EEN GEILE ROOS. U LEEST HET GOED: EEN GEILE ROOS!
Jaar van lancering: 2011
Laatst bijgewerkt: 13/10/12
Neus: Gérald Ghislain
Je hebt geciviliseerde oud-geuren: dat wil zeggen oud aangepast aan de westerse smaak van de meer behoudende niche-liefhebber, zoals Rose & Oud van By Kilian (2010), zoals Velvet Roses & Oud van Jo Malone (2012). Je hebt ongeciviliseerde oud-geuren voor de niche-liefhebber voor wie het nooit te oud kan zijn. Die werden al ruim bediend met Montale én sinds vorig jaar ook met Rosam van Histoires de Parfums. Ik zie in dit verband bewust heel veel oudjes over het hoofd. Want als ik alle oud-geuren wil behandelen – heb er al best veel gedaan – dan zou ik daar een aparte blog aan kunnen wijden. Wie weet.
Gérald Ghislain moest een eigen manier verzinnen om ook mee te varen op de populariteit van oud. Hij die met name historische personen als uitgangspunt neemt, bedacht als overkoepelend thema Edition Rare. Tot nu toe drie geuren Pétroleum (al besproken), Ambrarem (nog niet) en Rosam (bij deze). Inmiddels in 2012 toegevoegd het trio: Veni, Vedi, Vici. Het uitgangspunt: de agressieve kracht en de ruwe schoonheid van fetish-ingrediënten.
Ofwel ‘olie’, roos en amber gelinkt aan oud, en blootleggen alsof ze rechtstreeks, zonder menselijk ingrijpen, vanuit de natuur in flacons zijn gegoten. En daarin hij voortreffelijk geslaagd. Rosam is een ode aan de gevaarlijk allure van de roos. Normaal wordt haar fragiele, lieflijke en majesteitelijke schoonheid benadrukt. Dus zoet, dus bloemig, dus poederig, dus sensueel. Mooi, elegant, très chique, maar zonder doornen.
Gérald Ghislain maakt duidelijk dat die doornen er niet voor niets zijn. Wil je een roos plukken in de natuur, dan riskeer je dat je gaat bloeden. Want doornen prikken en schuren tegen je huid. En dat is voor mijn gevoel door Ghislain vertaald in een roos die prikkelt en daardoor letterlijk pikant is. En figuurlijk, want zijn roos heeft iets wilds en animaals. Dat is netjes gezegd. Fout gezegd: zijn roos heeft iets hoerigs, iets geils.
En dat bedoel ik toch positief. Het is namelijk een roos die lonkt, verleidt door haar expliciete uitstraling. Ze verbergt haar charmes niet mooi gekleed in zijde, kant, ruches, strikken. Wel open en bloot. Ordinair kun je ook zeggen. Ik wou dat meer parfums zich zo gedroegen.
In plaats van het inmiddels slaapverwekkend subtiel hinten op alle seksuele en erotische clichés die met parfum worden geassocieerd, het gewoon daadwerkelijk zijn. Parfum als waar lokmiddel. Als ik aan Rosam ruik weet ik dat parfum dat vermogen nog echt in zich heeft.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Hoewel grof en ruw, is Rosam toch heel sierlijk. Sierlijk in de zin dat de geur een prachtige flow heeft. Alle ingrediënten gaan harmonieus in elkaar over. De roos is er vanaf het begin. En direct dus in de opening waar ze nog ‘braaf’ wordt begeleid door een licht hesperide-akkoord en voor mij ook door een licht aldehyden-spoor (niet opgegeven in de officiële lijst). Deze frisse wolk gaat snel op in het niets, de roos verspreidt vervolgens haar klassieke noten (zoet, bloemig, poederig, sensueel) maar krijgt een opdonder door saffraan.
Die verandert haar klassieke standing direct. Ze wordt hierdoor ‘stroef’, kruidig en voor mij (iets wat je niet direct linkt met deze crocus) animaal. Een intense wierookwolk versterkt dit gevoel. En het rokerige, bedwelmende effect hiervan gaat prachtig samen met de oud-noot. Het lijkt alsof de roze en fragiele blaadjes verbranden, zwart worden gemaakt. Het effect: een brutale, ‘hoerige’ roos die vol wellust uitrust op een bedje van patchoeli.
Alleen neem die ik persoonlijk niet zo goed waar. Roos, saffraan, wierook en verweven met oud bepalen de vilein-verleidelijke toon van Rosam.
RUIK & VERGELIJK
Misschien een vreemde vergelijking. Maar ik heb het nu over de ‘hoerige’ connotatie die sommige parfums hebben. Ik weet niet of Guerlain het weet en er blij mee was, maar ‘vroeger’, in de jaren vijftig, zestig, zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd onderstaand parfum in Parijs, zo gaat het verhaal, het ‘parfum de p****’ genoemd. Want het werd heel veel gedragen door prostituees in het Bois de Boulogne. En ook in Nederland door vrouwen van lichte zeden. Een oud medewerkster van Guerlain vertelde me ooit dat onderstaand parfum jarenlang landelijk het beste werd verkocht, niet in de chique Bijenkorf, maar iets verderop bij een parfumerie op de Zeedijk.
Guerlain Shalimar (1925)