HERINNERT U ZICH DEZE OSCARWINNING PARFUMPERFORMANCE?
Jaar van lancering: 1978
Laatst aangepast: 04/04/12
Neus: Jean-Louis Sieuzac
Flaconontwerp: Serge Manseau
In 1978 was de parfumwereld nog overzichtelijk. Van niche had bijna niemand gehoord. De meest succesvolle geuren waren van Franse makelij – uitzonderingen daargelaten. In 1978 kende ook (in Europa) bijna niemand Oscar de la Renta. Bleek bij introductie van zijn eerste naar zijn voornaam genoemde parfum een couturier (geboren 1932 in Domenicaanse Republiek) die tijdens zijn schilderstudie aan de Academie van San Fernando (Madrid) begon te werken voor Spaanse modehuizen. Hij leerde de fijne kneepjes bij Balenciaga en vertrok vervolgens naar Parijs om te gaan werken voor Lanvin.
In 1963 verhuisde naar New York om couturecollecties te ontwerpen voor Elizabeth Arden. In 1965 opende hij zijn eigen huis. Zijn eerst moderne look transformeerde langzamerhand (zoals zoveel couturiers uit die tijd) tot een klassieke en opulente stijl die eind jaren zeventig en tachtig zeer populair was. Ook in Europa: hij werd toen even serieus genomen als Yves Saint Laurent, Emanuel Ungaro en bijvoorbeeld Jean-Louis Scherrer. En hij kreeg ook voor elkaar wat geen enkel niet Frans couturier was gelukt: hij werd hoofdontwerper bij een Parijs couturehuis. En wel bij Balmain (1993-2002).
Of hij nu nog echt bij zijn eigen huis actief betrokken is, is onduidelijk. Maar het huis draait nog steeds goede omzetten – vooral in Amerika. En hoewel zijn geurenportofolio inmiddels is gevuld met edities waarvan je je afvraagt ‘why?’ – Rosamor (2004), Oscar Violet, Oscar Citrus (beide 2005), Oscar Island Flowers, Oscar Gold (beide 2006), Oscar Summer (2008), Sheer Fresia (2009) – worden zijn klassiekers nog steeds met respect behandeld. Terecht. Niet alleen Oscar, maar ook Pour Lui (1979) en Volupté (1992).
Voor we het vergeten: de geur is een herinnering aan de tuinen waar hij als kind ronddoolde in Santo Dominigo. Moet een indrukwekkende tuin zijn geweest, een soort Floriade in het klein…
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Hoewel er gesleuteld is aan de formule – de huidige Oscar is minder kruidig en overrompelend, meer zeperig – blijft het een prachtig voorbeeld van een donkerkruidige chypre terwijl – en dat terwijl de typische chyprenoot (eikenmos) ontbreekt. Oscar opent met oranjebloesem die direct groen wordt door galbanum, daarna donkergroen door basilicum en koriander (de korrel). De toon is gezet.
Het hart: bijna alle belangrijke ‘parfumbloemen’ die je kunt verzinnen: gardenia, ylang-ylang (foto), jasmijn, tuberoos, roos, cyclaam, orchidee, lavendel en anjer. Maar die zijn stuk voor stuk moeilijk te detecteren – het effect: een zoete bloemenexplosie – omdat na verloop van tijd de donkere basis van Oscar alle aandacht opeist: een diep en indringend contrast van amber en opoponax tegenover patchoeli, sandelhout en vetiver. Daardoor een warm-zwoel en tegelijkertijd heerlijk ‘mossig’ parfum dat terecht is uitgeroepen tot een klassieker en voor velen nu wellicht als ouderwets overkomt. Nou, en daar is niets mis mee.
In 2011 verscheen weer een ‘echte’ grote geur: Esprit d’Oscar. Gevolgd door een Live in Love.
RUIK & VERGELIJK
Ik moet heel erg denken aan:
Estée Lauder Alliage (1973)
Jean Louis Scherrer Scherrer (1979)