EAU NEUVE WORDT L’EAU NEUVE
EEN MISSING LINK-GEUR MET WOW-EFFECT!
Jaar van lancering: 1968/2007
Laatst bijgewerkt: 28/02/12
Neus: Roger Broudoux (old), Lucien Ferrero (new)
Model: onbekend
2005 is een belangrijk jaar voor de vintage-parfumindustrie: het legendarische Lubin (anno 1798) dat in de jaren tachtig van de vorige eeuw stilletjes van de markt verdween, maakt met de herlancering van Idole (1970) een doorstart. Jammer alleen dat deze geur zowel qua presentatie als inhoud niets van doen had met het origineel. Dus was ik in eerste instantie wat huiverig. Weer een poging een huis alleen qua naam nieuw leven in te blazen, zonder gebruiken te maken van de rijke geschiedenis.
Maar twee jaar later kiest Gilles Thévenin, de man die begin 2000 Lubin van Wella kocht, gelukkig voor een meer authentieke koers: de geuren die vanaf dan verschijnen zijn in ieder geval wat receptuur betreft zo zuiver mogelijk naar het origineel geïnterpreteerd. En dat is goed én belangrijk, want hierdoor begrijp je direct de ooit vanzelfsprekende status die Lubin genoot.
In het kort: het huis werd tijdens de revolutionaire jaren in Parijs in 1798 opgericht door Pierre François Lubin (tekening) – een voormalig colporteur in geuren. Zijn eerste creatie in hetzelfde jaar heette: Eau de Lubin. Het nieuwe bewind was hiervan gecharmeerd, in het bijzonder Pauline Borghèse (1780-1825), zus van Napoleon Bonaparte. Hij creëerde twee parfums voor deze legendarische schoonheid, die hem hierdoor in 1808 aanstelde tot hofparfumeur (hij was trouwens niet de enige; Rancé, Creed en Roger & Gallet claimen ook deze onderscheiding). En ook, minder parvenu, meer echt oud blauw bloed raakte gecharmeerd: hij kreeg onder meer het brevet van hofleverancier van de Engelse koning George IV (in 1821) en de Russische tsaar Nicolas I (in 1823).
Zoals zoveel oude parfumhuizen (Guerlain, Millot, Roger & Gallet) beleefde Lubin ook zijn hoogtepunt tijdens de ‘gouden eeuw’ van de parfumerie. De jaren tien, twintig en dertig dus van de vorige eeuw. Waarvan de originele flacons van Enigma, Magda, Kismet (alle drie uit 1921), L’Océan Bleu (1925), Ferveur (1928), Fumée (1934), Ouvrez-moi (1936) en Nuit de Longchamp (1935) nog steeds getuigen. Ook na de Tweede Wereldoorlog weet Lubin zijn positie met Daïmo (1950), Gin Fizz (1955), Eau Neuve (1968) en Idole (1970) te handhaven. Daarna raakt het huis door de steeds sterkere groei van couture-, cosmetica- en designergeuren steeds meer op de achtergrond en sloot (op instigatie van de nieuwe eigenaar Wella) stilletjes zijn deuren om in… reeds boven gemeld.
Jammer alleen dat voor de nieuwe presentatie van oude geuren voor de vrouw voor een tamelijk saaie standaardflacon is gekozen (gebaseerd op Nuit de Longchamp). Wat mannengeuren betreft: de flacons ogen leuker en aantrekkelijker voor een nieuwe generatie gebruikers door de manier waarop de namen voluit op de flacon zijn ‘gezet’.
Zoals bij L’Eau Neuve dat bij de introductie in 1968 nog Eau Neuve heette volgens mij. Maar wel verpakt in een zeer klassiek-degelijk doosje. Alleen de campagnefoto… ik weet het niet. Doet voor mij geen recht aan de inhoud en doet vermoeden dat het een typische vrouwengeur betreft.
Inmiddels heeft Lubin weer een boetiek in Parijs – 21 rue de Canettes – en worden de geuren in de Benelux exclusief verkocht bij Your in Antwerpen. Vergeet bijna te vermelden dat Lubin voor mij een van de meest interessante logo’s heeft in de parfumwereld: ingewikkeld, klassiek-degelijk en toch zie je de l, de u, de b, de i en de n in een oogopslag.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Ik heb de originele versie nooit geroken die altijd als een belangrijke klassieker gold. Maar mijn gevoel zegt dat de nieuwe versie heel dicht in de buurt komt omdat hij in lijn ligt met geuren die in dezelfde periode verschenen. Dat wil dus zeggen een groene frisheid, een frisse groenheid op een rijke en warme houtbasis. Zo niet: dan heb je toch een zeer elegante geur te pakken. L’Eau Neuve geeft goed het verschil aan tussen niche en ketenparfumerie. De ingrediënten ruiken allemaal nét wat rijker, voller en blijven langer hangen.
Ruik je direct in de opening: een soort wow-ervaring. De citrusvruchten lachen je tegemoet. Een en al zonnige frisheid geleverd door citroen, sinaasappel en bergamot die een zoetzachte en bloemige toets krijgen door lavendel en kamille. Raar maar waar: ik ruik ook een hint van sereh (citroengras) maar wordt niet opgevoerd als frismaker.
Heel elegant is de overgang van ‘geel’ naar ‘groen’ door salie, koriander en marjolein. De jasmijn-rooscombinatie neem ik niet zo goed waar omdat de houtsensaties (die al je vaag in de opening ruikt) alle aandacht opeisen. Maar dat maakt de geur niet très flower power zoals Lubin beweert. Daarvoor is de patchoeli in de basis toch te bescheiden die elegant samengaat met eikenmos maar vooral met het zonnig-droge ceder- en sandelhout. De melkige zoetheid van laatste wordt mooi benadrukt door witte musk. Ik vind L’Eau Neuve eerder très classique, très serré door het harmonieuze contrast tussen fris en warm.
RUIK & VERGELIJK
L’Eau Neuve kun je met een beetje fantasie een missing-link noemen van de frisse groene geurengolf die eind zestig, begin jaren zeventig de parfumerie binnenstroomde. Zowel bij vrouwen als mannen, want de geur is toch erg androgyn voor mij.
Dior Eau Sauvage (1965)
Nina Ricci Signoricci (1965)
Lancôme Balafre (1968)
Lancôme Ô (1969)
Rochas Eau de Rochas (1970)
Chanel N°19 (1970)


ik heb eau neuve gevonden op een rommelmarkt in een fles onder druk zoals dat in grootmoeders tijd bestond. Primair is er een citroenachtig frisheid maar in de bijgeuren ruik ik zaken die ik in l’occitane ook ruik. Vaak vinden mensen het vreemd dat ik een voorkeur heb voor zulke oude geuren, soms roepen ze bij me herinneringen op.
Dag gravatar,
Ik wou dat ik Eau Neuve gevonden had. Ben er benieuwd of duidelijke verschillen zijn met L’Eau Neuve. En ‘oude geuren’ worden nu al smaakvol gezien, een mooier woord hiervoor is vintage. Zeg dat maar tegen mensen die je voorkeur vreemd vinden. Dan begrijpen ze het wellicht.
Geurige groet,
Erik