INVENTIEVE KRUISING VAN PARFUMFAMILIES
Jaar van lancering: 1938/1955
Laatst bijgewerkt: 23/07/13
Neus: Arturo Jordi-Pey
Modellen: anonieme next door daddy, anonieme ladykiller
Tot aan het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw – toen de ‘verzamelde parfumeurs’ van Parijs besloten dat de gewone vader ook ‘op chic’ moest – was het één van de klassiek-geliefde vaderdags- en verjaardagscadeaus voor mannen. Wat zeg ik: Tabac Original was hét cadeau die kinderen, jaar in jaar uit, aan hun vader gaven.
En heel wat vaders waren er wat blij mee. Want Tabac Original was (en is) betaalbaar, dus vormde het geen te grote aanslag op het zakgeldbudget van zijn spruiten – je kon altijd nog de zeep kopen als er niet meer ‘inzat’. Daarnaast kon de geur zich, ondanks zijn midprice-positionering, meten met mannengeuren uit het prestigesegment.
Niet zo vreemd. De geur werd samengesteld door Arturo Jordi-Pey, een van de ‘godfathers’ van het parfum die voor geurfabrikant Mäurer & Wirtz veel ‘beroemd’ geworden neuzen van nu onder zijn hoede heeft gehad. Tabac Original bestaat al langer dan je wellicht denkt. In 1938 werd het voor eerst op de markt gezet als zeep, in 1955 als cologne, in de jaren zestig gevolgd door een eau de toilette en hele batterij aan scheer- en badproducten met in de jaren negentig – om te laten te zien dat het met de tijd meeging – een extreme versie.
De veranderende presentatie in de loop der decennia staat bijna symbolisch voor de ‘werdegang’ van het parfum in het algemeen. In den beginne hing de zeep aan een kloek koord, en ging de zelf geur gehuld in een juten zak gesealed met een rood adellijk zegel. Gelukkig werd de flacon in zijn waarde gelaten: nog steeds van glas met witte finish met daardoor de feel van porselein.
De charme van de geur – die wel wordt gezien als het Europese antwoord op het Amerikaanse Old Spice (1938) – ligt in het feit doordat een aantal parfumfamilies inventief met elkaar worden ‘gekruisd’. Tabac Original combineert de aldehydenfamilie met een chypre-bloementhema dat uitloopt in een duidelijk kruidige fougère-finish.
Voor velen staat deze combinatie gelijk met een bezoek aan de ouderwetse kapper. Maar dat komt niet alleen doordat veel kappers deze geur als finishing touch op de net geknipte en/of geschoren klanten aanbrachten. Het is ook de compositie.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Er zal, zoals de meeste klassiekers, veel gesleuteld zijn aan de formule in de loop der decennia, toch blijft het een wonder van contrasten die je nu als niche zou stempelen. Heel vreemd: even lijkt de opening op – schrik niet! – op een melange van L’Heure Bleue van Guerlain (1912), N°5 (1921) van Chanel en Lanvins’ Arpège (1927).
De eerste associatie komt door de anjer en oranjebloesem, de tweede en derde door het overduidelijk aldehydenthema dat de geur zijn frisgewassen en soapy gevoel geeft: het bezoek aan de kapper-effect dus. Los daarvan: echt mannelijk kun je Tabac Original niet noemen. Het machomaker-ingrediënt in de naam ruik je nauwelijks, net zoals je in Old Spice niet echt ‘oude kruiden’ ruikt. De frisse opening van citroen, bergamot, neroli (zie tekening) (zie tekening) wordt direct ‘dichtgesmeerd’ met aldehyden. Het zeepgevoel is daar. Dan de transformatie: een broeierig hart van lavendel, geranium, iris en vooral anjer besprenkeld door opvallend veel peper dat wordt opgelift door oranjebloesem (zie tekening).
Dan de afronding: varenachtig dus, maar behoorlijk sensueel – eigenlijk zeer poederig – deze mix van sandelhout, vetiver, tonkaboon, vanille, musk en ambergris. Alsof je een mannelijk boudoir betreedt, waar de bewoner net een sigaret heeft opgestoken. Tabak dus, maar die ruik ik eerlijk gezegd in geen velden en wegen. Eindresultaat: een heldere cologne-achtige geur die zachter en zachter wordt, zonder de – voor mij hinderlijke – te cleane finish van witte musk waarmee nu steeds meer geuren de masstige-sector worden uitgeleid.
RUIK & VERGELIJK
Het antwoord op:
Shulton Old Spice (1938)
En ook:
Fabergé Brut Classic (1964)