GEURENGOEROE

P.O.P: POPE OF PERFUMES

  • Home

PERFECT EAU DE TOILETTE MARC JACOBS

Geplaatst door Erik Maarten Jeroen Zwaga op februari 2, 2023
Geplaatst in: GEURENALFABET P. Een reactie plaatsen

PURRFECT; ‘VLOEIENDE BLOEMEN’

GELAAGDER DAN JE ZOU VERMOEDEN

Je moet maar durven: een geur Perfect noemen. Dat is hetzelfde wanneer iemand (vaak een stylist- en/of fashionachtige persoonlijkheid) zegt: ‘Ik ben perfectionistisch!’ Ik denk dan: ‘Laat dit waardeoordeel maar aan anderen over, tante Truus. Dank u wel!’ 

Anyway, Perfect verscheen voor het eerst in 2020. En het (inmiddels slaapverwekkend) schering en inslag, parfumpolitieke pad perfect volgend, kwam in 2021 Perfect Intense. Nu is er Perfect Eau de Toilette. Volgend jaar misschien wel geflankeerd door een ‘fleuri’-versie. En daarna ‘eindelijk’ het extract.

Marc Jacobs heeft zijn visie – dat dan weer wel – op perfectie door de all-inclusive en ‘woke’ Florentijnse fles laten druppelen. Sterker, hij ziet het als zijn mantra: ‘Ik ben perfect zoals ik ben’ – vandaar de perfect-tattoo op zijn pols. Met andere woorden: imperfectie bestaat niet, iedereen is perfect op zijn/haar/hen manier. Bla-bla-di-bla-bla.

Zullen zich hierin wereldwijd girls herkennen, zich bevestigd voelen en dus de geur gaan kopen? ‘No worries’, zeg ik na het lezen van het Perfect-manifest. Wat een opeenstapeling van feel good marketingclichés: ‘Biedt een kwetsbaar en ongefilterd perspectief om jezelf te zien als je authentieke zelf; een krachtige viering van individualiteit, persoonlijke waarheid en authenticiteit met een inclusieve talentenreeks dat over hun geloof in ware eigenliefde spreekt’. Opa Olfactief haakt af. 

Nu de geur: not bad, not bad at all. En tevens een goed bewijs dat neuzen de mainstream-business serieus – blijven – nemen. In dit geval: Domitille Michalon-Bertier, die bijvoorbeeld voor Comme des Garçons mijn favo ingrediënt bewerkte met het very niche Celluloid Galbanum (2019). En de eindconclusie die je kunt lezen op het persbericht klopt: ‘Een lichtgevende, vrolijke, schone en aangename bloemengeur met een elegant-houtachtig spoor’.

De opening: de roze peper had voor mij wat ‘lichtgevender’ – lees prikkelender – mogen ruiken, maar het vervolg is lekker. Wie narcis als extract heeft geroken – ik: Santa Maria di Novella had ooit Narciso Estratto Triplo (triple extract). Daaraan gesnoven, begreep ik direct dat in het woord narcis, narcotisch ligt besloten. Als ik eraan denk, begin ik weer lucht te happen. Bij Perfect Eau de Toilette hoef je daarvoor niet te vrezen.

Typisch narcis zou ik het ook niet noemen, eerder een witgeel bloemboeket-idee van geurmoleculen dat de essentie van een aantal witte bloemen combineert (tuberoos, jasmijn, oranjebloesem en ben er een vergeten, kan niet op de naam komen) plus een toefje narcis. Het resultaat: een elegant, ‘vloeiend’ idee van bloemen.

Wat polygonum – (knol)duizendknoop – toevoegt aan de compositie weet ik niet. Deze, voor Europa, invasieve exoot (het betreft meestal de Japanse variant) richt meer schade aan dan plezier als je de www-berichten moet geloven. De enige omschrijving die je krijgt is dat-ie ‘lekker ruikt’. Zal wel. Ben nu eerder benieuwd hoe de geur zonder zou hebben geroken. 

De afronding is ook zoals het hoort in deze: hoewel, ik ruik meer blank hout dan het ‘opgegeven’ cederhout. Dat wil zeggen: dit fantastische geurmolecuul die zacht hout weet op te roepen. Het houdt de ‘cleane’ toets van witte musk mooi onder controle. Kun je je hier niets bij voorstellen: denk fluweel met een print van houtnerven. 

Niets te geurzeuren? Jawel, maar dat geldt tegenwoordig voor zoveel geuren. Ook Perfect Eau de Toilette eindigt glad, alsof de flacon denkbeeldig uit je handen valt. Je zou wensen dat de geur wat strakker en ‘natuurlijker’ in lucht opgaat. Maar de ‘bedel’-dop is natuurlijk erg leuk.

HISTORISCHE GEUREN: WWW.ODEUROPA.EU

Geplaatst door Erik Maarten Jeroen Zwaga op januari 26, 2023
Geplaatst in: ACHTERGROND, ENTERTAINMENT. 2 reacties

HISTORISCHE GELUIDEN: WWW.EUROSOUND.EU

BESTAAN DIE WEL OF NIET? 

PAS OP: LANG VERHAAL. PAS OP: HEEL LANG VERHAAL

Ging het Romeinse rijk ten onder aan aanvallen van buitenaf? Door de volksverhuizingen van Germanen, Fransen, Hunnen, Kelten, Saksen, Vandalen, Longobarden en al die andere barbaren die de Romeinse grenzen overstaken gedreven door – nu erg trending – klimaatsverandering? Óf kwam het door het nieuwe monotheïstische geloof geïnspireerd op het leven van Jezus Christus? Óf werd de teloorgang veroorzaakt ‘van binnenuit’ door decadentie; puur omdat de cultuur ‘op’ was, verstard en zich niet kon vernieuwen? 

Ik opteer als amateurhistoricus voor het laatste. Aangenaam dat via een ingenieus buizensysteem in het Colosseum geuren werden verspreid om de stank van de door wilde dieren verscheurde lijken van de gladiatoren te maskeren. Je kunt ook stellen: ‘Moet dit nou echt? Niets beter te doen? Hannibal ad portas?’

Dit ‘einde-beschaving-nadert-moet-dat-nou’-gevoel ervoer ik ‘privé’ voor het eerst rond 2000. De Hema had een designwedstrijd: wie maakt de mooiste wc-borstel? Ik dacht: ‘Why? Niets beter te doen? Decadere ad portas?’ De tweede keer, 2020 volgens mij: ‘De Europese Unie stelt 2,8 miljoen euro beschikbaar om historische geuren weer tot leven te wekken’. Naam: Odeuropa. Ik dacht: ‘Er spelen nu andere problemen waaraan je het geld echt beter kunt besteden. Cultuur en kunst (me being a mediocre artist) belangrijk en zo, maar toch’.

Maar er was ook verwondering gevolgd door vragen. Wat zijn historische geuren? Hoe omschrijf je die? Wat zijn de criteria? Wie heeft dit voor elkaar gekregen? Wat laatste betreft: ik vermoed een doorgewinterde lobbyist die op de juiste plek, op het juiste tijdstip de juiste Europees ambtenaar wist te kietelen gevoelig voor dit idee. Je maakt er goede sier mee, staat goed op je cv, en de EG in zijn geheel kan hiermee onderstrepen dat het niet alleen maar in crisisbestendige transitiepatronen denkt.

Nóg een ‘fluid’ Mondriaanparfum

Voor mij zijn historische geuren níet wat ‘men’ er over het algemeen onder verstaat: geuren die zonder vooropgezet plan ontstaan door ‘natuurlijk verloop’. Denk: groei/bloei/verrottingsproces/afsterven. Denk: ‘bijvangst’ van een productieproces. Denk: een combinatie van geurmoleculen die zich binnen een bepaald gebied, in een bepaalde ruimte onbedoeld ontwikkelt. 

Neem Piet Mondriaan. Vorig jaar was het 150 jaar geleden dat deze kunstenaar werd geboren. Als ik het goed het begrepen: alle ateliers waarin hij ooit heeft gewerkt zijn omgezet in een geur. Die van New York resulteerde in Victory Boogie Woogie, vernoemd naar zijn schilderij dat het stratenpatroon van the big apple verbeeldt. Hier is sprake van een historische geur. Neem het Museum of London, Docklands: daar werd een paar jaar geleden een ‘scentscape’ ontwikkeld die het handelsverleden van de East End in geur wil uitdrukken. Hier is sprake van een historische geur.

Neem mout. Als kind woonde ik een paar kilometer van de Grolschfabriek in Enschede. Als het bier werd gebrouwen, verdween de geur van mout en gerst door de schoorsteen. Niet te harden, die warm-weeë, ‘gele’ lucht met ondertoon van overrijp. Bottel je dat nú in een flacon, en je produceert er een storytelling bij gelardeerd met historische referenties, en je nodigt de nog levende personen uit die letterlijk onder de rook van Grolsch hebben gewoond, en je presenteert deze geur (Mout & Memories) in aanwezigheid van de (loco)burgermeester en/of wethouder Cultuur… ook dan spreek je van een historische geur. 

Ik kan doorgaan, want ‘historische geuren’ worden door de cultuursector regelmatig als lokmiddel ingezet. Denk aan musea die de bezoeker op een andere manier schilderijen wil laten beleven. Zoals het Catherijneconvent in 2018 deed met de tentoonstelling met Magische Miniaturen. De insteek: proberen de Middeleeuwen ‘extra’ op te roepen met geuren. Zoals het Mauritshuis in 2021 met Vervlogen Geuren in Kleuren. De insteek: geuren maken schilderijen uit de Gouden Eeuw, sorry Fouten Eeuw, breder en intenser. 

Grappig om te lezen hoe de verantwoordelijken van Vervlogen Geuren in Kleuren alles door de olfactorische trechter gieten: ‘Op schilderijen uit de 17de eeuw worden veel dingen afgebeeld die iets met geur vandoen hebben. Bloemen, fruit – of andere dingen roepen iets op waardoor je positieverwijs aan geur moet/kan denken, of juist aan het andere spectrum daarvan: stank, een lichaam in staat van ontbinding’. 

Ik zeg: dat geldt natuurlijk voor elk ooit gemaakt schilderij. Word je gericht gevraagd ‘wat ruik je als je dit ziet’, dan ruik je altijd wel ìets. Iets anders: de beste tentoonstelling over geur, is er een waar niets te ruiken valt volgens mij. Je hebt geen geuren nodig, om iets denkbeeldig te ruiken. Neem lavendel: als je het ziet, dan ervaar je iets fris, iets schoons, iets licht bloemigs, zie je de zon, zie je de Provence – althans zo werkt het bij mij. 

Odeuropa kreeg veel aandacht. De lokale media pikte het op – zoals VPRO’S OVT geschiedenis-radioprogramma – de internationale ook. Ik las het op de BBC-site. Getriggerd benaderde ik de persoon die het project leidde. Waarom? Ik ben al járen bezig met ‘mijn historische geur’: civet. Ik dacht: waarom niet mijn kennis delen en mijn visie onderdeel van het project laten worden. Lang verhaal kort: na enthousiaste ontvangst en kennismaking (een samenwerking werd toegezegd) niets meer vernomen (ich bespüre, inmenging van lokale, invloedrijke ‘speurneuzen’).  

Tot mijn stomme verbazing, ontving ik anderhalf jaar later een uitnodiging voor een online-seminar (corona), waar tot mijn dubbelstomme verbazing werd uitgelegd door medewerkers van diverse universiteiten en door museumconservatoren hoe zij tot bepaalde ‘historische geuren’ waren gekomen. Ik dacht bij veel voorbeelden: ‘Waarom het wiel opnieuw uitvinden? Is allemaal al gedaan.’ 

Zoals: hoe ruikt plastic speelgoed uit de voormalige DDR? Series Synthetic 6 Skai (2004) van Comme de Garçons komt zeer dicht in de buurt. Zoals: de geur van benzine waarover Marcel Proust schreef toen de eerste auto’s in het straatbeeld/landschap verschenen – ruik aan Prétoleum van Histoires de Parfums (in dit geval what’s in name) en je weet het. Funny fragrance fact na het seminar: een belofte tot re-connecten hunnerzijds in het nieuwe jaar, kreeg een half jaar later een cc-mail van Odeuropa of ik mijn adres wilde opgeven zodat ze mij een persmap kon toesturen. Non merci.

Toch benieuwd. Ik naar http://www.odeuropa.eu en lees de ‘about us’. Wat een hip & happening taalgebruik (door mij gecursiveerd). ‘Bundles expertise in sensory mining (‘geleend’ van de crypto-wereld) and olfactory heritage (staat chic, maar inmiddels een hol begrip sinds de commerciële parfumbusiness het te pas en onpas gebruikt om hun veronderstelde rol en autoriteit te bevestigen – men neme Dior). We develop novel (voorheen heette dat new, zoals narratief voorheen verhaal heette) methods to collect information about smell from (digital) text and image collections’. 

Wat ruik ik eigenlijk?

Een lovenswaardig streven, maar het blijft vooralsnog voor mijn gevoel hangen in ‘niche-achtige’ exercities. Zoals een Hollands aandoend 17de eeuws geschilderd tafereel (zie afbeelding) waarop een man afgebeeld die een soort van pijp rookt. Dit tafereel wordt ‘geurtechnisch’ geanalyseerd vanuit de e3 MUSTI Challenge. Een afkorting voor: Multimodal Understanding of Smells in Texts and Images. Ja lekker hip het gebruik challenge – very hashtag-able.

De twee vragen die Odeuropa stelt: voorspel of een tekstpassage en een afbeelding dezelfde geurbron oproepen of niet. Identificeer de gemeenschappelijke geurbron(nen) – personen, objecten of plaatsen die een specifieke geur hebben of geuren produceren; bijvoorbeeld plant, dier, parfum, mens – tussen de tekstpassages en afbeeldingen. 

Ik zeg in mijn alwetende domheid: als ik iets moet ruiken, moet dat tabak zijn, iets van rook, en oké, hond in de buurt, kan ook nog wel verwerkt worden in de compositie – bont, vacht, stof, warm gevoel. Maar niet vergeten: het jaargetijde. De winter laat ‘ingrediënten’ immers anders ruiken dan de zomer (zoals de afgebeelde plavuizen, tegels en stucwerk, maar ook een hond – en koperpoets misschien?). 

Hoe leuk: voor Amsterdam creëerde Odeuropa ‘City Sniffers, A smell tour of Amsterdam’s ecohistory’. Het bevat de geuren van Mokums verleden via een Rub’n’Sniff-kaart met ‘emblematische’ aroma’s: die van grachten, rozemarijn, civet en linde plus een reconstructie van pomander; gebruikt ter bescherming tegen ziekten tijdens de pest. Op de een of andere manier moet ik denken aan Polyester uit 1981 waar je op tien specifieken momenten tijdens de film wordt gevraagd om te scratchen en te sniffen op een odorama-kaart voor extra beleving: Odeuropa avant la lettre.

Geurengoeroe vraagt zich af: ecohistory. Is toch de studie van de economische aspecten van samenlevingen in het verleden; de geschiedenis van het economisch gebruik van hulpbronnen – land, arbeid en kapitaal? Of wordt het andere eco, van ecologisch, bedoeld? En waarom niet vertellen – betreft toch geur – dat pomander een samenstelling is van pomme (appel) en amber?

Tijdens de pest? Welke precies? ‘We’ hebben er verschillende gehad. Dus wanneer verscheen de pomander voor het eerst die, by the way, volgens mij ook werd gebruikt om ‘akelige’ lichaamsgeuren te maskeren. Althans, zo las ik ooit in Ivan Cloulas’ biografie over Catharina de Medici – ja, die van de dat boek Das Parfum. Emblematisch? Ik kan me ook andere ‘historische geuren’ indenken die ook ‘typisch Amsterdam’ zijn. Geur van de grachten: die zal anders ‘geroken’ hebben in de 14de eeuw (zonder resten van specerijen?) dan in de 17de eeuw (met restanten van V.O.C-specerijen?).

Wat fijn én (parfum)politiek correct: de inmiddels overbodige vermelding dat Odeuropa als cultuurhistorisch project all inclusive is en geen old white elitist male gaze vertegenwoordigt: ‘Naast portretten en objecten van de rich & famous, deelt het Amsterdam Museum verhalen vanuit andere perspectieven – over klasse- en genderverschillen, en het koloniale verleden die minder goed vertegenwoordigd zijn in de collectie. Geur is bij uitstek geschikt om die verhalen op een heel directe manier te vertellen’. Aldus Margriet Schavemaker, artistiek directeur van het Amsterdam Museum en participant Odeuropa.

Odeuropa avant la lettre

Het moge duidelijk zijn: ik zie historische geuren anders: parfums gemaakt met een commercieel doel die ooit populair waren, maar in de vergetelheid zijn geraakt. Voor parfumliefhebbers klinkt dit bekend in de oren. Het ‘her-orkestreren’ van originele formules is bijna een industrie op zich geworden (je kunt er in Frankrijk inmiddels een prijs mee winnen). Dit ‘alles’ is door Guerlain (anno 1828) eind jaren negentig van de vorige eeuw in gang gezet om zijn unieke positie – het was een van de weinige overgebleven ‘echte’ parfumhuizen tussen de alomtegenwoordigheid van couture- en designergeuren in de keten- en taxfreeparfumerie – te bevestigen. 

Dit herontdekken van parfumhuizen van hun heritage, kwam door internet en de opkomst van vintage zelfs in een stroomversnelling en leidde ook tot het heropenen van lang geleden gesloten parfumhuizen (ouder dan Guerlain) die zo nauwkeurig mogelijk en met de kennis en restricties van nu hun historische geuren onder de aandacht van een nieuwe generatie brachten.

Historische beleving

Mijn allerheftigste ervaring in deze: Bandit 1944/1996 (eau de toilette-versie) van Robert Piquet – een gedenkwaardige, historische dag voor mij toen ik die in 1998 kocht: nog nooit had ik een overdosis van galbanum zo door mijn neus zien stromen. Zo erg is het niet gesteld bij mij, maar ik heb een vriendin van me die spontaan begint te huilen als je over een bepaalde geur begint te mesmerizen. Het gevoel kwam in ieder geval dicht in de buurt. 

Trouwens, bij tientallen andere herformuleringen gebaseerd op authentieke receptuur, heb ik zelden een historisch aha-erlebnis. Ligt voor een deel aan het gegeven dat veel, met name dierlijke ingrediënten niet meer – ook niet speciaal voor deze gelegenheid – gebruikt mogen worden. Dan kun je dus de meeste geuren gefabriceerd voor 1975 afschrijven.

Bij Chypre Mousse van Oriza L. Grand uit 1914, opnieuw gemaakt 2013, heb ik wel die euforische sensatie. Het totaalidee is bemost groen, letterlijk ‘niet van deze tijd’. In eerste instantie denk je muf. Maar ruik je door, dan ruik je meer; verval in de goede zin van het woord (stro, vermolmd hout, natte herfstbladeren verworden tot humus) en, praise the lord, gevrijwaard van de tegenwoordige ‘schoonmakers’ die in geuren worden gestopt. 

Nicht teurer

Le Snob (1952) van Le Galion is ook redelijk ‘historisch’ voor mijn gevoel. Ik krijg er zo’n lekker tuttig-chic gevoel bij. Zo achteloos smaakvol, ik zie me in een Chanel-pakje verloren borderline verlopen door Parijs lopen. Zo hoop ik ooit nog de inspiratiebron voor deze geur te ruiken: Joy van Jean Patou uit 1936 – door The Fragrance Foundation uitgeroepen tot hèt parfum van de 20ste eeuw. Ben er helaas vergeten naar te vragen tijdens mijn laatste bezoek aan de Osmothèque in Versailles. De melange van dierlijk jasmijn (Patou had zijn eigen jasmijnvelden bij Grasse) en über-volle roos schijnt volgens overlevering letterlijk adembenemend te zijn geweest. 

Nog een voorbeeld: je gelooft het niet: 4711 van (voorheen Muelhens en, nee, de Nederlandse tak heette niet Boldoot) uit 1792. Dat fris-opbeurende ‘schurende’ gevoel van citrusvruchten vermengd met kleine toefjes rozemarijn en lavendel. Zo simpel, zo lekker. Krijg telkens weer bij applicatie, en dat is dus vaak, een soort van historisch besef: dat je weet dat miljoenen mensen wereldwijd al eeuwenlang van dit Wunderwasser genieten. Nu zullen de citrusvruchten vroeger intenser hebben geroken (bergamot is ook niet meer wat het is, dat weten ze bij Guerlain ook al langer), maar het all over-gevoel is – hier volgt een cliché – authentiek. Voor ik het vergeet: hoe het legendarische Iris Gris (1946) van Jacques Fath origineel rook kun je inmiddels ook ervaren.

Als je wilt kun je dat gevoel nog steeds ervaren met veel meer geuren. Tenminste als je een originele formule vindt. Niet zo moeilijk: de handel in vintagegeuren op Ebay bloeit – zie mijn verhaal Doos vol oude geuren. 

Mijn meest recente belevenis in deze: in een tweedehands in het schone Drentse land, lag een bijna lege vintage-versie van L’Heure Bleue (1912) naar mij te lonken. € 5,00. Gezien de flacon, schat ik een jaren vijftig-versie. Ik reken af. Loop naar de auto. Ga zitten en laat het gebeuren. Wat een intensiteit, de nog steeds surprisingly modern aandoende bergamot- en anijscombi, de zoetigheid van het viooltje, de lichtscherpe aldehyden-toets. Alles is er. En ook zo elegant ‘vloeiend’ – de anjer en tuberoos op de achtergrond resonerend. En dan die, hoe moet je het omschrijven, dat zweempje zoetzurigheid. Wat een gelaagdheid, wat een caleidoscopische ervaring. 

‘Oh Champs-Elysées, oh Champs-Elysées…’

In een Guy de Maupassant-stemming, waan ik me in een fiacre op de Parijse boulevards richting Bois de Boulogne. Geen zin om naar de kerk te gaan. Laat de klokken maar beieren. Ik hoor het gebries en gehinnik (tuig geleverd door Hermès bien entendu) van de paarden – onwennig als ze nog zijn aan auto’s. Het geklik-klak van hun beslagen voeten op de kasseien. Is dat een vermanend fluitje – tussen het geroezemoes van wandelaars door – van een gendarme die het ook niet meer weet? Jeetje. Het lijkt wel of die zwerm duiven me achtervolgt, hoe sierlijk zoeven ze voorbij….

Al die audio’s! Moet ik me toch eens echt in verdiepen. Guess what? Ik ga binnenkort misschien wel lobby-borrelen op het Luxemburgplein in Brussel (heb er jaren gewoond). Hoewel ik het niet meer van mijn looks moet hebben – ik kan nu doorgaan voor een old white elitist male. Het zijn nu de brains die een paar cultuurambtenaren moeten overtuigen een subsidie vrij te maken van mijn boude plan: www.noiseuropa.eu

By Zwaga

REST IN PEACE / REST IN PERFUME: VIVIENNE WESTWOOD

Geplaatst door Erik Maarten Jeroen Zwaga op december 30, 2022
Geplaatst in: IN MEMORIAN. Een reactie plaatsen

BOUDOIR: HAD NU EEN KLASSIEKER KUNNEN ZIJN

BOUDOIR: NICHE AVANT LA LETTRE

Wil je de kracht van Vivienne Westwood omschrijven dan verval je, als je niet oppast, in clichés. Toch was ze het allemaal: anarchistisch, provocerend, revolutionair, rebels, anti-establisment, alternatief, disruptief, activistisch, visionair en natuurlijk op een bepaalde manier chic. Een voorbeeld van het laatste: roem deed haar niets en steeg haar niet naar het hoofd. Ze bleef frugal: ‘Ik ben zuinig. Ik ben geen erg hebzuchtige vrouw. Ik verspil nooit eten. Als je je eigen eten bereidt, ga je met de wereld om, het smaakt levend. Het smaakt goed.’ Ik zeg: chic.

Ze deed dit niet allemaal omdat ze zo nodig moest, rellen om het rellen, maar omdat het in haar inborst zat, ze kon niet anders. Noem het talent. En, geef haar eens ongelijk: de nog steeds Engelse standenmaatschappij (niet onder ogen willen zien dat het als wereldmacht had afgedaan) waarin zij opgroeide kon wel wat subversiefs-creatiefs gebruiken. Ze wordt beschouwd als de vormgeefster van de punk en new wave geleidelijk uitgroeiend tot een letterlijk vakkundig couturier waarvan haar flamboyant-ingenieuze jassen en jurken geïnspireerd op patronen uit ‘vervlogen tijden’ getuigen. 

Voor mij Westwoord in a nutshell: zij gaf de wollen (Schotse) plooirok, twinset, parelketting en zijden sjaal – toonbeeld van klassiek-veilige chic (denk koningin Elizabeth II) swag en schwung door het te versieren met buttons met opvallende teksten: ‘I Love Crab’, ‘Intellectuals Unite’, ‘I’m not a Terrorist’. Ik zeg: heerlijk. 

Maar dit is geen mode-, maar een parfumblog. En ook op dit gebied manifesteerde Vivienne Westwood zich in eerste instantie als compromisloos.

Onderstaande schreef ik (nu enigszins ingekort) over haar premièreparfum: Boudoir, gelanceerd in 1998:

Het heeft lang geduurd voor een cosmeticagigant voldoende vertrouwen had in de commerciële potentie van de Engelse ‘grootmoeder van de punk’, Vivienne Westwood. Terwijl vak-generatie-genoten als Yves Saint Laurent en Karl Lagerfeld mede dankzij hun parfumlicenties al decennia vrij van financiële sores zijn, lukte het Westwood maar niet om haar inmiddels door vriend en vijand erkende betekenis op modegebied met een parfum in klinkende munt om te zetten. Lancaster (nu Coty) had wel vertrouwen in Westwood, en nog beter: het had geduld met haar. Als we de cosmeticaproducent geloven, had haar parfumpremière veel eerder plaatsgevonden, ware het niet dat de ontwerpster pas na driehonderd monsters haar zegen gaf.

Boudoir is Westwoods geromantiseerde visie op de geschiedenisperiode waarin volgens haar vrouwen regeerden die beschikten over een voor mannen – ook nu nog – vaak moeilijk te verhapstukken combinatie: gratie, schoonheid en intellect. Met andere woorden, de zeventiende- en achttiende-eeuwse Franse hofcultuur en dan speciaal de boudoirs waarin deze belles, achtervolgd door amoureuze en hitsige beaux, moe van alle stringente hofetiquette, galante conversatie en spitsvondige koketterie in de literaire salons, zich konden terugtrekken.

Een maxine van Rochefoucauld citerend – lachen: in het persbericht stond ‘een rochefoucauld van Maxime citerend’ – betreurt Westwood het dat nu, drie eeuwen verder, ‘les femmes ne connaissent leur coquetterie’ en nauwelijks hun charme en ‘wit’ weten te gebruiken.

Met Boudoir wil ze de vrouw een plek (terug)geven. Want alleen in deze beschermde ruimte ‘is ze intiem met haarzelf, ziet ze haar fouten, zwakheden en potenties’, een virtuele ruimte ‘die een vrouw omhult als zij haar ogen sluit en het parfum over haar naakte huid, de rondingen van haar schouders en haar hals laat glijden. Zo intiem, zo fantasievol, zo krachtig sensueel’. 

Bescheidenheid siert Vivienne Westwood: Boudoir doorstaat volgens haar met gemak de vergelijking met alle coutureklassiekers. Om dit te onderstrepen huist de ‘jus’ in een flacon met de rijksappel als dop, Westwoods monogram en tevens machtssymbool van wereldlijke vorsten. In deze volgorde en niet andersom. 

Teruglezend kun je stellen: had Lancaster maar nóg iets meer geduld gehad. Want eigenlijk had ze gelijk: Boudoir had door de presentatie klassieke allure, dat wil zeggen: een vanzelfsprekendheid, alsof het er al altijd al was geweest. Maar rond 1998 zat de parfumindustrie in de fastforward-module (nog steeds, sterker, op dit moment is die echt, maar dan ook echt doorgedraaid). Als (toen) een parfum na drie jaar niet het verwachte resultaat opleverde, dan werd de stekker eruit getrokken, soms eerder.

Dus Boudoir verdween, afgelost door vaak kinderachtige, te veel marketing driven geuren – zoals Let it Rock, Anglomania, Naughty Alice – die het ook allemaal niet goed deden. Toen, heel flauw als een soort spijtbetuiging, verscheen in 2013 Mon Boudoir – een lichtere interpretatie van haar ‘oerknal’. Want wat zat Westwood toch goed met haar ontdekking van boudoir als ‘stylingthema’! Nog steeds wordt dit gegeven uitgekauwd en als slappe hap opgediend door merken die denken dat vrouwen en mannen bij parfum alleen maar aan de verleidingsclichés en -technieken denken.

Had Boudoir dezelfde behandeling gekregen zoals het een jaar later gelanceerde J’Adore – jaar in, jaar uit adverteren, uitzinnige promotieclips, lots of flankers om de zoveel tijd, te dure ambassadrices inhuren, desnoods de geur zelf aanpassen (wat met J’Adore is gebeurd) – dan had Boudoir zich ook onbewust in ons collectief geheugen gegrift en had Vivienne Westwood nu rond de feestdagen weer met een spectaculaire reclamecampagne aangetoond waarom de geur zo waardevol en noodzakelijk is. En zoals Chanel N°5 – nog steeds maatgevend in deze strategie.

En nu, je zou het bijna vergeten, de geur, de compositie dus. Want dat moet ook gezegd: het boeket van Boudoir – ontwikkeld door de Nederlandse neus Martin Gras – is van een hoge kwaliteit en – ja, ja, ja, je zou het niet zeggen – zeer klassiek. Lekkere aldehyden-sprits in de kick-off besprenkeld met bergamot. Elegant-voluptueus is het sterke bloemenhart: sneeuwbalbloesem (pittig zoet met sensueel-exotische ondertoon), oranjebloesem (waarvan de zwoele kant wordt benadrukt), een enorme zoete roos en de iris in poederig overdrive. De afronding chic-klassiek: romig sandelhout en aards patchoeli prachtig unisono opgediend. En, hoe fijn, een kleine skank-nuance door dit alles van civet. Zo hoort het. 

Boeiend en daarom ‘klassiek-waardig’: goudsbloem zorgt ervoor dat het boeket een stro-achtige en kruidige warmte krijgt versterkt door kardemom en koriander. Eindresultaat: een overrompelend zoet-kruidig, gelaagd, poederig parfum. Dat vooral tot zijn recht komt in het extract. Daar heb ik nog steeds een 20ml-flacon van. Ik ruik er af en toe aan om mijn eigen gelijk te halen: dit soort geuren worden in het prestigesegment niet meer gemaakt, laat staan dat er überhaupt een extract van een popi-geur verschijnt. Boudoir is niche avant la lettre. 

Eigenlijk had de inmiddels geridderde Vivienne Westwood een staatsbegrafenis en een dag van nationale rouw moeten krijgen. Elizabeth II had met ook negen meer dan genoeg gehad, dunkt me. Westwoods betekenis, invloed en impact zal over een paar jaar alleen maar manifester worden. Mark my words. 

MYRRHE ÉGLANTINE HERMESSENCE

Geplaatst door Erik Maarten Jeroen Zwaga op december 15, 2022
Geplaatst in: GEURENALFABET M, NICHE. Een reactie plaatsen

OF EGLANTINE MYRRHE?

ZO RUIKT DE WILDE ROOS

Het gebeurt niet vaak dat ik drie geuren van hetzelfde merk – bijna – achter elkaar bespreek. You lucky devil Hermès! Here we go. Vraag: wanneer is de verrassing bij een nieuwe geur het grootst? Volgens mij dat je afgaande op de naam – in het geval wanneer die de ingrediënten ‘blootgeeft’ – een soort van verwachting hebt, maar dat die dubbel en dwars wordt waargemaakt. Sterker, je krijgt een soort plezierige overrompeling, voelt je gelukprikkels intensiveren, je krijgt bijna kippenvel. 

Had ik dus bij Myrrhe Eglantine. Jeetje, die egelantier is echt geweldig. Helemaal als je weet dat je de geur van de wilde roos niet aan de bloemblaadjes kunt onttrekken. Correct me if I’m wrong. Daarvoor moet je het parfumlaboratorium in.

Het mooie en schone aan de wilde roos? Voor mij: het is de zoetige zaligheid van de roos met een ruw randje. Beetje ongepolijst. Het is geen koningin (geliefde cliché-omschrijving voor de roos), maar, hoe moet je het zeggen, een soort van lage adel die als hofdame voor de koningin werkt. En waar de koningin eigenlijk jaloers op is omdat ze heeft wat haar zelf ontbreekt: geen pregoratief tuthola-arrogantie, maar een ongedwongen charme die je wel of niet meekrijgt ‘van huis uit’. 

Vertaald in geur: een ‘natuurlijke’ roos die een beetje houtig, beetje groenig ruikt, met een zweem van meidoorn, met een zweem van honing. En toch delicaat. Dat straalt de Eglantine allemaal uit. Eerlijk gezegd, ontgaat me de Myrrhe (inderdaad mirre) een beetje. Je voelt wel een soort van ‘huideigen’ warmte met een lichte vanille-toets maar dat kan ook allemaal in de wilde roos zitten. Heb eerder de neiging om de naam om te draaien Eglantine Myrrhe. 

Ik weet ook dat achter deze twee namen, een palet aan andere ingrediënten schuilgaat, want als je bij www.dehekserij.nl mirre en roos zou bestellen en dat zou mengen, dan ben je er nog niet. Bij lange niet. Terwijl Myrrhe Eglantine door zijn ogenschijnlijke eenvoud dat wel doet vermoeden. Dat is dus knap. Is ongeveer hetzelfde wanneer mensen beweren dat kinderen ‘net zoals Picasso’ kunnen tekenen en schilderen. Zo werkt het dus niet. Gelukkig maar. 

Misschien moet ik Christine Nagel maar ‘weer eens’ bellen om te vragen wat ze allemaal heeft gedaan om tot dit ‘casual-chic’-resultaat te komen. En of ze Kelly Calèche in gedachten heeft meegenomen – ik ruik een soort van verwantschap. Effe opscheppen: we waren een tijdje on speaking terms – ‘Salut Christine, je te vois encore? J’ai quelques questions spécifiques’ – omdat ik haar zo vaak tegenkwam op lanceringen. Christine: ‘Quel Erique? Je ne me souviens plus vraiment de lui.’

Wat me altijd aan haar/van haar is bijgebleven: de eerste geur van Mauboussin: een slimme en elegante variatie op het gourmandparfum. En haar bijdrage aan Muglers B*Men – een van de eerste keren dat rabarber in een geur werd toegepast en ze me uitlegde hoe ze dat voor mekaar heeft gekregen. 

CEDRE SAMBAC HERMESSENCE

Geplaatst door Erik Maarten Jeroen Zwaga op december 10, 2022
Geplaatst in: GEURENALFABET C, NICHE. Een reactie plaatsen

JASMIJN GEËNT OP HOUT

BINNEN DE LIJNTJES VAN DE KLASSIEKE HERMÈS-‘HUISREGELS’

VERTROUWDE EN VEILIGE HERMÈS-FEEL

Het is soort van vreemd gesteld met de eerste drie Hermessences gemaakt door Christine Nagel. Vind ik. Agar Ebène is degelijk en verzorgd zoals een Hermès-etalage. En Cèdre Sambac zal zich er ook niet misplaatst voelen. Hij herkent zich in de bestverkochte items: de leren producten, de zijden shawls, de suède loafers, ‘double tour’-uurwerken. Oké, het luxemerk heeft ook (mallotig) ­serviesgoed. Aan de buitenkant soms inderdaad een tikkeltje vreemd, maar als je even door kijkt en in dit geval door ruikt, dan ook hier die vanzelfsprekende vloeiende, afgeronde, zachte, vertrouwde en veilige Hermès-feel. 

Veel vragen. Is het dat ik na de geuren van Jean-Claude Ellena, iets meer radicaals, meer uitgesproken verwachtte? Is het dat dat mijn neus moe is van nietszeggende geuren (die door anderen weliswaar als heftig en overrompelend worden ervaren)? Verwachtte ik dat Nagel na haar niche-ervaringen bij Armani Privé (Ambre Soie), Guerlain (Les Elixirs Charnels), Yves Rocher (Rose Absolue) en Jo Malone (26 stuks) helemaal los zou gaan op het parfumorgel? 

In ieder geval: Cèdre Sambac heeft niets poëtisch, is droog, is gewoon niet moeilijk doen, de dingen bij hun naam noemen. Het is inderdaad cederhout en sambacjasmijn. Vreemde gewaarding: de geur doet zo natuurlijk en puur aan, dat je je pas later realiseert dat er natuurlijk meer gebeurt.  

Nagel zegt dat de inspiratie voor haar Hermessences het Midden-Oosten zijn. ‘Goh, origineel’, denk je dan. Maar gelukkig, heeft ze het niet over het clichébeeld dat wij, westerlingen, van deze ‘sprookjesachtige wereld’ hebben (denk Shalimar Guerlain). Wél over de inhoud: de ‘legendarische’ attars uit India (en Arabië) die volgens mij de komende tijd ‘sturend’ zullen zijn in de nichesector.

attar-bereiding in India

Maar inspiratie is iets anders dan daadwerkelijk attars gebruiken. Persoonlijk denk ik dat pure attarbereiding ook voor Hermès te duur is (zie de prijzen van de nieuwe Amouage-attars). Nagel neemt de weelderige attar-rijkdom als uitgangspunt en vertaald dat naar ‘westers’ model. 

Het lijkt of vanaf het begin het cederhout in de lak is gezet, het zonlicht weerkaatst erop, straalt, en wordt zacht alsof je het kunt kneden. En toch die houterige nerf, de kern van de geur, blijven ruiken. Mooi. En dan die jasmijn. Die is gelukkig niet ‘Europees’ dus helder, fris en crisp (en aangelengd met witte musk). De sambacjasmijn is dik, vettig en wordt bij vlagen ‘indolisch’, licht dierlijk dus met vlagen van gardenia.

Met een beetje fantasie groeien er twee struiken jasmijn tegen de cederhoutboom: de bloemige en de dierlijke. Maar toch blijft de geur binnen de lijntjes. De eerste snuif indolen die ik vol voldoening in me opnam, smaakte naar meer maar je krijgt het niet (ik wil te veel). Wel leuk: af en toe een groene noot die smaakt naar groene thee en meen zelfs iets van aldehyden te bespeuren.

Ik vraag me af dat wanneer ik Cèdre Sambac blind zou hebben geroken, of ik de jasmijn als zodanig eruit zou hebben gedestilleerd, het is voor mij eerder een assimilatie van witte bloemen, abstract – zo heb ik een flesje pure sambacjasmijn uit India en die ruikt toch echt meer naar sambacjasmijn. Nagels aanpak van jasmijn doet me eerder denken aan de ‘trend’ om witte bloemen te deconstrueren waardoor het groene effect (verondersteld afkomstig van stam en blad) wordt versterkt. En dat is volgens mij gewoon een marketingverhaaltje om – met name de ‘gevaarlijke’ tuberoos – braver, matter dus voor de consument makkelijker te maken.  

Nog een raar ding: ik associeer Cèdre Sambac helemaal niet met niche. Eerder met chique-tuttige bloemengeuren uit de jaren zestig – denk ik dit verband aan Hermès’ Calèche (1961). 

TREURGEUR. EXEMPLARISCH 

Geplaatst door Erik Maarten Jeroen Zwaga op december 5, 2022
Geplaatst in: ZOU VERBODEN MOETEN WORDEN OF NIET?. Een reactie plaatsen

GRAFFITI EMANUEL UNGARO

UITGEBONJOURD WORDEN THE FAST WAY 

WHAT A WASTE OF MONEY, ENERGY AND ‘TALENT’

Het lot bracht me bij de outlet – ‘vroeger’ heette dat opruimingshoek – van Ici Paris XL. En zag een door mij over het hoofd geziene geur. Bij de naam weet je direct dat die geen lang leven beschoren zal zijn. Zeker als je ziet dat de positionering totaal verkeerd is ingeschat en er een vergissing lijkt te zijn gemaakt bij het ‘kiezen’ van de producent. Een geur Graffiti noemen vraagt natuurlijk om moeilijkheden, welke doelgroep je ook uitkiest. Misschien is er een slaagkans in de ‘girl and boy’-range, maar adolescenten willen meestal als volwassenen ruiken.

Ici Paris XL vraagt voor 100ml € 14,95. Adviesprijs € 29,90. Ha-ha-ha. Wat een treurigheid. Een soort van omzet was gegarandeerd als Tommy Hilfiger of Calvin Klein hadden besloten Graffiti een zomervariatie te laten zijn op Tommy, Tommy Girl en respectievelijk CK One. Maar om de marketingtypetjes van Emmanuel Ungaro déze lauwe worst (wie zou de geur geproduceerd hebben?) voor hun neuzen te hangen en er een mallotig verkooppraatje bij te houden… toch een soort van felicitatie waard.

‘Deze eclectische geur staat symbool voor de nieuwe richting die het gerenommeerde couturehuis heeft ingeslagen. Traditionele technieken worden geupdate met ‘street value’-ingrediënten en nieuwe olfactieve codes. Deze transitie neo-flasht ook terug in de presentatie: geen klassiek facet geslepen parfumflacon maar een spuitbus waarmee een nieuwe generatie Ungaro Upholders zijn revolutionaire en inclusieve manifest rondspuit: ‘Graffiti, spray your way towards your future!’

Ik durf bijna niet verder te www-en om te zien wat de geur (blijken er twee te zijn, of misschien wel vier want de door Ici Paris XL uitgevente geur is ook nog eens Intense) al zo heeft gedaan. Nou vooruit, en kom terecht in een gedegradeerde wereld, waar schijt hebben op en zoveel mogelijk geld binnenharken met lowbudget-producten geplakt op ooit gewaardeerde, met luister en pracht omgeven luxemerken het hoofddoel is.

Afgaande op een advertentie denk je Primark géén Emmanuel Ungaro. Wat dat laatste betreft: de huidige verleidingscodes begrijpen de huidige licentiehouders eveneens niet, not, njet. Want een moderniserings- en transformatieoffensief houdt ook in dat je de voornaam van de oprichter laat vallen.

Ga ik de geur kopen? Achter fout gekozen namen, kunnen ‘best wel aardige’ geuren zitten. Ingrediëntencheck: lychee, appel, zwarte bes, mugane (?), fresia, jasmijn, lorenox (hout, amber, leer, aromatisch), vanille en sandelhout. Kan er mee door, toch? 

Lachen en jeetmariamoederlief, ik zie op Fragrantica dat de geur pas uit 2021 stamt. Zo snel heb ik een geur nog niet uit het officiële parfumcircuit gebonjourd zien worden. En is er ook nog een echte inwisselbare inclusieve en woke-achtige promotieclip voor gemaakt (nog geen 400 views). Zeer vreemd hier: wel hip dansen maar een beetje wild in het rondspuiten, ho maar. En zoals zo vaak in de parfumindustrie: what a waste of money, energy and ‘talent’. 

Nog een klein dingetje voor de eindredactie van Ici Paris XL online: ik weet het is vervelend, maar Beauty Member Punt is één woord: beautymemberpunt.

AGAR EBÈNE HERMESSENCE

Geplaatst door Erik Maarten Jeroen Zwaga op december 1, 2022
Geplaatst in: GEURENALFABET A, NICHE. Een reactie plaatsen

ANDERS DAN DE NAAM ZOU VERMOEDEN

MOOI, BRAAF, MET VEEL AANDACHT GEMAAKT

Bijna onmogelijk een nieuwe oudh-geur niet te introduceren met een wanhopige kreet: ‘Mijn god wat verschijnen er toch veel – te veel? – oudh-geuren!’ Nu moet gezegd: Agar Ebène stamt ‘alweer’ uit 2018 – is het zó lang geleden dat ik me in de Hermessence-reeks heb verdiept?

Die verdieping zou ook nu niet hebben plaatsgevonden, ware het niet dat ik onlangs een soort van kennismakingspakketje cadeau kreeg van een bevriende kennis uit mijn werkveld.

Moet ook gezegd: Agar Ebène, klinkt weer zo lekker, hoe moet ik het zeggen, Frans chic. Een geur waarin oudh zit verwerkt, daadwerkelijk zo noemen, is zo gewoon, zo doorsnee. In hetzelfde pakketje zitten nog meer nieuwsgierigmakende flaconnetjes, met name twee musks (oliën zo lijkt het).  

Agar Ebène is een oefening in minder is meer, én laat je oudh anders ervaren. Hermès had nog geen oudh en Christine Nagel had nog geen Hermessence gemaakt. Et voilà: Agar Ebène zag het licht en werd tegelijkertijd gepresenteerd met Cèdre Sambac en Myrrhe Eglantine. Maar of je het nu echt een oudh kunt noemen?

De klassiek-populaire invulling (met roos en saffraan bijvoorbeeld) wordt vervangen door een overdosis dennenbalsem. Bij de opening, dacht ik eerst met een houtige (in de zin van ongeraffineerd, ruig) leergeur vandoen te hebben. Interessant. En als je doorruikt is het de dennenbalsem – al een parfum in deze geur op zichzelf – die volop aandacht opeist: rijk, smeuïg, zacht, met zo’n aangename frisse, lichtgroene en zalvende ondertoon.

Langer op de huid, wordt de geur één met de huid, en wordt het boeket voller en gaat de oudh meespelen. Maar meer op de achtergrond. Bescheiden de dennenhars dienend in plaats van andersom. Dat brengt me op de vraag: verwijst Ebène – ebbehout – in de naam ergens naar? Nope, volgens mij want de geur is niet donker, exotisch, ‘mysterieus’ en gevaarlijk en onvermijdelijk.

Dat dacht ik dus bij het horen van de naam. Dus in dat opzicht is de geur voor mij teleurstellend. Zoals Agar Ebène nu is (niet dat die gaat veranderen), is het een chique en originele invulling van het oudh-thema. Maar toch een beetje braaf. Mooi maar braaf en met veel aandacht gemaakt. Net zoals de etalages van het Franse luxe-merk.

FREYJA TONATTO PROFUMI 

Geplaatst door Erik Maarten Jeroen Zwaga op oktober 27, 2022
Geplaatst in: GEURENALFABET F, NICHE. Een reactie plaatsen

LEKKERE HERFSTGEUR: CUDDLE UP

WARM, SMOOTH, DIEP EN AARDS 

Ik greep in mijn parfumproefjes-grabbelton, want ik had zin een geur te bespreken. Doe ik de laatste tijd ter ontspanning. Glas wijn erbij – knappe jongen die me dan nog weg krijgt. Freyja (2018) dus – dank je wel www.parfumaria.com. Inderdaad een hele belangrijke godin uit het Noorse godenrijk. Ik ken haar alleen van naam en denk ‘altijd’ bij haar: ‘Moet je niet ’s nachts op straat tegenkomen’.

Wist dus niet dat ze voor zoveel staat, afgaande op wat Tonatto Profumi vertelt: ‘Opperste godin, de godheid van schoonheid, seks, aardse geneugten en het hemelse hiernamaals, rijdend door de hemel in door haar katten getrokken strijdwagen. Ze lijkt misschien een leuke meid. Maar deze dame kan, indien nodig, de bad ass tevoorschijn halen. Ze is een ziener en sjamaan, een gedaanteverwisselaar die de bedrieger Loki kan helpen’ (even terzijde: ‘deze dame’ en ‘bad ass’ is in deze context absurd).

Niets mis mee lijkt me. In hedendaagse, ordinaire straattaal zou ik zeggen: stoephoer met een hoog esthetisch besef die gaat meppen als ze d’r zin niet krijgt. Eerlijk gezegd met die laatste Loki – ook nog nooit van gehoord – voel ik meer sympathie. Wat zegt dat over mij? Want hij ‘is een onruststoker en eveneens een gedaanteverwisselaar die andere goden helpt maar ook vaak tegenwerkt. 

Voor hetzelfde geld, had Tonatto Profumi, Freyja ook Loki mogen noemen, want het is onmogelijk een god in een geur te vertalen. Dan heb ik het nog niet gehad over het feit dat het inmiddels een beetje chic-cliché is goden ter inspiratie aan te roepen – kennen we nu wel. 

Daarnaast: waar begin je? Het is allemaal een kwestie van interpretatie. Ik denk bij de Noorse mythologie ‘geurtechnisch’ aan kou – zeewater dat tegen de fjorden beukt, koele heldere rivieren, heel veel bos (heel vaak bedekt met sneeuw) en het Noorderlicht. Brute Vikingen? Niet echt. Maar deze ‘ingrediënten’ kun je ook zien als een gelikte reclamefolder van het Noors toeristenbureau: ‘Kom genieten van onze houten tiny houses midden in de uitgestrekte wouden van Noorwegen waar na een lange wandeling een openhaard op je wacht om… te genieten van de ‘speciaal voor de gelegenheid gemaakte’ geur van Tonatto Profumi…

Mooi is die wel hoor. Ik hou niet zo van de omschrijvingen herfst- en security blanketgeur, maar zijn hier wel op hun plaats. Alhoewel, door de klimaatveranderingen loopt de eerste omschrijving steeds meer mank. Terwijl ik die schrijf – 26 oktober rond 16.00 – zit ik in het Vondelpark met een temperatuur van 20 graden. 

Freyja begint groenig scherp (galbanum-achtig) en een beetje fris – kan voor mijn gevoel van alles zijn; rozemarijn, salie, wat takjes lavendel, omringd door de eerste zware slierten wierook die je het gevoel geven een kathedraal of basiliek te betreden. Blijft lekker lang blijft hangen – de hele bezichtiging lang.

Bij een heiligenbeeld zie je zelfs vazen gevuld met anjers – alleen bewust ruiken doe ik die niet echt, maar het heeft wel die zweem van dat ‘typische’ warm-kruidige anjer-gevoel. Dan bij de uitgang merk je dat de geur een zalvende toets krijgt – vanille en amber doen hun intrede. Maar mooi gedoseerd zoals dat heet. De vanille niet te, de amber blijft zijn droge-warme charme behouden. Kan de patchoeli zijn die voor dit evenwicht zorgt. En ook mooi: ‘de andere kant’ van wierook – zacht en melkachtig – krijgt nu volop kans zich te laten gelden terwijl je kruidige toetsen blijft waarnemen die oplichten als vuurvliegers tijdens een heldere hemelnacht. 

Dit vermeldt de site ook, overbodig en vanzelfsprekend; alsof liefhebbers/klanten deze aanbevelingen nog nodig hebben: ‘Gemaakt met kostbare en innovatieve grondstoffen. Het melange- en filterproces gebeurt met de hand met ambachtelijke technieken van de haute parfumerie’. Wel noemenswaardig: de geur bevat geen kleurstoffen, parabenen, vaseline en siliconen. 

Opvallend toch: het prijsverschil. Op homesite € 150,00, bij Bol € 130,00. 100ml. 

AMBER BREEZE DAVID BECKHAM

Geplaatst door Erik Maarten Jeroen Zwaga op oktober 20, 2022
Geplaatst in: GEURENALFABET A. Een reactie plaatsen

DE MOOISTE ZONSONDERGANG OOIT

EEN SOORT VAN AMBER

een zuchtje amber

Eerst even een zijstraat: ik zag gister de vrouw van David Beckham voorbijkomen. Een of ander casual online-interview van Vogue of zo naar aanleiding van haar nieuwe collectie. Zoals we van haar gewend zijn, gaf Victoria the ultimate best version of herself en liet ze door stupide ditjes en datjes weten dat ze eigenlijk heel gewoon en eigenlijk ook maar een mens is. Voorspelbaar celebrity-gewauwel.

Wat ik me tóch ondanks mijn ergernis afvroeg: waarom heeft zij nog geen eigen nieuwe parfumcollectie in het niche-departement conform de luxe-uitstraling van haar mode? Zou zo maar een succes kunnen worden mits ze zich niet laat (ver)leiden en mangelen door marketing-piepeltjes (van Coty bijvoorbeeld) die er bijvoorbeeld voor hebben gezorgd dat haar landgenoten – Stella McCartney, Alexander McQueen – nooit parfumnamen van kaliber zijn geworden.

Anyway, de flacon uit de Eau de Parfum-collectie kan ze van haar man lenen want daar is – wat dat betreft – niets mis mee (ik moet ‘altijd’ aan Bottega Veneta denken). Misschien een andere dop, maar voor de rest. 

Amber Breeze is de vierde geur in zijn Eau de Parfum-collectie en geïnspireerd – blablabla – op ‘zijn passie voor reizen, vakmanschap en geuren’. En wat moet er in je opkomen als je Amber Breeze ruikt? Volgens het persbericht iets dat, wat mij betreft, eigenlijk moeilijk voor te stellen is – geurtechnisch dan: ‘De mooiste zonderondergang die je ooit hebt gezien’. 

een soort van amber

Vraag een vriend, een kennis, een onbekende wat voor een geur ze in gedachten – zouden – hebben, als ze de zon achter de horizon zien verdwijnen. Grote kans dat het antwoord erg vaag zou zijn. Het vocabulaire ontbreekt; ze kunnen zich er niet echt een voorstelling van maken. En het hangt er natuurlijk van af wáár je de zon ziet ondergaan. Of ze zouden misschien komen met fris, exotisch, warm, zwoel en/of ziltig – omschrijvingen direct afkomstig uit het parfumwoordenboek want ik geloof dat geur & zonsondergang is gekaapt door de parfumindustrie. 

David Beckham koos voor een groen-kruidige interpretatie die ik geografisch in Zuid-Europa zou plaatsen tijdens de herfst. Wat je goed ruikt in de opening: rozemarijn, die springt eruit, de peper doet ook zijn best. Heel eerlijk gezegd: ik ruik de lavendel-rooscombinatie niet zo goed en dat komt door de… amber, of beter gezegd de warme ondertonen van de geur. Die geven de bloemen nauwelijks kans te bloeien (een kenmerkend euvel bij ambergeuren).

Of het moet die zoetige sliert zijn, die ik alleen niet associeer amber maar eerder met ambroxan (niet opgegeven als ingrediënt) in de basis. Een beetje weeïg, een beetje ziltig, een beetje houtig, een beetje warm, een beetje van alles wat, maar het ontwikkelt zich niet tot een geprononceerde amberwarmte (typisch voor een midprice-geur). 

Het is er wel, maar niet zoals je zou willen: krachtiger en aardser. Patchoeli en vetiver zouden Amber Breeze die kant op kunnen sturen, maar dan moet de kwaliteit er wel naar zijn. Dus niet. Alles wordt ‘afgelakt’ met geroosterde tonkaboon en dat zou je met een beetje fantasie amber kunnen noemen.

Breeze in de naam klopt wel trouwens, want het mag dan een eau de parfum zijn, maar (voor mij) dan wel op eau de toilette-basis. Resteert mij één vraag: als je passie vakmanschap en geuren is, wat voor een geuren zou Beckham dan zelf gebruiken? Ik kom terecht op de (wel of niet te vertrouwen, who cares anyway) www.celebrityfragranceguide.com en zie Erolfa (Creed), Feuilles De Tabac (Miller Harris) en, geloof het of niet, zijn eigen Instinct.

stoere vent

BALENCIAGA: DANK VOOR STANK!

Geplaatst door Erik Maarten Jeroen Zwaga op oktober 17, 2022
Geplaatst in: ENTERTAINMENET. Een reactie plaatsen

TROEP GEMAAKT DOOR DE MEEST VERLICHTE KUNSTENAARS

‘de bruid’ van de show

Dat invloedrijke modeontwerpers meer en meer een afbeeldingscultuur promoten dan dat ze zien dat hun kleding daadwerkelijk wordt gedragen, is door Instagram alleen maar toegenomen. Wat je natuurlijk niet weet: zal door al die extra miljoenen likes het geld bij die luxemerken extra tegen de plinten op blijven klotsen?

Loop door de Amsterdamse PC Hooftstraat, dan denk je: ‘Yep!’ Op een druilerige maandag (een week geleden) staan consumenten bij Louis Vuitton, Hermès en Chanel geduldig in de rij. Nog niet bij Balenciaga. Op dit moment niet een van de belangrijkste, maar wel spraakmakendste modehuizen. Die zit nu op een hoekpandje gevuld met op het eerste gezicht alleen maar gaap-gaap-standaard-luxe-tassen.

Erg cliché, waarvoor mijn verontschuldigingen, maar Balenciaga zou zich nu in zijn graf omdraaien als hij zou zien wat onder zijn naam over de catwalk… lopen kun je het bijna niet meer noemen; eerder ‘gebukt gaan onder’.  

De huidige ontwerper is in alles anti waar mode voor staat, en heeft het zo ver doorgevoerd dat het inmiddels cliché en voorspelbaar wordt. Wat Demna Gvasalia op de catwalk gooit, zie je al decennia dagelijks in het straatbeeld; gewone mensen (soms vluchtelingen) die leven, wonen en werken zonder met mode bezig te zijn: dus ‘smakeloos’, ‘lelijk’, ‘treurig’ en zo meer.

Zijn truc: op deze dagelijkse kloffie – vaak ook nog eens bewust verknipt, vies gemaakt, te heet gewassen, uitvergroot of ‘militair’ gemaakt – naait hij het begeerlijke label Balenciaga. Het effect en zijn doel: subversief en anti-establishment. Af en toe herinnert hij met zijn kleding aan de klassieke Balenciaga-signatuur (nu tentoongesteld by the way in Den Haag). 

Wie zijn wij ook al weer?

Nu we een beetje ‘moe-zal-wel’ zijn van Gucci’s beyond gender hippie-chic, is Balenciaga the brand to be seen at or in. Niet alleen door de schokkige en schokkende kleding die hij showt, maar ook door de sterren die hij weet te trekken om in zijn anti-fashion, anti-whatever mee te gaan.

Ooit gehoord van Kim Kardashian? Instagram ontplofte so to speak. En haar ex? Kayne West (ook bekend als Ye)? Die deed dit keer mee in een zwart zwaar lederen jack (die je nog best wel veel in het straatbeeld ziet als je erop let). Ach wat schattig: Gvasalia verbeeldde met de show de toenemende ongelijkheid, de terugkeer van het facisme, de reële dreiging van een nucleaire oorlog – ‘als sneeuw smelt, verandert het in modder’. 

Nu ben ik bijna bij de parfuminvalshoek. Om zijn scheve kijk ons, de onwetenden, onder de neus te wrijven, huurt Gvasalia ‘gearriveerde’ kunstenaars in eveneens bekend, om hun schurende, maatschappijkritische boodschap. Voor zijn laatste show waren dat Santiago Sierra (die gooide de hele chique zaal vol met modder en slijk – begrijp de symboliek) en parfumkunstenaar Sissel Tolaas (werkte al vaker met Gvasalia; denk lekker tuttig en burgerlijk: geurkaars). Zij maakte nu een geur die rook naar ontbinding – begrijp de boodschap. Ben je ook zo benieuwd wat de top-, midden- en basisnoten waren. En of de geur lekker lang bleef hangen?

Wat mij verbaast. Waarom zo moeilijk en duur doen als het makkelijker kan. Toch eenvoudiger om even de openbare werken van Parijs te bellen met de vraag of ze paar ton modder kunnen langsbrengen, en mochten ze in de buurt zijn, bij de waterzuiveringsdienst wat septic tanks met rioolwater. Mag dan minder indringend blijven hangen, ondergaan doe je het als toeschouwer wel. Mij hoor je het woord decadent niet in de mond nemen.

Berichtennavigatie

← Oudere inzendingen
Nieuwere berichten →
  • Meest recente berichten

    • NARCOTIC VENUS NASOMATTO
    • INTENSE CAFÉ MONTALE
    • HERO BURBERRY
    • 12 NOIR ABSOLU COLLECTION PRESTIGE JC PARFUMS
    • BADE’E AL OUD FOR GLORY LATTAFA
    • RED TABACCO MANCERA
    • HUGO JEANS 
    • CLÉA YVES ROCHER
    • AI? HI, HI, HI! HA, HA, HA! IA-IA
    • REST IN PEACE, REST IN PERFUME: PACO RABANNE
  • Archief

  • Categorieën

    • AANBIEDINGENBAK
    • ACHTERGROND
    • CELEB FRAGRANCES
    • ECO
    • EDUCATIE
    • ENTERTAINMENET
    • ENTERTAINMENT
    • GEUR IN DE MEDIA
    • GEURENALFABET A
    • GEURENALFABET B
    • GEURENALFABET C
    • GEURENALFABET CIJFERS
    • GEURENALFABET D
    • GEURENALFABET E
    • GEURENALFABET F
    • GEURENALFABET G
    • GEURENALFABET H
    • GEURENALFABET I
    • GEURENALFABET J
    • GEURENALFABET K
    • GEURENALFABET L
    • GEURENALFABET M
    • GEURENALFABET N
    • GEURENALFABET O
    • GEURENALFABET P
    • GEURENALFABET Q
    • GEURENALFABET R
    • GEURENALFABET S
    • GEURENALFABET T
    • GEURENALFABET U
    • GEURENALFABET V
    • GEURENALFABET W
    • GEURENALFABET X
    • GEURENALFABET Y
    • GEURENALFABET Z
    • IL GIARDINO PROFUMATO
    • IN MEMORIAN
    • INTERESSANTE EN TIJDLOZE COLUMNS VAN ERIK ZWAGA 2005
    • KLASSIEKERS DIE JE GEROKEN MOET HEBBEN
    • KLASSIEKERS IN DE AANBIEDINGENBAK
    • KLASSIEKERS OPNIEUW GEROKEN
    • KLASSIEKERS VAN DE TOEKOMST
    • LIMITED EDITION
    • MASSNICHE
    • MASSTIGE
    • MOET JE ECHT RUIKEN
    • NEO NICHE
    • NICHE
    • NICHE IN DE PARFUMERIEKETEN
    • NIEUW! NIEUW! NIEUW!
    • NIEUWE KLASSIEKERS DIE JE GEROKEN MOET HEBBEN
    • NOSE JOB: PERFUMERS THAT MATTER(ED)
    • OPVALLEND PARFUMNIEUWS
    • OUDE FILMS MET PARFUMINFO
    • PARFUM = PARFUN
    • PARFUM IN DE MEDIA
    • PIEDESTAL POUR DES PARFUMS
    • PORTET
    • TAX FREE
    • TRENDANALYSE
    • TRENDS TOEGELICHT
    • Uncategorized
    • VINTAGE
    • WAT RUIK IK EIGENLIJK?
    • ZOU VERBODEN MOETEN WORDEN OF NIET?
  • Meta

    • Registreren
    • Inloggen
    • Berichten feed
    • Reacties feed
    • WordPress.com
Blog op WordPress.com.
GEURENGOEROE
Blog op WordPress.com.
  • Volg Volgend
    • GEURENGOEROE
    • Doe mee met 121 andere volgers
    • Heb je al een WordPress.com-account? Nu inloggen.
    • GEURENGOEROE
    • Aanpassen
    • Volg Volgend
    • Aanmelden
    • Inloggen
    • Deze inhoud rapporteren
    • Site in de Reader weergeven
    • Beheer abonnementen
    • Deze balk inklappen
 

Reacties laden....