DE WEDERGEBOORTE VAN DE MANNENGEUR
DIE DE PARFUMWERELD VOORGOED VERANDERDE
Jaar van lancering: 1882/2010
Laatst aangepast: 20/03/12
Neus: Paul Parquet (1883), Rodrigo Flores-Roux (2010)
Te koop bij: www.perfumelounge.nl
Was het nu een van de nazaten van de oprichter, Jean François Houbigant (1752-1807), die bij de introductie van Fougère Royale zei: ‘Ik weet dat varens niet ruiken, maar als ze het zouden doen dan zou het deze geur zijn’. Of de Franse schrijver Guy de Maupassant (1850-1893)? Ik hoop dat iemand binnenkort me bevrijd van deze twijfel.
Inderdaad scheidt varen van zichzelf geen noemenswaardige geur af. Wat Fougère Royale wil oproepen is de denkbeeldige geur van koninklijke varens groeiend onder bomen in een vochtig bos waar de zon nauwelijks door het dikke gebladerte weet heen te breken.
En dat was anno 1882 nieuw in de parfumwereld. Geen direct te detecteren herkenbaar, natuurlijk parfum (denk: citrus, lavendel, kruiden, bloemen, dierlijke geurstoffen) maar een abstracte en kunstmatige interpretatie. En dat komt in deze geur voor een groot deel op conto van coumarine. Genoemd naar de Franse benaming voor Braziliaans teakhout – coumarou. Dat is een chemische substantie gewonnen uit met name tonkaboon, maar ook uit reukgras, lievevrouwebedstro, windbloemtoorts (koningskaars), zoete klaver en kaneel.
Waar ruikt het naar? Het zweeft zo heerlijk aangenaam tussen vers gemaaid hooi en gedroogd gras, en was vroeger een belangrijk onderdeel van mannencolognes. Het geheim van de neus Paul Parquet was dat hij Fougère Royale injecteerde met een overdosis coumarine. En dat maakte indruk. De geur was de geboorte van een nieuwe familie aan de parfumboom – de varengeur – die in feite geldt als de stamvader van veel populaire mannengeuren.
Nu heeft Houbigant de geur opnieuw gelanceerd. Dat wil zeggen: de nieuwe eigenaren van het merk Houbigant. En daar heb ik zo mijn kanttekeningen bij. Zowel in presentatie als in geur. Wat het eerste betreft: de publiciteitsfoto (helemaal boven). Stylish jongeman met op de achtergrond voormalige fans van Houbigant: Napoleon Bonaparte, tsaar Alexander III. Doet niet recht aan de niche-aspiraties van de geur. Volgens mij wil je als connaisseur van de betere parfums niet geassocieerd worden met modellen. Doen de neo-nichelijnen van Armani, Chanel, Dior en bijvoorbeeld Guerlain ook niet. Een moderne interpretatie van de klassieke advertentie – nog steeds modern door zijn zwierige strakheid – voldoet lijkt me. Ook raar: varen is groen, waarom is dan de ‘verpakking’ van de parfumversie (zie foto beneden) in gelakt zwart? En dan de geur.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
We mogen blij zijn dat Houbigant probeert zo dicht mogelijk bij het origineel te blijven – die ik overigens (helaas) nooit heb geroken. Wat je ruikt is goed, mooi, maar ook vol en zwaar. En dat laatste vind ik een handicap.
Zo opent dus een standaardgeur van een klassieke fougère: een melange van citrusvruchten vermengd met een boeket van mediterrane kruiden. Het kruid dat dus echt niet mag ontbreken is lavendel. Hieraan toegevoegd: Marokkaanse kamille, die van ‘zichzelf’ ook een coumarine-noot heeft.
Dan in het hart een modern ‘rondeletia’-akkoord (geranium vermengd met warme kruiden) dat gezelschap zoekt met anjer, roosessence en -absoluut rijkelijk voorzien van peper en kaneel. Mooi gedaan: bloemig-kruidig, kruidig-bloemig want de anjer (van zichzelf al gepeperd) krijgt hier door een opwaardering.
De basis van Fougère Royale: aards, warm-donker, ‘mossig’ en groen door salie, patchoeli, amber en hout. Het effect: warm, groen en rond. En dan… komt pas het revolutionaire coumarine om de hoek kijken. Volgens mij iets te laat. Het typische ‘dans les foins’-idee gaat verloren. Ik vraag me af of de keuze van Houbigant voor alleen een eau de parfum- en parfumversie wijs is geweest. Ik denk dat een cologneversie met een overdosis coumarine in de opening dichter in de buurt zou zijn gekomen van het origineel. Neemt niet weg dat je als parfumliefhebber kennis moet maken deze elegante geur.
RUIK & VERGELIJK
De varengeur is het meeste geliefde geurconcept bij mannen. Maar om met de tijd mee te gaan – klassieke varengeuren kunnen nogal saai ruiken in vergelijk met nieuwe geuren – heeft de industrie een nieuwe familie bedacht: neo-fougère. Hierin ligt de nadruk minder op de lavendel-coumarine-combinatie gecombineerd met een mossige basis, maar meer op groene frisheid opgeroepen met ‘nieuwe’ smaakmakers.
Klassieke navolgers van Fougère Royale:
Paco Rabanne Pour Homme (1973)
Azarro Pour Homme (1978)
Van Cleef & Arpels Tsar (1989)
Een nieuwe fougère inclusief coumarine:
Montblanc Legend (2011)