WELISWAAR WEER EEN PURE AMBER, MAAR WEL STRAK-ELEGANT
Jaar van lancering: 2010
Laatst aangepast: 15/03/14
Neus: Emilie Bouge
Model: onbekend
Fotografie: onbekend
Het is vaak verhelderend om oog in oog, neus in neus te staan met de mensen achter een parfummerk, in plaats via een sec persbericht of tijdens een strak georchestreerd persevent het hoe en waarom van een parfum op moeten te snuiven. Ik had gisteren in Brussel – bij www.parfumdambre.com – het genoegen om te kunnen praten met Emilie Bouge van Brecourt. Al vertellende, de parfums werden stuk voor stuk uitgelegd, begonnen ze te leven en kwam ik er achter dat mijn vooroordeel niet helemaal gegrond en terecht was.
Maar dat kwam misschien door de ‘valse start’ die ik bij Brecourt heb genomen: Mauvais Garçon en Eau Libre (beide 2010) vond en vind ik nog steeds geen geuren om over naar huis te schrijven. Ik ben niet de enige. Op diverse internationale parfumblogs worden deze twee ook veelal afgedaan als niet bepaald ‘stout’ en ‘vrij’. Maar dan Ambre Noir (2010) een geur – merkwaardigerwijze – gepositioneerd alleen voor de vrouw. Prachtig. Vol. Rijk. Warm. Niche dus. Met dien verstande dat het weliswaar de zoveelste ‘pure’ ambergeur is en ik die meer associeer met geurkaars, openhaard en security blanket dan met parfum voor de huid. Maar ook binnen de nicheparfumerie ontkom je er ook blijkbaar niet aan dat je moet meegaan met de heersende trends.
Consumenten verwachten als het ware van een nichehuis zijn eigen visie op klassieke parfumconcepten. Maar dat wil niet zeggen dat je klakkeloos elke trend achterna moet hollen. Vindt Emilie Bouge. Zou ze dat doen, dan zou ze nu de ene na de andere oud-geur moeten lanceren. Dat doet ze niet. Eén volstaat: Agaressence (2010). En haar chypre is ook de moeite van het ruiken waard – zo mooi statig en klassiek. Heet Avenue Montaigne (ook 2010) en bespreek ik binnenkort. Om maar – niet – te zwijgen van haar pièce de la résistance voor mij – Rose Gallica (2012).
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Voor Emilie is de sensualiteit van amber zo ‘mysterieus als een liefdeselixer door zijn magnetische en zonnige kracht’. Cliché maar ok. Voor haar was het belangrijk om het ‘algemene’ amberakkoord – de ‘usual suspects’ cistus labdanum, musk en vanilla-absoluut (uit Madagaskar) – te verfijnen en te ‘versensualiseren’ door het te koppelen aan iris en sandelhout. Als het goed is, moet dat de amber respectievelijk poederiger en aardser, romiger en zachter maken.
Maar heel eerlijk: dat ervaar ik niet – omdat je heel snel in het amber-aura zit. Warm, ‘troostend’ met een lichtkruidige toets, zwevend tussen kaneel, steranijs en kruidnagel. Niet meer en niet minder en niet echt anders. De verrassing zit voor mij in de opening. Die is ongewoon in combinatie met amber, ongewoon in welke combinatie dan ook. Want eerst fris-bloemig door bergamot te koppelen aan magnolia, de bloem die als je goed doorruikt naast haar fragiele-vervliedende bloemige toets, ook een frisse, dauwachtige noot verspreidt. Deze twee gaan heel mooi samen en krijgen een eigenzinnige, etherische ondertoon door – origineel – mirre. Deze verrassing is wel van korte duur – omdat zoals gezegd – de amber snel begint te stralen.
RUIK&VERGELIJK
Amber. Amber. Amber. Amber. Amber. Amber. Amber. Amber. Amber. Amber. Amber. Amber. Amber. Amber. Amber. Amber. Amber. Amber. Amber. Amber. Amber. Amber… some usual suspects:
Serge Lutens Ambre Sultan (2000)
L’Artisan Parfumeur Ambre Extrême (2001)
Giorgio Armani – Armani Privé – Ambre Soie (2004)
Prada Prada Parfum (2004)
Parfum d’Empire Ambre Russe (2007)
Some unusual suspects:
Il Profumo – Osmo Collection – Ambra d’Oro (2004)
Dior – La Collection de Christian Dior – Ambre Nuit (2009)
Mona di Orio – Les Nombres d’Or – Ambre (2010)
En, da’s nou toevallig: zelfde naam. Ik hoop ook zelfde geur. Alleen gepositioneerd voor de man. Gaan we snel testen:
Yves Rocher Ambre Noir (2012)