OOG VAN DE DAGERAAD
Jaar van lancering: 2001
Laatst aangepast: 05/09/12
Neus: Gérard Ghislain
Schilderij: Isaac Israëls
Wil ik beginnen met Rosam (2011) uit Edition Rare van Histoires de Parfums, kom ik er achter dat ik vergeten ben ‘haar’ te beschrijven van dit parfumhuis. Stom en zo níet ‘Ik hou van Holland’! Want ze is de enige successtory van een Nederlandse vrouw van voor de Tweede Wereldoorlog, met een glamour en mystiek die behoorlijk grensoverschrijvend was – Carice van Houten eat your heart out (hoewel zij ‘haar’ goed zou kunnen spelen). Ze werd door Gérald Ghislain al in 2001 met een parfum vereerd: Mati Hari.
Artiestennaam van de in Leeuwarden in 1876 (geboortejaren van beroemdheden vormen in eerste instantie de inspiratiebron voor Histoires de Parfums) en in 1917 wegens hoogverraad door Frankrijk gefusilleerde Margaretha Geertruida Zelle in Vincennes (bij Parijs). Haar exotische en voornamelijk in het buitenland geleefde leven was kort maar krachtig. Tijdens haar pechhuwelijk met een welgestelde alcoholicus met ‘veelwijverij’ als hobby, ontdekte ze in Indonesië (waar hij als kapitein werkte) de rijke cultuur van het eilandenrijk en werd lid van een lokale dansgroep. In 1879 noemde ze zich voor het eerst Mata Hari – Maleis voor Oog van de dageraad (‘bij ons’ ook wel bekend als de zon).
1889: overlijden van haar zoon Norman-John. 1902 terug naar Nederland. 1907 voltrekking van de scheiding van Rudolph MacLeod. Ondertussen zat ze al in Parijs waar ze als Mata Hari in 1905 voor het eerst optrad in Musée Guimet met haar ‘oriëntaalse dansen’ gelardeerd met erotiek. Het Nabije en Verre Oosten was toen helemaal en vogue. ‘Anders’ dansen ook; Isadora Duncan was tegelijkertijd in Parijs een enorme hit bij de artistieke incrowd. Mata Hari had zo’n succes dat ze weldra ook optrad in Wenen, Monaco, Madrid en zelfs de Scala van Milaan. En ondertussen was ze ook zeer geliefd als courtisane en dubbelspionne – zowel voor de Duitsers als Fransen tijdens de Eerste Wereldoorlog.
En wat blijkt? De bitch, sorry, de entertainster bleek het laatste ook echt te zijn. Iets wat lang in twijfel werd getrokken door fans en historici. Wil zeggen: haar doodvonnis werd in de pers heftig bekritiseerd, en gecombineerd met haar komeetachtige leven de reden dat ze na haar dood niet is vergeten. Ze werd een legende, ze werd ‘verboekt’, ze werd verfilmd, ze werd ‘vermusicalt’. Interessant: volgens de biografie van Pat Shipmans met de zeer toepasselijke titel Femme Fatale was Mata Hari nooit een dubbelspion, maar is ze als zondebok gebruikt door de Franse militaire overheid om het falen van het commando aan het front te maskeren. Hoe het werkelijk is geweest, zal blijken in 2017, dan wordt honderd jaar naar haar overlijden het gerechtsdossier geopenbaard.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Maar hoe vat je iemand samen in een geur die volgens de fans een symbool was – gelijk Rosine Bernardt, beter bekend als Sarah Bernardt – van het oude Europa, het schitterende belle epoque waar met de Eerste Wereldoorlog abrupt een einde aan kwam. Maar die volgens haar ‘haters’ niet meer was dan een welgestelde artistieke prostituee, gelijk Alphonsine Duplessis beter bekend als La Dame aux Camélias.
Ik geloof dat in 1876 beide samenvloeien. In die zin dat de geur ‘theatraal’, barok én sensueel is. Neem daarbij het feit dat de geur – in ieder geval bij mij – veel losmaakt. Zo opent 1876 voor mij met een exotisch fruit met een sterk likeurakkoord. Het wordt opgeroepen met bergamot, veel sinaasappel en lychee (en meer volgens mij, moet ook aan een rijpe pruimsensatie denken). In het hart weet je niet of je nu een klassieke chypre ontmoet (de bergamot in de opening doet het vermoeden).
Een typisch chypreboeket is het wel: een zeer zoete roos, iris en natuurlijk anjer (foto). Ofwel een mix van zoete, poederige en kruidige bloemigheid. Die anjer gaat trouwens goed zijn gekruide weg naar de basis, onderweg bijna omvergelopen door komijn, kruidnagel en kaneel – de Indonesië-link? Die basis kent geen eikenmos. Dus geen klassieke chypre, wel een neo-chypre volgens mij door vetiver en (veel) vanille die een zeer elegante oosterse dans uitvoeren met sandel- en guaiachout en musk.
Goed geslaagd, goed gelaagd. 1876 ademt in zijn toaal behoorlijk femme fatalerig. Doet denk aan vooroorlogse parfumpret van rokerige chypres, maar dan voorzien van een gezoet laklaagje zonder dat het te fruitig en te zoet wordt. Een nadeel van heel veel neo-chypres. Leuk en prettig: alle geuren van Histoires de Parfum zijn nu ook verkrijgbaar in 60 ml-formaat, hiervoor werd de 120 ml-flacon precies op de helft doorgesneden. Met grappig effect.
RUIK & VERGELIJK
En toch doet door de sinaasappel-roos-anjer-kruiden de geur ook sterk denken, zij het minder overweldigend, aan deze overweldigende femme fatale-geuren:
Yves Saint Laurent Opium (1977)
Estée Lauder Cinnabar (1978)
En:
Prada – The Exclusive Collection – N°4 Oeillet (2003)