hermès – vintageversie – Calèche (1961)
Hermès Bel Ami (1978)
Hermès Kelly Calèche (2010)