VAN Ô NAAR Ô D’AZUR

Jaar van lancering: 2010

Laatst aangepast: 15/07/10

Neus: Domitille Bertier, Sophie Labbé

Model: Daria Werbowy

Artistic direction: Mario Testino

In 1969 zette Lancôme een nieuwe standaard op het gebied van frisheid met Ô . Met dit ‘overgroene’ en heldere water in gedachten, ontwikkelden Domitille Bertier en Sophie Labbé voor het cosmeticahuis een hedendaagse versie. Ô d’Azur: ‘een bloemenboeket geplukt langs de zonovergoten kust van de Mediterranée’. De fotocampagne, geschoten door Mario Testino, maakt het zorgenloze gevoel dat Ô d’Azur wil oproepen, direct duidelijk en voelbaar. We zien Lancôme’s favoriete ambassadrice, Daria Werbowy, in een zonovergoten en goudgetint decor genieten van ‘the great escape’. En ze belichaamt Ô d’Azur ultra-vrouwelijk, elegant en met een tevreden uitstraling omdat ze is gehuld in ‘dit kristalheldere water met bloemige en fruitige nuances dat de schittering oproept van een zomerse namiddag’. En toen ze toch eenmaal bezig waren, werd besloten om Daria ook te laten poseren voor de allereerste Ô. Zie het resultaat onderaan.

WAT RUIK IK EIGENLIJK?

De bedoeling van Ô d’Azur: een harmonieus samenvloeien van lichtheid, frisheid en sensualiteit. Eerst is er een fris-fruitige bries opgeroepen met een nieuw ingrediënt: essence van citroen uit Calabrië. Het wordt geëxtraheerd uit de schil en heeft de levendigheid door de zon gerijpt fruit. Ruik je goed! Het stralende middelpunt is de roos. En niet zomaar een roos, maar de meest verfijnde: de zoete en bloemige damascena-roos uit Turkije die wordt begeleid door haar ‘schalkse zus’, de pioenroos. Voor een subtiele ‘pikante’ noot staat roze peper uit Equador garant. Ruik je ook goed in combinatie met de roos, maakt ze als het ware net iets prikkelender. De afronding van Ô d’Azur is als een ondergaande zon. Lichte houttonen smelten samen met musk en amberhars… intens, stralend en voluptueus… een subtiel geurspoor op de huid achterlatend.

RUIK & VERGELIJK

Ô staat natuurlijk voor eau en voor een ongedwongen geurbeleving met als belangrijkste doel: verfrissing schenken.

Lancôme Ô (1969)
Lancôme Ô Ôui! (1998)

En er is zelfs:

Lancôme Ô Homme (1997)

DE ZOETE VERLEIDING VAN

HET NABIJE EN VERRE OOSTEN

Jaar van lancering: 2010

Laatst bijgewerkt: 08/07/2012

Neus: Bernard Ellena

Flaconontwerp: Joël Desgrippes

Is een kwestie van smaak. En over smaak valt niet te twisten. Of wel? In ieder geval: zijn de ‘flacons nieuwe stijl’ – begonnen met Féerie uit 2008 – van Van Cleef & Arpels nu prachtig of lelijk? Wat ook kan: dat ik deze nieuwe manier van ‘juwelenpresentatie’ – mega uitvergrote objecten die zweven tussen kunst en kitsch (‘bij ons’ populair gemaakt door Marcel Wanders) nog niet begrijp. Zo ook Oriens. Hierin staat de spirituele schoonheid centraal van de Oriënt ‘dat aansluit bij de creatieve kern van de Parijse juwelier’.

In feite vloeien in Oriens ‘afbeeldingen van Boeddha’, de Collection Privée (uit 1927), de broche Divinité (uit 1968) en de iconische bloemen van de Collection Jardin (uit 2007) – een hommage aan de schoonheid van Japanse tuinen – samen. De kleur van de ‘steen’ op de dop is gebaseerd op de edelsteen toermalijn en ‘overtreft alle bestaande kleurdefinities’.

WAT RUIK IK EIGENLIJK?

Ofwel een palet van roze, rode en groen nuances met licht reflecterende facetten’. En dat kun je ook van de geur zeggen, want Oriens wordt omschreven als een chypre, een fruitig bloemenparfum. Ik zeg: Oriens is een neo-chypre door het ontbreken van eikenmos in de basis. In plaats hiervan een huwelijk tussen patchoeli en gourmandachtige noten (typisch voor een neo-chypre) én het rode fruit opening.

In Oriens zwarte bes en framboos gecombineerd met mandarijn. Het hart is heel klassiek. Volgens de ingrediëntenlijst alleen jasmijn. En zoals gezegd de basis van patchoeli en praline. Eindresultaat: een oosters parfum met een hoog Guerlaingehalte. Dit is geen kritiek, maar een constatering. Dat wil zeggen: geuren die het parfumhuis recent in zijn exclusieve lijnen presenteert – Boisé Torride uit 2009, Tonka Impériale uit 2010 – vallen ook op door de zoete gourmandfinish in combinatie met oosterse noten.

In 2012 verschijnt een… waterversie: Aqua Oriens. Waarom vraag je je af. Je wil wel of niet oosters ruiken, lijkt me. Maar als je gek bent op de flacon, kun je ondertussen genieten van een geur die voor inspiratie op zoek ging naar de blauwe lagune van Tahiti. Opgeroepen door Nathalie Feistauer met peer en limoen in de opening.

Hierachter houdt zich een luchtig boeket schuil van frisbloemig honingachtig oranjebloesem en kamperfoelie. En toch blijft het gourmandaspect van Oriens gehandhaafd – alleen minder present – in de basis: met amber en musk. Alleen voor mij iets te veel (witte) musk.

RUIK & VERGELIJK

Aangezien eikenmos huidirritaties kan opleveren, mag het door Europese regelgeving nog maar minimaal aangewend worden in geuren. ‘Een ramp voor de chypre-famile’, zoals Jean-Paul Guerlain me tijdens een interview in 2008 vertelde. Hij heeft gelijk. Het donkere, vochtige bosgevoel kun je hierdoor bijna niet meer oproepen.

Het antwoord van de parfumindustrie: neo-chypres. Zachte geuren met een oosterse allure. Eikenmos is vervangen door heel veel patchoeli (vaak in combinatie met vetiver) en zoete noten zoals vanille, tonkaboon en gourmand-accenten. Dat ruik je niet alleen goed in Oriens, maar ook in:

Guerlain – Les Elixirs Charnel – Chypre Fatal (2008)
Tom Ford White Patchouli (2008)
Lancôme Hypnôse Senses (2009)

OPIUM BADEND IN GOUDEN ZONNESTRALEN

Jaar van lancering: 2002

Laatst aangepast: 07/01/09

Neus: onbekend

Er zijn vrouwen die geen moeite hebben om tijdens het warmste jaargetijde zware oriëntaalse geuren te dragen. Sterker, ze vinden juist dat dan een dergelijk parfum pas optimaal tot zijn recht komt. Maar er zijn ook vrouwen die ’s zomers niets van zware en zwoele elixers moeten hebben. Om deze categorie van het tegendeel te overtuigen en vaste gebruiksters een variatiemogelijkheid te bieden, heeft de belangrijkste vertegenwoordiger van deze geurfamilie een zomerse variant gecreëerd. Het is trouwens niet de eerste keer dat Opium uit 1978 lichter door het leven gaat. Twintig jaar geleden bijvoorbeeld zag Opium Fraîcheur d’Orient al het licht. Opium Eau d’Eté is een niet frissere maar eerder een zomerse kijk op Opium door de zwoele ingrediënten te laten baden in het licht van gouden zonnestralen.

WAT RUIK IK EIGENLIJK?

Opent het klassieke Opium (althans de eau de toilette-versie) met mandarijn, bergamot en lelietje-van-dalen, in deze versie is het laatste bloempje weggelaten. Hiervoor in de plaats: fris citroen. In het hart van Opium Eau d’Eté wordt jasmijn – patchoeli en mirre schuiven door naar de basis – vervangen door sterjasmijn. En ik ben er nog steeds niet achter of hier nou eigenlijk sambacjasmijn mee wordt bedoeld. De anjer blijft wel aanwezig. De basis van vanille en amber blijft gelijk aan het klassieke Opium. Nieuw is het ‘zonne-akkoord’ dat de geur zijn lichte en zonnige toets geeft.

RUIK & VERGELIJK

Andere bekende oosterse klassiekers die zich – soms eenmalig – ook van een lichtere en zomerse toets voorzien.

Guerlain Shalimar Eau Légère Parfumée (2003)
Chopard Casmir Summer Breeze (2004)
Dior Addict Eau Fraîche (2004)

LEKKER CRYPTISCH: EENHEID EN HARMONIE IN HET VERSCHIL

Jaar van lancering: 2004

Laatst bijgewerkt: 24/11/09

Neus: Alberto Morillas

Model: Alyssa Sutherland

Bulgari heeft zich ontwikkeld tot een van de grootste parfumleveranciers van de afgelopen tien jaar. De teller – we schrijven 2009 – staat op 16. De extreme versies niet meegerekend. Omnia valt net zoals de andere Bvlgari-flacons op door de zuivere architectonische vormgeving. Twee in elkaar gesloten ringen die in een kristallen hart de nieuwe geur bevat.

Omnia betekent in het Italiaans allesomvattend of oneindig. Ofwel geen begin en geen eind. De naam wil ook duidelijk maken dat alle culturen van de wereld eigenlijk één zijn en dat we ondanks de verschillen veel van elkaar kunnen leren – wie reikt me een zakdoekje aan?

Meer op de geur toegespitst betekent Omnia het gebruik in het Westen van de door de legendarische Italiaanse globetrotter Marco Polo ontdekte kruiden in het Verre Oosten. Want die worden tegenwoordig volgens Bulgari steeds meer in eten én parfums verwerkt. Klopt!

WAT RUIK IK EIGENLIJK?

Albert Morillas – die ook Bulgari’s Blv (2000) en Blv pour Homme (2001) ontwikkelde – heeft in alle opzichten een origineel parfum samengesteld dat intense frisse kruidigheid koppelt aan een transparant-sensuele basis.

De opening: een uitbarsting van mandarijn en sinaasappel opgevangen door saffraan, zwarte peper en kardemon. Het hart van Omnia klopt door massala gekruide thee, lotusbloem, gember, kruidnagel en nootmuskaat. De basis is zacht en elegant door de verwerking van amandel, witte chocolade en sandelhout. Mooi door het anders gekruid zijn: stroef en zacht tegelijkertijd. En haast geen bloem te bekennen. Gebeurt niet vaak.

RUIK & VERGELIJK

Het nieuwe millennium heeft een nieuwe generatie kruidig-oriëntaalse geuren gebracht die minder zwaar en overrompelend zijn. Ze hebben als het ware lucht gekregen. Zoals:

Boucheron Initial (2000)
Chanel Coco Mademoiselle (2001)
Dior Addict (2002)
Boucheron Trouble (2004)

ZON, ZON, ZON

SINAASAPPEL, SINAASAPPEL, SINAASAPPEL

Jaar van lancering:  2007

Laatst bijgewerkt: 14/11/09

Neus: Maurice Roucel, Patricia Choux

Art director campagne: Marc Jacobs

Flaconontwerp: Marc Jacobs

Even dachten we: de eau de cologne wordt door een nieuwe generatie consumenten niet op zijn juiste, verfrissende waarde geschat. Even dachten we: dat het toch te veel geassocieerd wordt met het ouderwetse Keulse water – zoals 4711 uit 1792 – dat qua geurbeleving niet verder dan gaat dan een mix van citrus, lavendel en rozemarijn.

Hoewel sinds de millenniumwissel meer merken de klassieke cologne een moderne injectie hebben gegeven, werd dit door de trendy consument niet opgepikt. Die kiest voor de bekende namen in de parfumerie. Maar als nu eens een populaire ontwerper zijn naam verbindt aan de eau de cologne, zou dat helpen?

Yep! Blijkt uit het succes van de Splash-reeks van Marc Jacobs. De ontwerper die niet alleen met zijn eigen kledinglabel steeds populairder wordt, maar ook omdat hij artistiek directeur van Louis Vuitton is. In 2006 lanceerde hij zes eau de colognes – Rain, Grass, Cotton, Ivy, Violet, Amber – waaraan hij een jaar later twee nieuwe splashes toevoegde: Cucumber en Orange.

Orange is als een wandeling door een zonovergoten sinaasappelgaard. Heb je dat wel eens in het echt gedaan, zoals in Florida of in Spanje, dan weet je eigenlijk niet wat je overkomt. Het lijkt of je onder een geurige stolp bevindt, waar je alle nuances van de sinaasappelboom opsnuift. Groen, citrusfris en zonnig, maar bovenal relaxed en easy going. Niet voor niets: de geur van sinaasappel wordt steeds meer in de aromatherapie toegepast.

Marc Jacobs’ ode aan de sinaasappel haalt het beste van deze vrucht naar boven. Energie en sensualiteit gebottled in een flacon die van zonsopkomst tot zonsondergang boeit door zijn verfrissende karakter.

WAT RUIK IK EIGENLIJK?

Om een sinaasappel goed tot zijn recht te laten komen, heb je meer nodig dan alleen deze vrucht. Soms heb je hem helemaal niet nodig. Marc Jacobs ontwikkelde in samenwerking met twee neuzen zijn sinaasappelrecept.

In de opening van Orange: bergamot, mandarijn, oranjebloesemolie en tamarinde (geeft een lekkere zoete noot). Dan: bloemig en fris door de combinatie watermunt vermengd met fresia en witte roos. De basis: vochtig mos, tonkaboon, amber, musk en lichte houtsoorten. Dat dan weer wel: opvallend aan alle Jacobs’ colognes: in tegenstelling tot de klassieke versies hebben ze niet die typische prikkelende ‘agrume’-bite – zo eigen aan citrusgeuren.

RUIK & VERGELIJK

De verfrissende en tegelijkertijd zonnige sensatie van de sinaasappel wordt door steeds meer merken ontdekt. En het leuke: ieder huis heeft zo zijn eigen kijk op de meest ideale sinaasappelgeur.

Guerlain – Aqua Allegoria – Orange Magnifica (2006)
Biotherm Eau d’Energie (2006)

EEN HYMNE OP DE VERLEIDING VAN DE VROUW

IN EEN MOOIE WERELD WAARIN ZIJ ALLEEN

HAAR PARFUM HOEFT TE DRAGEN

Jaar van lancering: 2005

Laatst bijgewerkt: 14/11/09

Neus: Chaleb Harb, Corinne Cachen

Art director: Olivier Strelli

Flaconontwerp: Olivier Strelli

Hij presenteerde zijn eerste couturecollectie in 1980 in Brussel. En de pers was enthousiast: hier toonde zich een Belgisch ontwerper die qua stijl en silhouet internationale flair had. De Belgen sloten hem in zijn armen. In 1984 opende hij zijn eerste winkel aan de (tot voor kort) meest chique straat van de Belgische hoofdstad, Avenue Louise. Nu heeft Olivier Strelli meer dan veertig winkels in het binnen- en buitenland. Maar mode is te beperkt voor hem. Hij ontwerpt brillen, schoenen, horloges, lederwaren, wordt geconsulteerd door decoratiefabrikanten en kleedde ook een fles bubbels voor Pieper-Heidsieck.

Aanlopend naar zijn 25jarig jubileum, openbaarde zich een nieuwe gave, namelijk dat van parfumeur. Helemaal enthousiast werd Strelli toen hij de geuren van Chaleb Harb leerde kennen. Hij zocht hem op en besloten samen om met een ‘absoluut unieke geurkarakteristiek te komen’. De inspiratiebron voor Olivier Strelli: de vrouw als middelpunt van een mooie wereld waarin zij alleen maar haar parfum hoeft te dragen. Meer heeft ze niet nodig omdat ze de talenten heeft van de priesteres van Apollo. En dat is Pythia. Zij kan de toekomst voorspellen uit boodschappen gestuurd door de goden.

Deze mystiek van Olivier Strelli wordt versterkt door de presentatie: de flacon is een mix van hedendaagse esthetiek vermengd met Afrikaanse motieven. Opvallend zijn de concentrische gouden cirkels op de dop van de flacon, zijn staan symbool voor de wereld die draait om de vrouw.

WAT RUIK IK EIGENLIJK?

Voor de vervolmaking van het eerste Olivier Strelli-parfum, contacteerden ontwerper en Chaleb Harb, Corinne Cachen, de neus die onder meer beken van Montblancs Présence pour Homme (2001). Zij toonde zich een warm voorstander van natuurlijke geurstoffen om hiermee een ode te brengen op de klassieke parfumerie. En klassiek is Olivier Strelli. Dat wil zeggen: gebruikmakend van beproefde smaakmakers resulteert het toch in een zeer eigenzinnig parfum.

Misschien is het de combinatie van heel veel roos en jasmijn op een ‘geurplateau’ van lavendel, grapefruit en bes. Misschien is het vertrouwde afronding van sandelhout, patchoeli, amber, tonkaboon en een zweem van musk. Feit is dat Olivier Strelli’s eerste parfum niet onderdoet voor zijn grote collega’s uit de geurbizznizz.

RUIK & VERGELIJK

In een eerste geur van een ontwerper komt, als het goed is, de essentie van hem of haar tot uitdrukking. Dat wil zeggen: hoe hij of zij de vrouw ziet. En dat is in negen van de tien gevallen een hymne op de veelzijdige vrouwelijkheid. Zie en ruik je dit ook in de geuren die in dezelfde periode verschenen:

Alexander McQueen Kingdom (2003)
Stella McCartney Stella (2003)
Narciso Rodriguez For Her (2004)
Viktor & Rolf Flowerbomb (2005)
Stella Cadente Miss Me (2005)