CLIFFHANGERS
AANBEVELENSWAARDIGER DAN AL DIE PRESTIGEPARFUMS
Kwam – net zoals Van Der Zotte – ook voorbij op mijn tijdslijn, en niet één keer, maar tig: Cliff Vintage. Ik naar de site, tester-set aangevraagd die binnen no time bij mij op de deurmat viel. Niet zo vreemd. Cliff Vintage komt uit Emmen zie ik op het postadres en ik woon in Gees. Ziet er goed en helemaal nu uit: niets is van plastic behalve de sluiters van de proefjes.
Storytelling: ‘Twee hartsvrienden zaten in een bar singel malt whisky te drinken, mijmerend over de fijnere dingen in het leven en pratend over de goeie oude tijd. Een beleving, toen de geur van de gerijpte whisky hen herinnerde aan het vervlogen tijdperk. Het bracht hen op het lumineuze idee om de perfecte gentlemen’s parfum te creëren met diezelfde beleving. Een goed product dat niet gaat over smaak of geur maar gebaseerd is op een levensstijl. In ieder geval een geur waarbij de vrouw des huizes vraagt: waar was jij? En zo geschiede.’
Ik kan het niet laten, zal wel met mijn ‘investigate journalism’- en eindredactie-achtergrond te maken hebben: hier slechts een paar kanttekeningen. Het is toch single en geen singel? En zo geschiedde? Het is niet de, maar het parfum. Wat is ‘het vervlogen tijdperk’? Alsof je over de tijd van, pak’m beet, Willem van Oranje praat. Graag zag ik de levensstijl gedefinieerd. Want een levensstijl kan ook fout zijn. Nu krijg ik hatemail want ik denk dan direct aan Gordon. En kan eveneens als onaantrekkelijk ervaren worden – ik heb bijvoorbeeld niets met de levensstijl van Conny Witteman.
Tja, ‘de vrouw des huizes’, dat doet een beetje-behoorlijk belegen aan. Zo van onder ons gesproken en gezwegen, ‘die heeft thuis de broek aan’. Hierop voortbordurend: gezellig rolbevestigend bezig Cliff Vintage. Whiskey is een echt mannending. Not! Ik ken ‘genoeg’ vrouwen die het drinken. Met en zonder ijs.
En deze gebrekkige storytelling is allemaal niet echt nodig omdat de geuren gewoon goed zijn. Maar voor ik die bespreek, iets anders. ‘In de wereld van parfums’ is whisk(e)y al vaker een inspiratiebron geweest. Maar dan meestal in een chique, soort van vintage Givenchy Gentleman-achtige allure of connotaties hebbend met ‘those were the days’ mannensociëteiten en -clubs in Londen. Vaak resulterend in houtachtige geuren met een flinke vanille-injectie, kruiden en andere zoetmakers.
Maar dat is nu veranderd: zoals cognac on the rocks drie decennia geleden werd ontdekt door de hiphop en r&b-scene in Amerika, zo wordt whisk(e)y nu anders beleefd. Het heeft zijn chique, country-ambiance verlaten en is marketingtechnisch klaargestoomd voor blokes, lads en gewone hardwerkend kerels die rondom het zelf aangestoken haardvuur, zittend op steigerhout-gestylde meubels (die soms per ongeluk ook voor brandhout worden aangezien) het reuze oer-gezellig en smaak hebben. Sommigen laten natuurlijk hun baard staan en laten die nauwkeurig bijwerken bij de lokale barbershop – en daar wordt nog net geen whisky geschonken (maar Cliff Vintage soms wel verkocht).
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Grappig. Bij Silver heb ik een puur vintage-gevoel. En dat voelt lekker aan. Doet me denken aan mannelijke chypres uit midden jaren zeventig met groene noten en eikenmos-ondertoon – zowel in de opening als doorlopend naar de drydown. Zij het alleen wat minder scherp en knallend (toch ervaar ik ook een lichte terpentijn-noot). Ik herken de opgegeven ingrediënten als zodanig niet, de roos uitgezonderd, want daarvoor zit je te snel in de basis van aangenaam ‘warm-sensueel’ hout. Maar Silver komt, zoals je wil, aardig dicht in de buurt van whiskybeleving.
Dat heb ik dus totaal niet met de Gold-variatie. Is voor mij het tegenovergestelde van ‘mannelijk’ en ‘tough guy’. Ik ervaar een overload aan witte bloemen waarvan de indolen gekieteld lijken te worden door mijn fetish-ingrediënt: civet. Subtiel aanwezig. Mooi is het verloop van de compositie: langzaam worden de bloemen overgoten door honing die daarna als het ware worden opgezogen door het leer. En bijzonder: je krijgt het gevoel alsof de zon schijnt ‘de hele geur door’. Gold associeer ik met chic, ‘vrouwelijk’ en klassiek. En Jasmin & Cigarette van Etat Libre Orange dwarrelt door mijn hoofd. Deze ga ik bestellen.
Platina: alsof je je hoofd soort van in een houten whiskyvat stopt. Uiterst aangenaam. De neroli is heerlijk bloemig, de amber kleurt en geurt als whisky, en het cederhout houdt het geheel mooi strak (in het vat). De geur is voor mijn gevoel het meest ‘mannelijk’; dus het meest toegankelijk voor de beoogde doelgroep dan. En lekker, sommigen interpreteren het als vies, maar ik moet ook een beetje denken aan de klassieke schoenenpoets – kan ook zo heerlijk smeuïg ‘zoethout’-achtig ruiken.
Ik zeg het niet vaak, omdat het te vaak wordt gezegd: ik ben aangenaam verrast. En net zoals Van Der Zotte is dit trio origineler – zowel in compositie als in ‘aanpak’ – dan de gemiddelde mannengeur die je nu treft op de schappen van de ketenparfumerie. En je koopt ook nog eens lokaal. En de geuren blijven inderdaad lekker lang hangen. Ben benieuwd naar de neus, zal toch niet… ?