VERSAILLES FOREVER
Jaar van lancering: 1962
Laatst bijgewerkt: 17/05/12
Neus: Jean Desprez
Fotografie: anoniem, Jean Paul Goude, Sarah Moon
Hier volgt een lange introductie voor het parfum dat voor mij symbolisch is voor ouderwets, Frans raffinement en elegantie. Heeft u even… antwoordt onlangs een Brusselse kennis van me die helemaal idolaat is van de brievenroman Les Liaisons Dangereuses van Chloderos de Laclos op mijn opmerking dat in paleis Versailles, waar tijdens de regeerperiode van Lodewijk XIV meer dan 20.000 mensen woonden, zich helemaal geen toiletten vonden: ‘Maar die had je nergens in Frankrijk’.
Zo had ik er nog nooit naar gekeken. En hierdoor begreep ik nog beter de grap in de comedyserie Let them eat Cake (1999) waarin Jennifer Saunders als Comtesse de Vache in haar appartement te Versailles in bijzijn van haar hulp in de huishouding Lisette (gespeeld door Dawn French) in vol ornaat even door de knieën gaat om haar behoefte te doen…
Sommige historici zien in het ontbreken van sanitaire voorzieningen in Versailles (en omstreken) als verklaring waarom hovelingen zich zo zwaar parfumeerden. Alleen verschilde het volgens mij ‘per Lodewijk’ met welke geuren de lichaam- en omgevingsstank werd gemaskeerd. Maar dat het er echt meurde, blijkt uit diverse getuigenissen.
En vergeet ook niet dat parfum toen eigenlijk als een medicijn werd gezien dat je beschermde tegen (veronderstelde) bacillen die in de lucht hingen en dus werd gebruikt om ziekten te bestrijden. Toen Lodewijk XIV – bijgenaamd ‘le doux fleurant’ – in 1686 last had van een tumor behandelde zijn arts hem met pleisters die waren geïmpregneerd met een mengsel van galbanum, mastiek, mirre, opopanax en wierook – alsof je aan een modern nicheparfum ruikt. Hij schijnt zich zoveel geparfumeerd te hebben dat hij er allergisch voor werd – behalve voor oranjebloesem. Die groeide dan ook in grote hoeveelheden zijn orangerie te Versailles.
Tijdens de regering van zijn kleinzoon Lodewijk XV, toen Versailles in Europa bekendstond als ‘le cour parfumé’, verloor parfum steeds meer zijn medicinale belang en werd het puur een olfactief genoegen. Maar stinken deed Versailles nog steeds, zoals blijkt uit een brief van Denis-Laurian Turmeau de la Morandière in 1764: ‘Le parc, les jardins, le château même font soulever le cœur par leurs mauvaises odeurs. Les passages de communication, les cours, les bâtiments, les corridors sont remplis d’urine et de matière fécales’.
Parfums waren toen over het algemeen erg animaal – civet, musk, ambergris. Pas met het verschijnen van Marie Antoinette – een fervent aanhangster van Jean-Jacques Rousseau’s terug-naar-de-natuur-filosofie – aan de zijde van Lodewijk XVI worden parfums lichter en bloemiger, en begint eau de cologne aan haar zegetocht door Europa. Een van haar grootste aanhangers: Napoleon I.
Daar staat dan weer tegenover zijn eerste vrouw – Josephine de Beauharnais – zoveel musk en civet gebruikte dat de Versaillesvertrekken waarin ze tijdelijk resideerde 60 jaar naar haar vertrek er nog naar zouden hebben geroken. Kortom, vele manieren om Versailles als parfum te interpreteren. Als tiener zag ik voor het eerst een advertentie van Bal à Versailles en was gebiologeerd. Logisch, de naam roept een wereld op van luxe en verfijning van een voorbije wereld die nog steeds tot de verbeelding spreekt – zie alleen maar hoe Dior (en Guelain for that matter) het zich als imago heeft toegeëigend.
Vooral het ‘tafereeltje’ in het midden van de flacon trof me: een romantisch drievrouwenportret à la Ingres waarvan een met een ‘Jezusachtige’ gelaatsuitdrukking (en dan weer à la Raphael) een boeket rode rozen in haar linkerarm houdt.
Ik ging er dus vanuit dat de inhoud lieflijk en onschuldig zou zijn, à la Marie Antoinette. Wat was de verrassing groot toen ik een paar jaar later de geur voor het eerst rook. Een bombardement aan sensaties die ik in eerste instantie niet begreep, maar naarmate mijn parfumkennis toenam des te meer ik Bal à Versailles begon te waarderen.
Het werd gecreëerd door een legendarische neus uit de vorige eeuw: Jean Desprez. Hij werd precies een eeuw oud (1899-1999) en ontdekte in de parfumfabriek van zijn vader – die deze had overgenomen van Felix Millot – dat hij over een uitzonderlijke goede neus beschikte. Het eerste resultaat: Crêpe de Chine uit 1925. Hierna besluit hij zijn eigen huis te beginnen en opent Desprez zijn deuren aan de rue de la Paix in Parijs.
In deze kleine, maar luxueuze boetiek verschijnen in de etalage Votre Main, Etourdissant en Bal à Versailles. De laatste gold trouwens, meer nog dan Chanel, samen met Patou en Worth in de Verenigde Staten als het summum van Parijse chic… ook nog in de jaren tachtig: zo bedankt Krystle met haar bescheiden glimlach in een aflevering van Dynasty haar Blake dat hij persoonlijk speciaal voor haar Bal à Versailles als cadeau uit de Lichtstad had meegenomen.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Zo worden ze tegenwoordig nog maar zelden gemaakt: geuren met een vanzelfsprekende klassieke allure. Niet bedacht door een marketingteam, maar door de inspiratie van een neus die ‘gewoon’ een stijlvol en tegelijkertijd overrompelend parfum wou maken.
In Bal à Versailles worden louter rijke ingrediënten in hun meest pure en zuivere vorm aaneengerijgd. Alleen rest de vraag of de huidige formule exact hetzelfde is als de oorspronkelijke versie. Want echte musk, echte ambergris en echt civet – opgevoerd in de opening basis van deze geur – is midden jaren zeventig uit diervriendelijke en prijstechnische overwegingen bijna niet meer voorhanden en verboden. Ze zijn vervangen door natuur-identieke ingrediënten. Toch overtuigt het parfum in zijn huidige versie.
Het eerste wat opvalt: het schuwt de klassiek-frisse opening; geeft direct zijn dierlijke aard prijs door een pittige dosis civet – uitzonderlijk (nu) en het geheim van de geur. Hoewel bergamot, citroen en oranjebloesem daarna worden opgevoerd, ruik je die nauwelijks doordat het wordt begeleid door hetzelfde civet: animaal, vet en ‘vies’ door zijn lichte feacesnuance.
Daarna volgt een zoet spoor van bloemen. In alfabetische volgorde: jasmijn, lelie, mimosa, neroli, roos, sering en ylang-ylang. Hoe meer je je in het parfum verdiept, hoe duidelijker je al deze bloemen er uit weet te pikken ook als de basis zich heeft aangediend. Een volle fusie van vetiver, patchoeli, iris en cederhout die verdrinkt in overdosis van tolubalsem, benzoïne, musk – samen goed voor het poedereffect – ambergris en wederom civet voorzien van een zachte vanilletoets.
Bal à Versailles is donker dat je beter niet kunt dragen tijdens een sollicitatiegesprek, of je interviewer moet een parfumkenner zijn. Wel een voor een gemaskerd bal of andere speciale gelegenheid. Als je dan helemaal in sync wil zijn met de geurcodes van het Versailles van weleer, zorg dan dat je je niet hebt gewassen waardoor het parfum zich nog beter mengt met de ‘zweetgraad’ van je huid.
Is dat vies? Nee. In Frankrijk hebben mannen (en vrouwen) het heel lang lekker gevonden dat je als vrouw (en man) rook naar het bed waarin je slaapt twee weken niet was verschoond. Dan pas ruik je op intieme wijze en in alle facetten je object van verlangen. Was het niet Napoleon die tijdens een veroveringstocht aan Josephine schreef dat hij weldra weer thuiskwam, en dat zij zich dus niet mocht wassen.
RUIK & VERGELIJK
Versailles: voor velen het summum van Franse smaak en allure. Ook voor de Fransen zelf. Zie de recente verfilmingen over de vrouw waarmee we deze meest luxueuze vierkante meters van de wereld toch voornamelijk associëren: Marie Antoinette. Wapperende waaiers, linten, korsetten, Watteau-plooien, bepoederde pruiken, cascades, fonteinen… een parfum kan het allemaal nog steeds oproepen, vroeger maar ook in ‘onze’ tijd. Ga maar na: het upcycle parfumhuis van de auteur van deze blog heet niet voor niets Le Bienaimé, bijnaam van Lodewijk XV.
Guerlain Rococo à la Parisienne (1887)
Bourjois Louis XV (1891)
Houbigant Mon Boudoir (1918)
Les Parfums de Marcy Le Collier Miraculeux (1927)
Helena Rubinstein Baroque (1936)
Schiaparelli Le Roy Soleil (1946)
Guerlain Jardins de Bagatelle (1983)
Jean Desprez Revolution à Versailles (1989)
Yardley Baroque (1996)
Vivienne Westwood Boudoir (1998)
Joop! Rococo (2000)
Francis Kurkdjian Sillage de la Reine (2005)
Roméa d’Améor Les Maîtresses de Louis XIV (2007)