KNOWING ANNI-FRID, KNOWING AGNETHA
A-HAAAAAAAAAAAAA
Ik heb een (nu zestienjarige) neef die, toen hij zich nog in de buik van mijn zus aan het ontwikkelen was, voor het eerst de hits van Abba moet hebben gehoord. Mijn zus was en is een actief eerste generatie Abba-geloofsfanaat. Ik ook, maar meer ‘slapend’. Kan me nog herinneren toen we (2007 volgens mij) op vakantie naar Amerika gingen, ‘me kleine nefie’ in het vliegtuig alleen maar zat te luisteren naar Abba. Wat we ook vaak deden, was Abba zingen op zijn Twents: ‘Voelez-voes-aha, abba-en-z0ooo’. Lekker melig. Alleen rondom zijn dertiende bekoelde zijn liefde. Hij ontdekte van die videoclip-slettebakken (Miley Cirus) en r&b-bitches (Nicki Minaj). Nu helemaal in de ban van god-betere-het: Maria Carey. Als dat maar de goede kant opgaat…
Maar begin dit jaar heeft hij weer het Abba-licht gezien na aankoop van het Abba-jubileumboek – het is veertig jaar geleden dat Abba het Eurovisiesongfestival won – en vertelde me van het bestaan van het Abba Museum in Stockholm. Hij wou daar heel graag naar toe. Hij had museumshop op internet al gezien en wist precies wat hij wou kopen. Zag het als een heilige missie. Zo gezegd, zo gedaan. Dus is hij onlangs op zijn eerste pop-pelgrimage gegaan onder strenggelovige, devote begeleiding van mij en zijn moeder.
Museum als gebouw stelde niet veel voor. Bevond zich meer ondergronds dan bovengronds onder ‘een soort van’ goedkoop appartementencomplex dat nu voor chic doorgaat in sommige kringen. En ja hoor, net zoals bij Het Stedelijk en Het Rijks in Amsterdam, het eerste waar je op wordt getrakeerd is de museumwinkel uitpuilend met Abbaprullaria en -memorabilia. We moesten ons inhouden om het door Abba gezegende water en de echte Honey honey-honing niet direct te kopen (die mocht ik gvd niet meenemen in de handbagage; werd op het vliegveld bij Stockholm voor mijn kwade en bedroefde ogen weggekieperd).
Eerst de toer. Wel lachen (je kunt meezingen, karaoken) en zoals dat heet: je krijgt een mooi tijdsbeeld. Ook van de – surprise! – geuren die Agnetha en Anni-Frid gebruikten, want er was een kleedkamer met twee kaptafels nagebouwd. Achter gepantserd glas leek het wel, en ‘heel ver weg’ – hetgeen de korrelige foto’s verklaard. Onduidelijk was welke van de geuren van de blonde (haar kleine originele niet-Ikea-keuken kun je trouwens ook bekijken) en de donkere was. En Björn en Bennie gebruikten blijkbaar niets – zoals de meeste ‘doorsneemannen’ van toen.
Maar duidelijk is: ze gebruikten geuren die toen doorgingen voor très chic. Remember: niche bestond toen nog niet in het bewustzijn van de consument en geuren werden toen nog niet echt veel door Jannie met de Pet gebruikt. Was nog echte luxe. Diorella, Anaïs- Anaïs, N°3 (Gucci), Rive Gauche en Givenchy’s III. Verder een standaardflacon van Rochas en van Nina Ricci waarvan de inhoud onduidelijk is. Ik gok (‘zegt mijn gevoel’) op respectievelijk Madame en L’Air du Temps. Toen nog klassiek, toen nog niet aangepast, toen nog authentiek zalig.
Onze heilige opdracht – we praten tijdens ons verblijf alleen maar ‘in Abba’ hebben we trouwens niet lang volgehouden:
‘Voulez-vous?’
‘Does your mother know?’
‘The day before you came.’
‘Hasta Mañana?’
‘So long!’
En want ons erg bezighield toen we het museum verlieten: ‘wie van de twee heiligen gebruikte Elnett…?’ ‘Angeleyes?’